502

Pak je
spullen
Wat we deze les doen:

Vorige les herhalen en opdrachten bespreken

Uitleg 5.1
Straling detecteren
+ Opdrachten
-----Pauze-------

Start 5.1:
- 2 kenmerken van atoomsoorten
- Hoe ontstaat kernstraling?

Afsluitend werkblad
15 min



20 min
5 min
10 min


15 min


20 min















Top 2 manieren om straling te detecteren
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 54 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Pak je
spullen
Wat we deze les doen:

Vorige les herhalen en opdrachten bespreken

Uitleg 5.1
Straling detecteren
+ Opdrachten
-----Pauze-------

Start 5.1:
- 2 kenmerken van atoomsoorten
- Hoe ontstaat kernstraling?

Afsluitend werkblad
15 min



20 min
5 min
10 min


15 min


20 min















Top 2 manieren om straling te detecteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           Planning
week 9
4.1
week 10
4.2
week 11
4.3
week 12
4.4
week 13
5.1/5.2
week 14
5.2
week 15
5.3
week 16
5.4
week 17 
meivakantie
week 18
meivakantie
week 19
H4 en H5 samenvatten en oefenen
week 20
Oefententamens
week 21
Tentamenweek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuw hoofdstuk
                      5. Straling.
✅ 🧠 Veel weten 
✅ 🧾 Veel feitjes
✅ 💬 Veel uitleg 
✅ 📖 Goed lezen 
✅ 📝 Maak aantekeningen
🚫 🧮 Niet zo veel rekenen

(het boek is goed)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten straling

Soorten bronnen
Soorten blootstelling

Belangrijkste eigenschappen
Soorten medische toepassingen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee soorten straling
Elektromagnetisch straling

Bestaat uit pakketjes energie die fotonen heten
Radioactieve straling
(kernstraling)

Bestaat uit deeltjes.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee belangrijkste kenmerken
Doordringend vermogen


Hoe makkelijker de straling ergens doorheen geen gaat.
Ioniserend vermogen



Hoe makkelijker het een elektron van een atoom af stoot.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee soorten bronnen
Natuurlijke bronnen
Kunstmatige bronnen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee soorten blootstelling
Besmetting





De bron komt in je lijf.
Bestraling





De bron blijft buiten je.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee soorten medische toepassing
Diagnostisch




Om informatie te krijgen
Therapeutisch 




Om iemand beter te maken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee manieren van detecteren
Nevelvat


Geiger-muller teller 
(GM teller)

Slide 16 - Tekstslide

https://www.youtube.com/shorts/Q-Exw0Uvsmw

Slide 17 - Tekstslide

https://youtube.com/shorts/Q-Exw0Uvsmw?si=6acEI1qZSNeZLsTn

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Meten aan kernverval
Een stralingsmeter, ook wel 
geiger-müller teller, of gm-teller, 
vangt straling op een geeft
een piepje als het iets heeft
opgevangen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redenen waarom gm-tellers niet erg nauwkeurig zijn:
1) Weet niet of het alpha, beta of gamma straling heeft gedetecteerd.
2) Meet ook straling uit het
heelal en uit de muren van 
je huis.
3) Straling gaat alle kanten op,
niet alleen naar de meter.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redenen waarom we gm-tellers toch gebruiken.


1) We hebben geen 
andere goedkope optie.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze
Na de pauze:

timer
10:00
☢️3 Soorten straling☢️ 
en hoe ze ontstaan
⚛️2 Kenmerken van atoomsoorten ⚛️
en wat ze betekenen

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat kernstraling?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lang geleden....
Een atoom is het kleinste wat er bestaat
600 voor Christus

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slimme mensen in zwart-wit
Marie en Pierre Curie
Mendelejev
Kleiner dan een atoom bestaat wel!
rond 1900

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet een atoom eruit?

Elektronen (-) aan de buitenkant


Protonen (+) en neutronen in de kern

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groot is een beetje onhandig...
Hoe kan je dit handig opschrijven?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je dat op?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerk 1: atoomnummer
Alle elementen krijgen een atoomnummer
gelijk aan het aantal protonen in de kern.


Waterstof (H), één proton, atoomnummer 1.
Helium (He), twee protonen, atoomnummer 2.
Lithium (Li), drie protonen, atoomnummer 3.
... enz.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerk 2: massagetal
Alle atomen krijgen een massagetal, wat aangeeft hoeveel deeltjes er totaal in de kern zitten.      protonen + neutronen
BiNaS 25A
Isotopen:
Atomen met hetzelfde atoomnummer (dus het zelfde aantal protonen), maar een ander massagetal.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(Atoom)massagetal
Aantal protonen + aantal neutronen = (atoom)massagetal
atoom-nummer
symbool
massagetal
1
H
1
2
3
BiNaS 25A
Isotopen:
Atomen met hetzelfde atoomnummer, maar een ander massagetal.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je dat op?
Atoomnummer = aantal protonen
Massagetal = protonen + neutronen
Symbool

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je dat op?
Atoomnummer = aantal protonen
Massagetal = protonen + neutronen
Symbool
X
A
Z

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je dat op?
Atoomnummer = aantal protonen
Massagetal = protonen + neutronen
Symbool
X
A
Z

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je dat op?
Atoomnummer = aantal protonen
Massagetal = protonen + neutronen
Symbool
X
A
Z
Aantal neutronen (N)
= massagetal (A) - aantal protonen (Z)

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



      verval geeft een      He deeltje

       verval geeft een      e deeltje

Bij alle soorten verval kan ook gamma-straling ontstaan: 
α
β
Soorten straling
4
2
0
-1
0
0
γ
H
3
1
BiNaS 25A

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



      verval geeft een      He deeltje

       verval geeft een      e deeltje

Bij alle soorten verval kan ook gamma-straling ontstaan: 



A is het massagetal. Aantal neutronen + protonen in de kern.

Z is het atoomnummer. Aantal
protonen in de kern. Dit bepaalt de atoomsoort.

X is het symbool van de atoomsoort.
α
β
Soorten straling
4
2
0
-1
0
0
γ
X
A
Z
BiNaS 25A

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende isotopen
Sommige isotopen zijn stabiel.
Sommige isotopen zijn instabiel.
Radioactief verval

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alfaverval
De kern valt uiteen in een 
kleinere kern en een helium kern.
Deze helium kern noemen we dan 
het alfa deeltje.

Alfa-deeltje: 


He
4
2

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alfaverval
De kern valt uiteen in een 
kleinere kern en een helium kern.
Deze helium kern noemen we dan 
het alfa deeltje.

Alfa-deeltje: 


He
4
2
Moederkern
Dochterkern

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betaverval
De kern valt uiteen in een 
kleine kern en een 
beta-deeltje.

Beta-deeltje:
                       
                 
e
0
-1

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betaverval
De kern valt uiteen in een 
kleine kern en een 
beta-deeltje.

Beta-deeltje:
                       
                      of: 
e
0
-1
e
0
+1

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betaverval
De kern valt uiteen in een 
kleine kern en een 
beta-deeltje.

Beta-deeltje:

                     of:  
e
0
-1
Moederkern
Dochterkern
e
0
+1

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gamma-straling
Gamma-straling zijn pakketjes 
energie, niet een deeltje. Meestal 
als bijproduct.
Gamma-straling zet je wel in de 
vervalvergelijking.

Gamma-straling: 

0
0
γ

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie soorten verval
      - straling                             - straling                                   - straling
α
β
γ
0
0
He
γ
4
2
0
-1
e   of
0
+1
e  

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie soorten verval
      - straling                             - straling                                   - straling
α
β
γ
0
0
He
γ
4
2
0
-1
e

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat blijft erover na radioactief verval?
Het verval van Uranium-238:


Het verval van Boor-12:

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat blijft erover na radioactief verval?
Het verval van Stikstof-16:


Het verval van Samarium-147:

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting

Sommige isotopen vallen uit elkaar. Dan ontstaat er radioactieve straling. Hier kan je een soort reactievergelijking van schrijven die een vervalvergelijking heet. 

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Opdracht 
11
Opdracht 12
Opdracht 15
timer
1:00

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Opdracht 
16
Opdracht 19
Opdracht 22
timer
1:00

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies