Bekijk de zin: Deze rugzak vind ik veel handiger dan dat koffertje.
In deze zin zijn Deze en dat aanwijzende voornaamwoorden.
Slide 13 - Tekstslide
Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord (aanw.vnw) wijst meestal een mens, een dier of een ding aan: deze jongen, dat varken, die jurk. Dit zijn de aanwijzende voornaamwoorden:
Een aanwijzend voornaamwoord kan voor een zelfstandig naamwoord staan, maar het kan ook alleen staan. In dat geval kun je het zelfstandig naamwoord er soms achter denken:
Joran kreeg een horloge voor zijn verjaardag en hij vond dat (horloge) het mooiste cadeau.
Slide 15 - Tekstslide
Aanwijzend voornaamwoord
Een aanwijzend voornaamwoord kan ook terugwijzen naar een hele zin:
Mijn broer draait altijd keiharde muziek op zijn kamer. Ik vind dat (mijn broer altijd keiharde muziek op zijn kamer draait) erg storend.
Slide 16 - Tekstslide
Vragend voornaamwoord
In deze zinnen zijn Welke en Wat vragende voornaamwoorden. Er zijn er vier: wie, wat, welk(e), wat voor (een). Een vragend voornaamwoord (vr.vnw) staat aan het begin van een vraag of aan het begin van een zin die gemaakt is van een vraag.
Slide 17 - Tekstslide
Vragend voornaamwoord
Wie gaat er mee naar de film? Boy vraagt aan zijn vrienden wie er meegaat naar de film.
Wat heb je vandaag gedaan? Rex informeert bij Roos wat zij vandaag gedaan heeft.
Slide 18 - Tekstslide
apps.noordhoff.nl
Slide 19 - Link
Zelfstandig werken
Je maakt:Cursus 5 Grammatica
TH: $3 Voegwoord herkennen, blz. 202
Je maakt opdracht 1 t/m 5.
Klaar? $5 Persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord, blz. 206
HA: $4 Aanwijzend en vragend voornaamwoord
A: $6 Aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord
Je maakt opdracht 1 t/m 4, blz. 212
Klaar? $2 WS herhaling leerjaar 1 (alleen online)
timer
30:00
Slide 20 - Tekstslide
Evaluatie
*Welke aanwijzende voornaamwoorden heb je geleerd?