H04 Inleiding zakelijke correspondentie en schriftelijk communiceren
Welkom bij Business Services
WELKOM BIJ BUSINESS SERVICES
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij Business Services
WELKOM BIJ BUSINESS SERVICES
Slide 1 - Tekstslide
DEZE LES
Je bent op tijd in de les.
Je neemt een eigen device mee naar mijn les.
Je maakt opdrachten en levert deze op tijd in.
Jas uit, pet/muts etc. af.
In het lokaal mag je alleen water drinken, niet eten.
Telefoons op zacht en in je tas (niet in je zak).
Aan het einde van dit hoofdstuk weet je:
Hoe een brief is opgebouwd.
Waar je op moet letten voordat je een brief schrijft.
Waarom je een brief of e-mail schrijft.
Hoofdstuk 04
INLEIDING ZAKELIJKE CORRESPONDENTIE EN SCHRIFTELIJK COMMUNICEREN
Slide 2 - Tekstslide
Kun je uitleggen wat de belangrijkste onderdelen zijn van een zakelijke brief?
Slide 3 - Open vraag
Briefplan
Voordat je een brief schrijft, maak je een plan. Denk hierbij aan:
Voor wie? Wie is de ontvanger van je brief?
Waarom? Wat is het doel van je brief?
Wat? Welke informatie zet je in de brief?
Slide 4 - Tekstslide
Publiek: voor wie schrijf je?
Is het een man of vrouw?
Hoe oud is de persoon?
Welke opleiding heeft diegene gedaan?
Wat voor werk doet diegene?
Weet diegene al iets over het onderwerp?
Waar heeft diegene interesse in?
Slide 5 - Tekstslide
Doel: waarom schrijf je?
Informeren → Iets uitleggen of laten weten.
Adviseren → Een tip of advies geven.
Overtuigen → De lezer ergens van laten overtuigen.
Activeren → De lezer aansporen om iets te doen.
Slide 6 - Tekstslide
Inhoud: wat schrijf je?
Schrijf alles op wat in je opkomt. Dit heet brainstormen. Je kunt jezelf helpen door deze vragen te stellen:
Wie gaat het over?
Wat is het onderwerp?
Wanneer gebeurt het?
Waar speelt het zich af?
Waarom is het belangrijk?
Hoe gebeurt het?
Slide 7 - Tekstslide
Wat is een briefplan?
A
Het plan om andermans geheimen door te brieven.
B
Het voornemen om iemand een brief te schrijven.
C
Het plan om een brief te sturen in plaats van een mail.
D
Het vooraf nadenken over het doel en de inhoud van een brief.
Slide 8 - Quizvraag
Bij de apotheek wordt een formulier gegeven waarop aangegeven staat hoe een bepaald medicijn gebruikt moet worden en wat de bijwerkingen kunnen zijn. Wat is het doel van de apotheker?
A
Activeren
B
Adviseren
C
Informeren
D
Overtuigen
Slide 9 - Quizvraag
Wat is brainstormen?
A
Onderwerpen waarover je schrijft op juiste volgorde zetten.
B
Alles noteren wat er in je gedachten opkomt.
C
Een bouwplan maken voor het schrijven van een brief.
D
Duidelijk onder woorden brengen wat je bedoelt.
Slide 10 - Quizvraag
OPDRACHTEN MAKEN
opdracht 1.01 t/m 1.04 bladzijde 15 t/m 22
Opdrachten maken HOOFDSTUK 04
bladzijde 141 t/m 148
opdracht 4.01 t/m 4.03
Slide 11 - Tekstslide
Bouwplan
Met een bouwplan bepaal je:
Welke informatie in de brief moet staan (selecteren).
Welke informatie bij elkaar hoort (categoriseren).
In welke volgorde je de informatie zet (ordenen).
Slide 12 - Tekstslide
Categoriseren: Inleiding
Hier leg je uit waarom je de brief schrijft en wat het doel is.
Reactie op een brief.
Reactie op een telefoongesprek.
Reactie op een advertentie.
Een brief zonder eerdere contactmomenten.
Slide 13 - Tekstslide
Categoriseren: Kern
Hier staat de belangrijkste informatie.
Chronologisch: Gebeurtenissen in volgorde van tijd.
Opsomming: Punten op een rijtje.
Kenmerken: Verschillende eigenschappen.
Voordelen en nadelen: positieve / negatieve punten.
Slide 14 - Tekstslide
Categoriseren: Slot
Hier staat geen nieuwe informatie.
Voorstel: Een idee of plan.
Verzoek: Een vraag om iets te doen.
Conclusie: Een samenvatting van wat besproken is.
Oproep: Een aanmoediging om iets te doen.
Dankwoord of wens: Een bedankje of een wens.
Mening: Wat je ergens van vindt.
Slide 15 - Tekstslide
Met een bouwplan kan informatie worden geselecteerd, gecategoriseerd en geordend. Wat is het categoriseren van informatie?
A
Bepalen of er voldoende informatie is voor de brief.
B
De onderdelen kiezen die in de brief komen.
C
Bepalen welk onderdeel van de brief waar komt te staan.
D
Verzamelen van informatie voor de brief die geschreven moet worden.
Slide 16 - Quizvraag
Wat is belangrijk bij het selecteren van informatie voor een brief?
A
Dat de informatie altijd op zakelijke wijze gegeven wordt in de brief.
B
Dat de informatie begrijpelijk is voor jezelf als briefschrijver.
C
Dat de informatie spannend of plezierig is om te lezen.
D
Dat de informatie ondersteunend is voor het doel van de brief.
Slide 17 - Quizvraag
Een brief bestaat uit een inleiding, kern en slot. Wat wordt aangegeven in de inleiding?
A
Aanleiding tot het schrijven van de brief en het doel.
B
Doel en uitwerking van een of meer onderwerpen.
C
Doel en uitwerking van een onderwerp.
D
Uitwerking van een of meer onderwerpen en een dankwoord.
Slide 18 - Quizvraag
Welke informatie staat in het slot van een brief?
A
Informatie betreffende onderwerpen die in de inleiding worden genoemd.
B
Informatie die niet nieuw is maar die voortkomt uit informatie van de kern.
C
Informatie die de schrijver vergeten is om in de kern te vermelden.
D
Nieuwe informatie die nog niet in de kern stond.
Slide 19 - Quizvraag
Ik zou graag meer informatie willen ontvangen over de verschillende abonnementen die u aanbiedt. Daarnaast ben ik benieuwd naar de openingstijden en de faciliteiten die beschikbaar zijn.
Bij voorbaat dank voor uw reactie.
Met vriendelijke groet,
Jan Jansen
Geachte heer/mevrouw,
Ik schrijf u deze brief omdat ik geïnteresseerd ben in een lidmaatschap bij uw sportschool.