Les Duits 3TL 12-01

dinsdag 12 januari
- absenties
- terugblik vorige les + check huiswerk (dus pak je WB er vast bij)
- je vult je gewone eigen naam in bij Lessonup!
- formatieve check grammatica
- leesvaardigheid trainen
- kijk-/luistervaardigheid trainen
- terugkoppelen: wat heb je geleerd? Zijn er nog vragen?
- volgende week: toetsweek => toets Kapitel 2 => Leerstof staat in Learnbeat



1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

dinsdag 12 januari
- absenties
- terugblik vorige les + check huiswerk (dus pak je WB er vast bij)
- je vult je gewone eigen naam in bij Lessonup!
- formatieve check grammatica
- leesvaardigheid trainen
- kijk-/luistervaardigheid trainen
- terugkoppelen: wat heb je geleerd? Zijn er nog vragen?
- volgende week: toetsweek => toets Kapitel 2 => Leerstof staat in Learnbeat



Slide 1 - Tekstslide

Formatieve evaluatie
- Je krijgt een aantal vragen over de grammatica en kies dan het juiste antwoord.
- Bij de open vragen moet je zelf een antwoord geven. Niks invullen is geen optie.

Slide 2 - Tekstslide

1. Wat betekent het woord 'denn'?
A
dus
B
want
C
maar
D
omdat

Slide 3 - Quizvraag

2. Wat betekent het woord "weil"?
A
want
B
dus
C
omdat
D
maar

Slide 4 - Quizvraag

3. Welk woord moet op de puntjes komen?

Ich bin böse, .... ich nicht
in die Schule darf.
A
denn
B
weil
C
also
D
aber

Slide 5 - Quizvraag

4. Maak van deze 2 zinnen 1 zin met "denn" of "weil" ertussen
en let op de zinsvolgorde.

Ich bin zu spät. Ich musste zum Arzt.
(ik ben te laat. ik moest naar de dokter)

Slide 6 - Open vraag

5. Maak van deze 2 zinnen 1 zin met "denn" of "weil" ertussen
en let op de zinsvolgorde.

Ich rufe dich heute an. Ich habe ein neues Handy.
(ik bel je op. ik heb een nieuwe mobiel)

Slide 7 - Open vraag

6. Tijdsaanduidingen - wat moet op de ... ?

... Winter gibt es manchmal Schnee.
A
Am
B
Um
C
Im

Slide 8 - Quizvraag

7. Tijdsaanduidingen - wat moet op de ... ?

Ich habe ... 13.00 Uhr eine Pause.
A
am
B
um
C
im
D
von

Slide 9 - Quizvraag

8. Tijdsaanduidingen - wat moet op de ... ?

Wir haben ... Dienstag den 3. und 4. Stunde Deutsch
A
auf
B
am
C
im
D
um

Slide 10 - Quizvraag

9. Tijdsaanduidingen - wat moet op de ... ?

Ich fahre jeden Ferien ... Deutschland.
A
zu
B
nach
C
in

Slide 11 - Quizvraag

10. Tijdsaanduidingen - wat moet op de ... ?

Wir hatten ... Dezember und Januar Weihnachtsferien.
A
am
B
um
C
im
D
von

Slide 12 - Quizvraag

Heb je het begrepen?
Als je het gebruik van im, am, um enz. niet snapt, kijk dan nog een keer naar het uitleg filmpje:
https://www.youtube.com/watch?v=vCfONoOcqj0&feature=youtu.be

Als je het wel snapt, kun je door naar de volgende dia.

Slide 13 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Je krijgt 5 alinea's te lezen en bij elke alinea volgt er een vraag

Lees de alinea en beantwoord de bijbehorende vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

1. Das erste Wort in Absatz 1 lautet „Jetzt“.
Welcher Moment stimmt inhaltlich mit „Jetzt“ überein?
(Einleitung und Absatz 1)
A
wenn die Schulzeit vorbei ist
B
wenn ein fester Job gefunden wurde
C
wenn genug Geld vorhanden ist

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

2. Welche Übereinstimmung gibt es
zwischen Yana und Maxim? (Absatz 2)
A
Beide arbeiten in der Modewelt.
B
Beide haben ein Praktikum in London gemacht.
C
Beide kamen nach England, um Englisch zu lernen.
D
Beide träumen davon Model zu werden.

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

3. Welche Aussage über Anna-Laura
stimmt mit Absatz 3 überein?
A
Sie ist ein bekanntes Model aus Österreich.
B
Sie organisiert eine große Modenschau.
C
Sie teilt im Netz ihre Meinung in Modesachen.
D
Sie will ein Modegeschäft in London eröffnen.

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

„Sie (Yana) nennt dies die beste Entscheidung ihres Lebens.“ (Absatz 4)
Um welche Entscheidung geht es dabei?
A
die große Freiheit zu suchen
B
ein Auslandspraktikum zu machen
C
einen Englischkurs zu besuchen
D
internationale Freundschaften zu schließen

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

“Die neue … Alltag geworden.” (laatste zin van alinea 4)
Wat wordt daarmee bedoeld? Beantwoord deze vraag in het Nederlands.

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Welches Wort passt inhaltlich
in die Lücke in Absatz 5?
A
darum
B
keine
C
nur

Slide 26 - Quizvraag

Einde van het onderdeel leesvaardigheid.



We gaan nu verder met kijk- en luistervaardigheid

Slide 27 - Tekstslide

Kijk- en Luistervaardigheid
> Je gaat kijken naar een Logo uitzending. 
> In de volgende dia kun je op de uitzending klikken.
> Op de dia's daarna worden vragen gesteld.
> Boven aan elke vraag staan de minuten weergegeven die je moet kijken om de vraag te kunnen beantwoorden.
> Succes!

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Logosendung bekijk: 0:00 tot 02:24

1. Welke Corona-maatregelen worden er genoemd? noem 3 dingen:

Slide 30 - Open vraag

Logosendung bekijk: 02:24 - 04:45

2. Welk positief effect heeft Corona op de CO2-uitstoot?
Noem 3 voorbeelden

Slide 31 - Open vraag

Logosendung bekijk: 04:45 - 06:06

3. Wat is het alternatief voor skiën?

Slide 32 - Open vraag

Logosendung bekijk: 06:06 - 06:45

4. Hoe noem je die prachtige gekleurde wolken?

Slide 33 - Open vraag

Logosendung bekijk: 06:45 - 09:41

4. Hoe lang slaapt deze zeilprof en wat gebeurt er tijdens het slapen met de boot?

Slide 34 - Open vraag

Einde van het Kijk- Luisteronderdeel
Vul nu de volgende 3 slides met vragen in als afsluiting van deze les.

Slide 35 - Tekstslide

Benoem drie dingen die je geleerd hebt deze les.

Slide 36 - Open vraag

Benoem twee dingen die je nog wilt leren (of die je interessant vond).

Slide 37 - Open vraag

Benoem één vraag die je de volgende keer beantwoord wilt hebben.

Slide 38 - Open vraag

Dit was de les van vandaag! 
Tot volgende week!

Slide 39 - Tekstslide