Argumenteren kun je leren

Argumenteren kun je leren
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Argumenteren kun je leren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betoog
Beschouwing
Uiteenzetting
Opniniëren
Overtuigen
Informeren

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

standpunt
standpunt
argument
argument
dus
want

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feitelijk en waarderend argument

Feitelijk argument:  controleerbaar (waar of niet waar) 
- objectief

Waarderend argument: niet controleerbaar (mening, oordelend) - subjectief




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Taylor Swift is de beste artiest. Ze heeft de meeste nummer 1-noteringen.
A
feitelijk argument
B
niet-feitelijk/waarderend argument

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Taylor Swift is de beste artiest. Haar liedjes zijn het mooist.
A
feitelijk argument
B
waarderend argument

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gisteren lukte het je ook al niet: stop er nou maar mee!
Drugs moeten helemaal gelegaliseerd worden. Dan daalt de criminaliteit. 
Argument + standpunt 
Standpunt + argument 

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een uitspraak of bewering over een bepaald onderwerp
Die onderbouwen het standpunt. Het is het antwoord op de vraag: waarom heb ik deze mening?
Het standpunt en de argumenten waarmee je het standpunt ondersteunt of ontkracht.
Argumenten tegen het standpunt, het ontkracht je standpunt.
Een tegenargument ontkrachten. Zo maai je het gras voor de voeten van de tegenstanders weg.
Standpunt/stelling
Argumenteren
Argumentatie
Tegenargument
Weerlegging

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weerlegging
Tegenargument
Ontkracht het standpunt
Ontkracht het argument

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatiestructuur

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatiestructuur
Argumentatieschema = 
de manier waarop in een tekst of tekstdeel
argumenten met elkaar en met het standpunt samenhangen
geeft de aard van het verband tussen een
standpunt en een argument
enkelvoudig
onderschikkend
nevenschikkend

o.b.v. oorzaak en gevolg
o.b.v. kenmerk of eigenschap
o.b.v. voor- en nadelen
o.b.v. voorbeelden
o.b.v. vergelijking
o.b.v. autoriteit

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

enkelvoudige argumentatie
meervoudige argumentatie
onderschikkende argumentatie
Argumentatie op basis van voor-/nadelen
Argumentatie op basis van autoriteit
Argumentatie op basis van kenmerk

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een drogreden?
A
een subjectief argumentatie
B
het belangrijkste argument in een betoog
C
een objectief argument
D
een fout argument

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Drogreden
Onjuist gebruik van een argumentatieschema of een overtreding van een discussieregel.


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Cirkelredenering
Van een cirkelredenering is sprake wanneer een discussiant een
standpunt onderbouwt door het in andere woorden weer te geven. Als
de discussiant geen andere argumenten geeft, is het tegelijkertijd het
ontduiken van de bewijslast.

Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overhaaste generalisatie
Het argumentatieschema op basis van voorbeelden wordt onjuist
gebruikt als op basis van te weinig en/of niet-representatieve
voorbeelden een standpunt wordt beargumenteerd.

Ook wel de "wet van de kleine aantallen". Je trekt te snel een conclusie. 

'Mijn opa kan echt niets met een mobieltje. Alle bejaarden zijn digibeet.'

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespelen van het publiek
Van het bespelen van publiek is sprake wanneer een discussiant een
beroep doet op de emoties van het publiek om het te winnen voor een
standpunt. 

"Elk normaal persoon weet toch dat..."

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertekenen standpunt
Van het vertekenen van een standpunt is sprake wanneer een
discussiant het standpunt of een argument van een tegenstander onjuist weergeeft of deze een standpunt of argument in de mond legt dat niet is ingenomen

"Dat heb je misschien niet zo slim aangepakt."
"Dus jij zegt dat ik dom ben?"

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke aanval
Van een persoonlijke aanval is sprake wanneer een discussiant niet ingaat op de argumentatie van zijn tegenstander, maar hem
beschuldigt van onkunde, onbetrouwbaarheid of slechte persoonlijke eigenschappen. De discussiant neemt zijn tegenstander daarmee niet serieus als gesprekspartner

'Wat weet jij nou van gezondheid? Je weegt 130 kilo!'

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vals dilemma 
Het argumentatieschema op basis van voor- en nadelen wordt onjuist gebruikt als wordt gesuggereerd of aangenomen dat we moeten kiezen uit twee mogelijkheden met beide even grote nadelige gevolgen, terwijl er nog andere mogelijkheden zijn.

Of je laat je vaccineren of je wordt doodziek


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Van welke drogreden is er in het volgende filmpje sprake?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Van welke drogreden is er in het volgende filmpje sprake?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke drogreden? 

Slide 28 - Tekstslide

bespelen van het publiek: het gaat om effect (grappen, populisme, zielig doen, bespotten)
Bespelen van het publiek

Slide 29 - Tekstslide

bespelen van het publiek: het gaat om effect (grappen, populisme, zielig doen, bespotten)
Van welke drogreden is dit een voorbeeld?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkelredenering
Het standpunt wordt ondersteund door het herhalen van het argument.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies