Herhalen PTO 1.3

Herhalingsles PTO 1.3
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles PTO 1.3

Slide 1 - Tekstslide

PTO 1.3
  1. 5W + H vragen
  2. Synoniem, omschrijving, voorbeeld
  3. Onderwerp
  4. Lidwoord en zelfstandig naamwoord
  5. Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 2 - Tekstslide

Hoeveel lidwoorden zijn er?
A
2
B
3
C
4
D
1

Slide 3 - Quizvraag

Bij welke woordsoort hoort een lidwoord?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
onderwerp

Slide 4 - Quizvraag

Bij welke woordsoort hoort een lidwoord?
A
bijvoeglijk naamwoord
B
werkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
onderwerp

Slide 5 - Quizvraag

Welke woorden zijn zelfstandige naamwoorden?

het - piano - koud - nieuw - snel - de - tekening
A
nieuw en tekening
B
piano en snel
C
koud en het
D
piano en tekening

Slide 6 - Quizvraag

Onderwerp: Wat is het onderwerp van de zin?

De nieuwe docente kwam als piet verkleed het lokaal binnen.
A
als piet verkleed
B
de nieuwe docente
C
kwam
D
verkleed

Slide 7 - Quizvraag

Onderwerp: Welke persoonsvorm hoort er bij het onderwerp?

De nieuwe docente kwam als piet verkleed het lokaal binnen.
A
als piet verkleed
B
binnen
C
kwam
D
verkleed

Slide 8 - Quizvraag

Onderwerp: Is deze zin goed of fout?

De stapel papieren waren van de tafel gewaaid.
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quizvraag

Onderwerp: Is deze zin goed of fout?

De stapel papieren waren van de tafel gewaaid.
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quizvraag

Synoniem, omschrijving en voorbeeld: Welk synoniem voor rellen zie je in de tekst?

Er waren extra agenten ingezet en buurtvaders moesten ervoor zorgen dat het bij feestvieren bleef. Toch braken er dinsdagavond rellen uit in Den Haag en andere grote steden. "We spreken de jongens aan op de ruzies, maar ze zijn eigenwijs."
A
buurtvaders
B
feestvieren
C
ruzies
D
eigenwijs

Slide 11 - Quizvraag

Welk omschrijving van hermetisch afgesloten zie je in de tekst?

Er klinkt steeds meer zwaar vuurwerk en café Kleurrijke Vrienden vraagt bezoekers naar binnen te komen of buiten te blijven. Het café wordt hermetisch afgesloten. De deuren gaan dicht en worden met stoelen gebarricadeerd, en de rolluiken gaan naar beneden.
A
vraagt bezoekers naar binnen te komen of buiten te blijven
B
De deuren gaan dicht en worden met stoelen gebarricadeerd, en de rolluiken gaan naar beneden.
C
Er klinkt steeds meer zwaar vuurwerk

Slide 12 - Quizvraag

Welk omschrijving van hermetisch afgesloten zie je in de tekst?

Er klinkt steeds meer zwaar vuurwerk en café Kleurrijke Vrienden vraagt bezoekers naar binnen te komen of buiten te blijven. Het café wordt hermetisch afgesloten. De deuren gaan dicht en worden met stoelen gebarricadeerd, en de rolluiken gaan naar beneden.
A
vraagt bezoekers naar binnen te komen of buiten te blijven
B
De deuren gaan dicht en worden met stoelen gebarricadeerd, en de rolluiken gaan naar beneden.
C
Er klinkt steeds meer zwaar vuurwerk

Slide 13 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordig tijd:

Wanneer gebruik je de ik-vorm van de persoonsvorm?
A
Alleen als "ik" het onderwerp is
B
Als "ik " het onderwerp is en als "je" of "jij" achter de pv staat
C
Als je er een vraagzin van maakt
D
Als je de zin in een andere tijd zet

Slide 14 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordig tijd:

Is de persoonsvorm in de zin de ik-vorm?

Mijn mobiel is steeds leeg
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordig tijd:

Is de persoonsvorm in de zin de ik-vorm?

Heb je gisteren spaghetti gegeten?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordig tijd:

Is de persoonsvorm in de zin de ik-vorm?

Iedere dag sta ik om 06.45 uur op.
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordig tijd:

Wat is de juiste vorm van de pv?

Waarom .... je je kleren altijd online?
A
koop
B
koopt
C
kopen
D
gekocht

Slide 18 - Quizvraag

Persoonsvorm tegenwoordig tijd:

Wat is de juiste vorm van de pv?

Wie .... er dit jaar prins carnaval?
A
word
B
wordt
C
worden
D
was

Slide 19 - Quizvraag

Goed gedaan!
Alles af? Zo nee, maak dan af wat nog niet af is! Zo ja, melden bij docent!

Onderdeel 3:
- Thema B paragraaf 3: De 5W+H vragen blz. 132 t/m 137
- Cursus 1 paragraaf 1: Synoniem, omschrijving en voorbeeld blz. 10 t/m 14
- Cursus 5 paragraaf 4: Onderwerp blz. 204 en 205
- Cursus 5 paragraaf 3: Lidwoord en zelfstandig naamwoord blz. 202 en 203
- Cursus 7 paragraaf 8: Persoonsvorm tegenwoordige tijd blz. 232 en 233

Slide 20 - Tekstslide