1E - Les 1 Schrijfvaardigheid




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


Mevrouw Duinhouwer
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les




WELKOM BIJ HET VAK NEDERLANDS!
 


Mevrouw Duinhouwer

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  • Afspraken en verwachtingen (herhaling)
  • Aanmelden bij Learnbeat (de link staat in SOM)
  • Aanmelden bij Lessonup en quizje doen (de link staat in SOM)
  • Uitleg boeken lezen 

  • Eerste les: Schrijfvaardigheid





 






Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraken en verwachtingen
Als ik uitleg en instructie geef: 
- Teken:
 
- Laptop dicht 
- Ben je stil en luister je naar de uitleg
Als je een vraag hebt, steek je je vinger op (na de uitleg en instructie)
Als iemand aan het woord is, luister je naar elkaar 
Zelfstandig werken: 
- Als de zandloper op het digibord staat, werk je stil en zelfstandig 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma
Periode 1 Schrijfvaardigheid
Grammaticales op vrijdag
Elke les meenemen 
(woensdag en vrijdag)
- Lesboek KERN
- Schrift
- Leesboek

Op vrijdag:
- Schrift Grammatica

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lezen
Elke vrijdag lezen we in de les.
Maar zorg dat je elke les je leesboek bij je hebt.

Zoek een boek uit die je interessant, leuk, boeiend
of spannend lijkt. 
Minimaal niveau 2, leeftijd 12 - 15 jaar.

Leeslijst inleveren via SOM!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanmelden bij Lessonup
https://LessonUp.app/invite/group/oplcc




Gebruik je eigen naam: voor- en achternaam!!
Gebruik je e-mailadres van school

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lessonup
Vul je eigen naam in!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Emojis
Quiz

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk spreekwoord wordt 
hier bedoeld?

Slide 9 - Woordweb

Na regen komt zonneschijn.
Welke Nederlandse zangeres wordt hier bedoeld?

Slide 10 - Woordweb

Maan.
Welk spreekwoord wordt 
hier bedoeld?

Slide 11 - Woordweb

Als de kat van huis is, dansen de muizen (op tafel).
als er geen toezicht is, doet men waar men zin in heeft.
Welk spreekwoord wordt 
hier bedoeld?

Slide 12 - Woordweb

Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.

het niet uitmaakt waar iemand is geweest, omdat thuis toch altijd de beste plek is.
Welke Nederlandse zanger/ rapper wordt hier bedoeld?

Slide 13 - Woordweb

Snelle.
Welk spreekwoord wordt 
hier bedoeld?

Slide 14 - Woordweb

Liever één vogel in de hand, dan tien in de lucht. 

liever een beetje dan helemaal niets 
Welk spreekwoord wordt 
hier bedoeld?

Slide 15 - Woordweb

De appel valt niet ver van de boom. 
kinderen, wat betreft het karakter, op de ouders lijken
Schrijfvaardigheid
  • Geschiedenis van de geschreven taal 
  • Passieve en actieve zinnen
  • Tangconstructie

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hebben alle vogels een nest gebouwd, behalve wij?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actieve en passieve zinnen
In een actieve zin is het onderwerp actief en voert zij of hij iets uit of is zij of hij iets.  De minister opende de tentoonstelling.

In een passieve zin doet het onderwerp niets. Het wordt door iemand gedaan. Vaak is de persoonsvorm een vorm van 'worden' of 'zijn'. De tentoonstelling werd door de minister geopend. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

´De brief wordt door de secretaresse getypt' is een voorbeeld van een
A
actieve zin
B
passieve zin

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin ´De brief wordt door de secretaresse getypt' actief.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tangconstructie
Er is in een zin sprake van een tangconstructie als woorden die bij elkaar horen worden gescheiden door een lange uitleg. Ze omsluiten dan de rest van de zin, als een soort tang. 
In de Brusselse dierentuin wordt de om zijn knuffelbare uiterlijk en vertederende gromgeluiden zo populaire reuzenpanda gewassen.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tangconstructie
Welke woorden maken onderstaande zin lastig leesbaar?

In de Brusselse dierentuin wordt de om zijn knuffelbare uiterlijk en vertederende gromgeluiden zo populaire reuzenpanda gewassen.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tangconstructie
Welke woorden maken onderstaande zin lastig leesbaar?

In de Brusselse dierentuin wordt de om zijn knuffelbare uiterlijk en vertederende gromgeluiden zo populaire reuzenpanda gewassen.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tangconstructie
Hoe kunnen we deze tangconstructie oplossen?

In de Brusselse dierentuin wordt de om zijn knuffelbare uiterlijk en vertederende gromgeluiden zo populaire reuzenpanda gewassen.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tangconstructie
Door de zin in stukken op te breken kun je de tangconstructie vaak oplossen. 

In de Brusselse dierentuin wordt de panda gewassen. Het dier is zeer populair vanwege zijn knuffelbare uiterlijk en vertederende gromgeluiden.


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informatie in een zin
Prop niet te veel informatie in een zin. Maak je bijzin(nen) niet te lang. Gebruik dan meerdere, korte zinnen.
Dus niet: Mijn broer, die erg van gamen houdt, kocht het spel waar hij wekenlang voor had gespaard. (16 woorden)
Maar: Mijn broer houdt erg van gamen. Hij kocht het spel waar hij wekenlang voor had gespaard. (10 woorden)

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgorde van de zinsdelen
In een zin hoeft niet altijd het onderwerp vooraan te staan. Begin ook eens met een ander zinsdeel of combineer twee zinnen. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgorde zinsdelen

  • Wat zijn zinsdelen?
  • Ik ging gisteren naar de winkel. Ik kocht daar een broek.
  • Gisteren ging ik naar de winkel. Ik kocht daar een broek.
  • Ik ging gisteren naar de winkel, waar ik een broek kocht. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Kern bladzijde 204 - 207
Maak de opdrachten 1 tot en met 5 (blz. 205)

Als je de opdrachten niet af krijgt in de les, maak je deze thuis af...dus huiswerk! 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies