Grammatica IV

Grammatica III
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatica III

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Lezen
  • Lesdoelen
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg
  • Verwerking
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les weet je wat een wederkerend en wederkerig voornaamwoord is.
  • Aan het einde van de les kan je wederkerende en wederkerige voornaamwoorden in zinnen herkennen. 

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
  • Controleer je antwoorden.
  • Stel vragen als je opdrachten niet begrijpt.
  • Schrijf één ding op dat je echt begrijpt.
  • Schrijf één ding op dat je nog zou willen oefenen. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een wederkerend voornaamwoord?
  • Het wederkerend voornaamwoord alleen in combinatie voor met een wederkerend werkwoord.
  • Voorbeelden van wederkerende werkwoorden zijn: zich aanpassen, zich verzetten en zich vergissen.
  • Het voornaamwoord keert weder. 

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld
Jij vergist je in de datum.
Je verwijst naar Jij. Het is dezelfde persoon. Je kunt alleen jezelf ergens in vergissen en niet in iemand ander.

Mijn vriendin schaamde zich voor het gedrag van haar broer. 
Zich verwijst naar mijn vriendin. Het is dezelfde persoon. Je kunt alleen jezelf schamen en niet een ander. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Trucje
Om het wederkerend voornaamwoord in de zin te vinden, kun je het volgende hulpmiddel gebruiken: zet de zin in de derde persoon enkelvoud.

Je schaamt je toch nooit? --> Hij schaamt zich toch nooit?

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het wederkerend werkwoord in de volgende zin? Wij haasten ons naar het station.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het wederkerig voornaamwoord?
Het wederkerig voornaamwoord is elkaar. 
Verwijst naar meer personen.
'
De boksers wilden elkaar niet te veel bezeren. 

Slide 11 - Tekstslide

Bedenk drie zinnen met een wederkerig voornaamwoord.

Slide 12 - Open vraag

Verwerking
  • Wat? Opdrachten maken
  • Hoe? Opdrachten 16 t/m 18 uit je boek (blok 1) of Learnbeat 1.2 F (vraag 5 t/m 10)
  • Hulp? Buur of docent
  • Klaar? Lezen of schoolwerk

Slide 13 - Tekstslide

Stel een vraag over de lesstof.

Slide 14 - Open vraag