Brugklas grammatica 7 wwg

timer
10:00
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Je weet het verschil tussen tegenwoordige en verleden tijd.
Je weet wat een persoonsvorm is.
Je weet wat een voltooid deelwoord is.
Je weet wat het hele werkwoord is.
Je weet wat het werkwoordelijk gezegde is.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 22

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 23

Slide 4 - Tekstslide

De kat eet haar brokjes.

Slide 5 - Tekstslide

De kat eet haar brokjes

Slide 6 - Tekstslide

Ontleden in zinsdelen
Het werkwoordelijk gezegde
=
alle werkwoorden in de zin

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
De kat eet haar brokjes.

Mijn opa heeft in Syrië gevochten.

Ik zou hem wel willen uitnodigen.

Slide 8 - Tekstslide

Ontleden in zinsdelen
Het werkwoordelijk gezegde
=
alle werkwoorden in de zin

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het wwg in deze zin:

Mijn moeder wil mij gelukkig zien.
A
wil
B
wil gelukkig zien
C
wil mij zien
D
wil zien

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het wwg in deze zin:

Je zult mij toch echt moeten helpen.
A
zult helpen
B
zult mij helpen
C
zult moeten helpen
D
zult moeten

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het wwg in deze zin:

Ze wil morgen op het bal kunnen dansen
in haar jurk.
A
wil kunnen dansen
B
wil dansen
C
wil morgen kunnen dansen
D
wil dansen in haar jurk

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het wwg in deze zin:

Wij mochten komen kijken naar haar dans.

Slide 13 - Open vraag

Wat is het wwg in deze zin:

Had jij nog een toetje willen bestellen?

Slide 14 - Open vraag

Wat is het wwg in deze zin:

Ik wil me straks omkleden.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het wwg in deze zin:

Onze kat had een muis gevangen.

Slide 16 - Open vraag

Wat is het wwg in deze zin:

Mijn vader zal zich eerst nog moeten scheren.

Slide 17 - Open vraag

Wat is het wwg in deze zin:

Had jij mijn mail ontvangen?

Slide 18 - Open vraag

Wat is het wwg in deze zin:

Jij moet je boek nog kaften.

Slide 19 - Open vraag

Ik weet wat het werkwoordelijk gezegde is.
Ja, zeker!
Ongeveer
Nee

Slide 20 - Poll

Ik kan het wwg aanwijzen in een zin.
Dat kan ik!
Soms wel,soms niet
Nee, dat kan ik niet.

Slide 21 - Poll

Ik ben tevreden over mijn inzet deze les.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll