Samenvatting H1 + H2

Samenvatting 
Commercieel beleid 2
Hoofdstuk 1 + 2
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Commercieel 2MBOStudiejaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Samenvatting 
Commercieel beleid 2
Hoofdstuk 1 + 2

Slide 1 - Tekstslide

Plaats
Personeel
Product
Presentatie
Promotie
Prijs
Alle activiteiten om de verkoop te bevorderen
Inrichten en aankleding van de winkel
Het marketinginstrument dat de winkel een gezicht geeft
Heel flexibel, je kan het makkelijk aanpassen
Het hele assortiment en het daarbij horende assortimentsbeslissingen
Het minst flexibele marketinginstrument van de marketingmix

Slide 2 - Sleepvraag

Slide 3 - Tekstslide

Een retailer biedt de consument de keuze tussen verschillende verkoopkanalen. Het ene kanaal weet niet wat het andere doet. Hierdoor kunnen bijvoorbeeld de prijzen in de winkel anders zijn dan online.
A
Monochannel
B
Multichannel
C
Crosschannel
D
Omnichannel

Slide 4 - Quizvraag

Een retailer gebruikt twee verkoopkanalen, hij heeft een webshop en een fysieke winkel. Deze twee verkoopkanalen zijn op elkaar afgestemd, waardoor de consument zich in de winkel kan oriënteren en het vervolgens via de webshop kan kopen.
A
Monochannel
B
Multichannel
C
Crosschannel
D
Omnichannel

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

E-business
E-commerce
E-tailing
Online-marketing
Marketing die via de digitale weg verloopt
Inkopen en verkopen via internet door producenten of groothandels
Alle manieren van zakendoen via internet
Inkopen en verkopen van producten via internet door retailers aan consumenten

Slide 7 - Sleepvraag

Wat zijn nadelen van e-commerce voor de ondernemer retail?
A
Consumenten kunnen 24 uur per dag online winkelen
B
Hij moet zich veel bezighouden met logistiek.
C
Hij zich veel bezighouden met ict.
D
De servicedesk moet altijd en goed bereikbaar zijn.

Slide 8 - Quizvraag

Dropshipping is het verkopen via een website of webwinkel van producten..
A
Waarbij alle taken na het bestellen door een andere bedrijf worden uitgevoerd.
B
die iemand anders op voorraad heeft.

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

B2B-marketing noem je ook wel..
A
Consumentenmarketing
B
Detaillistenmarketing
C
Trademarketing

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Alle taken na het moment van bestellen in de webwinkel door een ander bedrijf laten uitvoeren (dus voorraadbeheer, levering, betaling en facturatie), noem je..
A
Backoffice
B
Frontoffice
C
Dropshipping
D
Fullfillment

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een winkelformule?
A
De manier waarop een winkel of winkelketen zijn producten aanbiedt aan de klant.
B
Alle activiteiten die als doel hebben winst te verwerven door in de wensen en behoeften van de doelgroep te voorzien

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Uit welke onderdelen bestaat de winkelformule?

Slide 17 - Open vraag

Zet de fasen van de productlevenscyclus in juiste volgorde.
1: Groeifase
2: Introductiefase
3: Volwassenheidsfase
4: Neergangsfase
A
B
1-2-3-4
C
2-1-3-4
D
2-1-4-3

Slide 18 - Quizvraag

In welke fase van de productlevenscyclus is de afzet het hoogst?
A
Introductiefase
B
Groeifase
C
Volwassenheidsfase
D
Neergangfase

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat bereken je als je uitrekent hoeveel procent van de potentiële klanten ook daadwerkelijk jouw product koopt?
A
Saneren
B
Kannibalisatie
C
Penetratiegraad
D

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Nieuw in het assortiment
Vlees van de slager
Kaasrasp bij de kaaswinkel
Afgeprijsde kerstversiering
Uitloopassortiment
Proefassortiment
Randassortiment
Kernassortiment

Slide 24 - Sleepvraag

Bij trading up voeg je nieuwe, goedkopere productvariëteiten toe.
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Wat houdt kannibalisatie in?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

De aard en mate samenhang van het assortiment noem je ook wel..
A
artikelvariëteit
B
consistentie
C
assortimentsbeleid
D
kernassortiment

Slide 29 - Quizvraag


Het aantal varianten binnen een groep noem je de [...] van het assortiment.
A
hoogte
B
diepte
C
breedte
D
lengte

Slide 30 - Quizvraag

Als je het aantal artikelen dat een winkel in voorraad heeft aanpast, dan verander je de [...] van het assortiment.
A
diepte
B
hoogte
C
breedte
D
lengte

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Tekstslide

Productieverwantschap
Consumptieverwantschap
Koopverwantschap
brood en koffie
brood en gebak
brood en beleg

Slide 33 - Sleepvraag

Complementaire artikelen en substitutieartikelen zijn een vorm van ...
A
Consumptieverwantschap
B
Koopverwantschap
C
Productieverwantschap

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Hoofdstuk 3
- Zonder prijs geen omzet.
- Prijs is zeer flexibel.
- Prijs is een belangrijk concurrentiemiddel.
- Prijs bepalen op basis van externe én interne invloeden.
- Prijs bepalen op basis van moment.
- Prijs en vraag hangen samen.
- Wetgeving rondom prijs van belang!

Slide 36 - Tekstslide

Functies van prijs
Ruilwaarde. In ruil voor geld krijg je het product
Inkomsten. Het zijn de inkomsten voor de detaillist
Vergelijken. Als consument kun je op prijs  vergelijken

Slide 37 - Tekstslide

Actief/passief prijsbeleid
  • Doelen prijsbeleid
  • Actief/passief prijsbeleid
  • Actief: Als je zelf de prijs 
bepaalt 
  • passief: je volgt met je prijs.

Slide 38 - Tekstslide

Prijsstrategie
Na het prijsbeleid komt de prijsstrategie
  • kostengericht (adhv de inkoopprijs +)
  • Concurrentiegericht (adhv prijzen van de concurrrent
  • Consumentgericht (wat wil de cons. betalen)
  • Assortiment gericht (geeft een logische opbouw in het assortiment)
  • Introductiegericht (afroom hoge, penetratie lage prijzen)

Slide 39 - Tekstslide

Prijsstrategieën. Later in het hoofdstuk gaan we hier dieper op in.

Slide 40 - Tekstslide

Maken
Wat
Opdracht 2 t/m 5 
Hulpmiddel
theorieboek blz. 76 t/m 82
tijd
20 minuten
Klaar
pennen neer.

Slide 41 - Tekstslide