Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord vertelt iets over een zelfstandig naamwoord. Je zegt: Wat een
gezellige klas! Dan zegt het bijvoeglijk naamwoord ‘gezellige’ iets over het zelfstandig naamwoord ‘klas’.
- een bijvoeglijk naamwoord staat meestal vóór het zelfstandig naamwoord:
een mooie film, nieuwe en grote huizen - soms staat het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord:
De film is mooi. De huizen zijn nieuw en groot. - vaak heeft een bijvoeglijk naamwoord een vorm zonder en een vorm met ‘e’:
zwak → zwakke, mooi → mooie - van werkwoorden kun je ook bijvoeglijke naamwoorden maken. Deze schrijf je dan zo kort mogelijk:
de vergrote afbeelding, de te maken toets.
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord zegt van welk materiaal iets gemaakt is:
een zilveren oorbel, een plastic emmer