Triage Vragen en ABCD

Triage DA
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Triage DA

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je vragen stellen aan doktersassistenten tijdens triage, heb je algemene kennis vanuit de triagewijzer en ingangsklachten, begrijp je het ABCD-model en kun je urgentie bepalen en beleid formuleren aan de hand van korte casussen, en heb je kennis over veelgebruikte afkortingen in triage.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over triage en ABCD?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is triage?
Triage is het proces waarbij de ernst van een medisch probleem wordt beoordeeld om de juiste urgentie en het passende beleid te bepalen.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom vragen stellen?
Het stellen van de juiste vragen tijdens triage is essentieel om de situatie en behoeften van de patiënt te begrijpen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Triagevragen
Wat is uw klacht? Sinds wanneer heeft u deze klacht? Heeft u eerder soortgelijke klachten gehad? Heeft u andere symptomen?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Triagevragen vervolg
Heeft u koorts? Bent u kortademig? Heeft u pijn op de borst? Heeft u last van bloedingen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Triagevragen voorbeelden
Geef enkele voorbeelden van specifieke klachten en welke vragen gesteld kunnen worden om de ernst en urgentie te beoordelen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemene kennis triagewijzer
Wat zijn de vijf ingangsklachten volgens de triagewijzer? Hoe kunnen ze worden herkend en beoordeeld?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ABCD-model
Wat betekent ABCD in triage? Wat zijn de componenten van het ABCD-model?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urgentie bepalen
Hoe wordt de urgentie van een medisch probleem bepaald tijdens triage? Welke factoren spelen een rol bij het bepalen van de urgentie?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beleid formuleren
Hoe wordt het beleid bepaald tijdens triage? Welke overwegingen worden meegenomen bij het formuleren van het beleid?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korte casus 1
Lees de casus voor en laat de leerlingen de urgentie en het beleid bepalen aan de hand van het ABCD-model.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korte casus 2
Lees de casus voor en laat de leerlingen de urgentie en het beleid bepalen aan de hand van het ABCD-model.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afkortingen
Welke veelgebruikte afkortingen worden gebruikt in triage? Wat betekenen ze?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennis over triage
Wat zijn de belangrijkste concepten en vaardigheden die je hebt geleerd over triage?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Triage is het proces van het beoordelen van de ernst van een medisch probleem. Het stellen van vragen, het begrijpen van ingangsklachten en het gebruik van het ABCD-model zijn essentieel bij triage.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz
Test je kennis over triage en ABCD met deze quiz!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen en antwoorden
Heb je nog vragen over triage, ABCD of andere onderwerpen die in deze les zijn behandeld?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
Verwijs naar de bronnen die zijn gebruikt tijdens het maken van deze les.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.