In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Thema 4
Economie & Ondernemen
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent representatief uitzien?
A
schoon uitzien
B
Netjes en verzorgd uitzien en een goed indruk achterlaten bij de bedrijf
C
netjes spreken met de reseptionist
Slide 2 - Quizvraag
Een receptionist is de visitekaartje van een bedrijf wat wordt hiermee bedoelt?
Slide 3 - Open vraag
met welke manier kunnen klanten met berijven communiceren?
A
mail, telefoon, sociale media
B
reclame
C
insta, facebook
D
televisie
Slide 4 - Quizvraag
non-verbale communicatie vind met woorden plaats?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Je ontvangt een mail van een klasgenoot. Er zijn echter woorden weggevallen waardoor je niet goed begrijpt wat er in de mail staat.
A
Interne ruis
B
Externe ruis
Slide 6 - Quizvraag
Je hebt een stagegesprek. Er moeten een aantal belangrijke zaken besproken worden. Tijdens het gesprek gaat het brandalarm af.
A
Interne ruis
B
Externe ruis
Slide 7 - Quizvraag
Je moet een werkstuk inleveren. De docent heeft gevraagd om dit werkstuk via de mail in te leveren. Net op het moment dat je het gaat inleveren, heb je geen internetverbinding
A
Interne ruis
B
Externe ruis
Slide 8 - Quizvraag
Je bent niet tevreden over je ontvangen bestelling. Je neemt telefonisch contact op met het bedrijf. Je krijgt een medewerker aan de telefoon die niet goed de Nederlandse taal spreekt. Het gesprek verloopt moeizaam.
A
Interne ruis
B
Externe ruis
Slide 9 - Quizvraag
DHL bezorgt een pakket. Het bedrijf beeft nieuwe kantoorartikelen besteld. Dit is een voorbeeld van:
A
Inkomende post
B
Uitgaande post
C
Interne post
Slide 10 - Quizvraag
Alle medewerkers ontvangen in de mail een notitie: het bedrijf is komende vrijdag gesloten. In de notitie wordt verzocht om alle werkplekken netjes achter te laten. Dit is een voorbeeld van:
A
Inkomende post
B
Uitgaande post
C
Interne post
Slide 11 - Quizvraag
Post.Nl haalt de zakelijke post van het bedrijf op. De post is klaar voor verzending. Dit is een voorbeeld van:
A
Inkomende post
B
Uitgaande post
C
Interne post
Slide 12 - Quizvraag
De receptioniste stuurt via de mail een uitnodiging naar alle afdelingen voor de nieuwjaarsreceptie. Dit is een voorbeeld van:
A
Inkomende post
B
Uitgaande post
C
Interne post
Slide 13 - Quizvraag
Zet in alfabetische volgorde: - Fam. Kraay - Dhr. M. Lemmens - Fam. De Jong - Dhr. C. Lemmens
A
Fam. Kraay
Fam. De Jong
Dhr. M. Lemmens
Dhr. C. Lemmens
B
Fam. De Jong
Fam. Kraay
Dhr. M. Lemmens
Dhr. C. Lemmens
C
Dhr. C. Lemmens
Dhr. M. Lemmens
Fam. De Jong
Fam. Kraay
D
Fam. De Jong
Fam. Kraay
Dhr. C. Lemmens
Dhr. M. Lemmens
Slide 14 - Quizvraag
Zet in alfabetische volgorde
- Mevr. I. Van Sonn - Dhr. F. Smeedts - Mevr. Y. Zegveldt - Mevr. C. Smiths
A
Dhr. F. Smeedts
Mevr. I. Van Sonn
Mevr. Y. Zegveldt
Mevr. C. Smiths
B
Mevr. I. Van Sonn
Dhr. F. Smeedts
Mevr. C. Smiths
Mevr. Y. Zegveldt
C
Dhr. F. Smeedts
Mevr. C. Smiths
Mevr. I. Van Sonn
Mevr. Y. Zegveldt
D
Dhr. F. Smeedts
Mevr. I. Van Sonn
Mevr. C. Smiths
Mevr. Y. Zegveldt
Slide 15 - Quizvraag
Spel je eigen voornaam met de Nederlandse telefoonalfabet.
Slide 16 - Open vraag
De communicatie tussen mensen verloopt volgens een communicatiemodel. Wat is de juiste volgorde van dit communicatiemodel?
A
Boodschap-> Zender -> Kanaal -> Ontvanger.
B
Zender ->Boodschap-> Kanaal >Ontvanger.
C
Zender ->Kanaal -> Boodschap->Ontvanger
D
Boodschap->Zender->Kanaal ->Ontvanger
Slide 17 - Quizvraag
Het poststuk wordt persoonlijk overhandigd nadat de ontvanger voor het poststuk heeft getekend. De verzender betaalt de portokosten.
A
Aangetekend verzenden
B
Antwoordnummer
C
Onder rembours verzenden
D
Priority verzenden
Slide 18 - Quizvraag
Het poststuk wordt persoonlijk overhandigd. De ontvanger moet voor de inhoud van het poststuk betalen en tekenen voordat het poststuk wordt overhandigd.
A
Aangetekend verzenden
B
Antwoordnummer
C
Onder rembours verzenden
D
Priority verzenden
Slide 19 - Quizvraag
De poststukken worden gratis verstuurd. De geadresseerde betaalt voor de poststukken.
A
Aangetekend verzenden
B
Antwoordnummer
C
Onder rembours verzenden
D
Priority verzenden
Slide 20 - Quizvraag
Internationale poststukken die met voorrang de grens over mogen en worden verstuurd.
A
Aangetekend verzenden
B
Antwoordnummer
C
Onder rembours verzenden
D
Priority verzenden
Slide 21 - Quizvraag
Frankeren = Betalen van de portokosten (verzendkosten). Dat betekent dat poststukken worden voorzien van postzegels, frankeerstempels