KERN 5 en 6: Stijlfiguren

Welkom klas!

Startklaar maken
  • Spullen: KERN boek, leesboek, map/pennen, laptop
  • Telefoon in ZAKKIE
  • Begin met stil lezen. 
timer
5:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas!

Startklaar maken
  • Spullen: KERN boek, leesboek, map/pennen, laptop
  • Telefoon in ZAKKIE
  • Begin met stil lezen. 
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Binnen = beginnen.
- Begin met lezen in je jeugdboek.
- Boek niet mee? Schrijf woorden KERN 17 over.
- Docent checkt absenties/materialen. 
timer
6:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. Uitleg KERN 5 & 6 (aantekeningen maken)
2. Quiz: test jezelf!
3. Zelfstandig werken.

Slide 3 - Tekstslide

PTO-2 lesstof

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. R: Ik ken bepaalde stijlfiguren. 
  2. T1: Ik kan stijlfiguren herkennen en benoemen in een tekst.

Slide 5 - Tekstslide

Aantekeningen maken

Benodigdheden:
- Schrift of map (Cornell)
- Pennen, markeerstiften. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het?
  • Manier om levendig te schrijven of spreken.
  • Verrassende manier nadruk op wat je wilt zeggen. 
  • Je komt ze o.a. tegen in advertenties, speeches, ..

Slide 7 - Tekstslide

1. Stijlfiguur climax
Een serie van drie (of meer) tekstelementen waarvan de inhoud steeds sterker/groter wordt.


Bijvoorbeeld:

Dat wordt lachen, gieren, brullen.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld

Ze zag de man achter haar en liep wat harder door. Ze keek nog eens achterom en versnelde haar pas. Toen zetten ze het echt op een sprintje.

Slide 9 - Tekstslide

2. Stijlfiguur Paradox
Iets wat een tegenstelling lijkt, maar het toch niet is. 

Voorbeeld: Kalm aan, en rap een beetje!’. 
 ‘kalm’ en ‘rap’ = tegenovergestelde betekenis. 
 Wanneer je iets langer nadenkt en de zin nogmaals leest, dan staat er eigenlijk dat iemand snel rustig moet worden.

Slide 10 - Tekstslide

3. Stijlfiguur retorische vraag
 Een vraag waarbij het niet de bedoeling is dat iemand antwoord geeft.


Bijvoorbeeld:

Docent: "Hoe vaak moet ik nu nog zeggen dat je niet door me heen moet praten?"

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld

Slide 12 - Tekstslide

4. Stijlfiguur sarcasme
Bijtende spot: bedoeld om te kwetsen.


Voorbeeld: 

Docent tegen leerlingen die niets doen in de klas: "Ga vooral zo door, dan haal je je toets wel." 

Slide 13 - Tekstslide

Test jezelf!
>> 4 vragen.
>> Inloggen bij LessonUp. 

Slide 14 - Tekstslide

Leg uit waarom dit een climax is:
Ze zag de man achter haar en liep wat harder door. Ze keek nog eens achterom en versnelde haar pas. Toen zetten ze het echt op een sprintje.

Slide 15 - Open vraag

Uitleg climax.

Ze zag de man achter haar en liep wat harder door. Ze keek nog eens achterom en versnelde haar pas. Toen zetten ze het echt op een sprintje.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit waarom dit een paradox is:
Schrijven is de kunst van het weglaten.

Slide 17 - Open vraag

Uitleg
Schrijven is de kunst van het weglaten.
schrijven = niet weglaten

Slide 18 - Tekstslide

Waarom is dit een retorische vraag?
"Oh! Ben je boos?"

Slide 19 - Open vraag

Wat is sarcastisch aan deze mok?

Slide 20 - Open vraag

Begrippen uit deze les

Climax
Paradox
Retorische vraag
Sarcasme

Slide 21 - Tekstslide

3. Zelfstandig werken
Wat?
Maak het stencil. 
- Kies steeds welk stijlfiguur gebruikt wordt.
- Leg uit waarom dat stijlfiguur gebruikt wordt. 

= Huiswerk volgende les.
Tijd?
Tot einde les. 

Slide 22 - Tekstslide