H3 Taalverzorging 5 Stijlfiguren deel 1


Welkom 
h3at!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Welkom 
h3at!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Taalverzorging 5: Stijlfiguren deel 1
  3. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

10 minuten lezen

Slide 3 - Tekstslide

Doel: Je leert wat stijlfiguren zijn en hoe ze in een tekst zijn ingezet.


De volgende toets gaat over Taalverzorging 5, 6, 45 en werkwoordspelling. 
Deze toets staat gepland op woensdag 23 oktober.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

 Stijlfiguur
Een stijlfiguur is een 'vaste vorm' om iets onder woorden te brengen, met de bedoeling nog meer nadruk te leggen op wat je wilt zeggen. 

Slide 7 - Tekstslide

 Herhalingen en opsommingen
  • repetitio (= herhaling) Als je woordjes van Engels wilt kennen, moet je herhalen, herhalen en nog eens herhalen.
  • anafoor (= herhaling zelfde woord of woordgroep aan het begin van zinnen/zinsdelen) Niemand zag iets, niemand deed iets, niemand wist iets. 
  • tricolon (drieslag) (= opsomming in drieën) Ziek, zwak en misselijk.

Slide 8 - Tekstslide

 Herhalingen en opsommingen
  • climax (= serie van tekstelementen waarvan de inhoud steeds sterker wordt) Dat wordt lachen, gieren, brullen.
  • anticlimax (= in een reeks is de laatste stap een 'tegenvaller') Of ik van sporten hou? Vechtsporten, wielrennen, hardlopen, volleybal, ik vind er niets aan!

Slide 9 - Tekstslide

Welk stijlfiguur?
Hoe vaak ben je nu al te laat gekomen? Hoe vaak zul je nu nog te laat komen? Hoe vaak zul je nog een briefje moeten halen?
A
repititio
B
anafoor
C
tricolon
D
climax

Slide 10 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?
Drommels, drommels en nog eens drommels.
A
repititio
B
anafoor
C
tricolon
D
climax

Slide 11 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?
Max is goed, uitstekend, nee, de beste speler van het veld.
A
repititio
B
anafoor
C
tricolon
D
climax

Slide 12 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?
Uren, dagen, maanden, jaren vliegen als een schaduw heen.
A
repititio
B
anticlimax
C
tricolon
D
climax

Slide 13 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?
Ze werd stil, verborg haar gezicht in haar handen, begon te snikken ... en proestte het uit: 'Gefopt!'
A
repititio
B
anticlimax
C
anafoor
D
climax

Slide 14 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?
Een gezond leven krijg je door gezond eten, genoeg bewegen en een goede nachtrust.
A
repititio
B
anticlimax
C
tricolon
D
climax

Slide 15 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?
Altijd november, altijd regen,
Altijd dit lege hart, altijd.
A
repititio
B
anafoor
C
tricolon
D
climax

Slide 16 - Quizvraag

Lees de tekst hiernaast.
Met welk stijlfiguur heb je hier te maken?

Slide 17 - Open vraag

 Overdrijvingen en nuanceringen
  • eufemisme (= verzachtende uitdrukking) Dat is een hele uitdaging! 
  • hyperbool (= sterke overdrijving) Ik mag ook nooit iets!
  • understatement (parabool) (= afgezwakte uitdrukking) President Trump heeft wel wat te besteden!

Slide 18 - Tekstslide

Welk stijlfiguur?
Dit is echt de allerlekkerste soep die ik ooit gegeten heb!
A
eufemisme
B
hyperbool
C
understatement

Slide 19 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?
De verzekeraar ontsloeg drieduizend medewerkers en noemde dit 'herziening organisatiestructuur'.
A
eufemisme
B
hyperbool
C
understatement

Slide 20 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?
Hitler was een stoute jongen.
A
eufemisme
B
hyperbool
C
understatement

Slide 21 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?
Hij blies gisteravond zijn laatste adem uit.
A
eufemisme
B
hyperbool
C
understatement

Slide 22 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?
Wat kun je doen in die paar tellen dat een mensenleven duurt.
A
eufemisme
B
hyperbool
C
understatement

Slide 23 - Quizvraag

Welk stijlfiguur?
Ik heb een eeuw staan wachten.
A
eufemisme
B
hyperbool
C
understatement

Slide 24 - Quizvraag

Lees de situatie hiernaast.
Met welk stijlfiguur heb je in het
antwoord van Michiel te maken?

Slide 25 - Open vraag

Huiswerkopdrachten maken
  • Maak opdracht 1 en 5 op pagina 23-24 van je boek.
  • Je krijgt voor het maken van deze opdrachten de rest van de les de tijd.
  • Je mag zachtjes overleggen.
  • Deze opdrachten zijn huiswerk voor volgende les (woensdag). 

Slide 26 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: woensdag 9 oktober
  • Huiswerk: maken opdr. 1 en 5 (p. 23-24) + leren p. 22 en 24
  • Meenemen: LAPTOP, boek, leesboek, schrift en pen
  • Programma: taalverzorging 6 stijlfiguren deel 2

Slide 27 - Tekstslide