Poëzie les 3

pezie
herhalen begrippen (quiz)
herhaling stijlfiguren/ strofenbouw
Huiswerk nakijken
starten met poezie dossier
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

pezie
herhalen begrippen (quiz)
herhaling stijlfiguren/ strofenbouw
Huiswerk nakijken
starten met poezie dossier

Slide 1 - Tekstslide

Ik ga voor jou door het vuur
A
hyperbool
B
antithese
C
repetitio

Slide 2 - Quizvraag

de ergste aller dagen: 1 april
ik weiger om vandaag uit bed te stappen
uit angst voor flauwekul en dito grappen
de dekens bieden dekking, ik lig stil

A
gekruist rijm
B
gepaard rijm
C
omarmend rijm

Slide 3 - Quizvraag

De stad is stil.
De straten
hebben zich verbreed
A
alliteratie
B
assonantie

Slide 4 - Quizvraag

De stad is stil.
De straten
hebben zich verbreed
A
personificatie
B
metafoor

Slide 5 - Quizvraag

een deel van een gedicht heet een
A
alinea
B
couplet
C
strofe

Slide 6 - Quizvraag

‘Want jij moet twee fietsen sturen,’ lachte je, ‘met die fiets op je neus!’
A
metafoor
B
personificatie
C
enumeratio

Slide 7 - Quizvraag

stijlfiguren
Overdrijving (hyperbool)
Herhaling (repetitio)
Opsomming (enumeratie), climax
Tegenstelling (antithese)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdstuk 4-> opdracht 1
1 In een auto in een file op weg naar het zuiden.
2 zichtbaar worden
3 zoveel haast <–> alle auto’s staan stil; plots gaan we rijden <–> lijkt de tijd stil te staan
4 De ik-figuur heeft haast, staat stil in de file en merkt dat het enige wat in beweging lijkt de wijzers van de klok zijn (overdrijving).
5 personificatie
6 De ik-figuur is blij dat ze weer gaan rijden; hij heeft nu geen belangstelling meer voor de tijd.

Slide 14 - Tekstslide

opdracht 2
1 overdag
2 nacht
3 tegenstelling
4 Overdag is er verkeer dat lawaai maakt, zijn er mensen die lachen, praten en kibbelen, overdag zie je diverse dingen omdat het licht is.
5 De nacht is vol donkere geheimen, angstaanjagend.
6 opsomming
7 de straten gonzen; geheimen sluipen de nacht in; eeuwenoude angsten sluipen
8 overdrijving
9 Je moet heel diep slapen ’s nachts, dan heb je geen last van enge dromen.

Slide 15 - Tekstslide

hoofdstuk 5--> Opdracht 1/2
1 Een Belgische graaf woonde vlakbij Luik, hij sprak zowel Vlaams (met boeren) als Frans (met de pastoor) en kon ook buikspreken; dit laatste deed hij wanneer hij alleen was in zijn studeerkamer.
2 abcb defe ghih
3 de ‘talen’ die de graaf spreekt
4 De opsomming lijkt correct, maar is het niet; ‘buikspreken’ is geen splitsbaar werkwoord: ‘sprak … buik’ is ongrammaticaal.
5 De graaf spreekt Vlaams met de boeren, Frans met de pastoor en Vlaams met Frans met zijn knechten.
6 Door het (splitsen van het) woord ‘buikspreken’.

1---
2. oogrijm
3. -----

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

poezie boekje
bestand maken op de Drive.
poezie dossier
inleveren

Slide 18 - Tekstslide

strofe van 4 regels
A
terzet
B
kwatrijn
C
octaaf

Slide 19 - Quizvraag

Heb je even een seconde voor mij?
A
metafoor
B
hyperbool
C
repetitio
D
enumeratio

Slide 20 - Quizvraag

en haar muren moesten huilen
toen ik met een afstoomapparaatje
voor ze stond
A
alliteratie
B
hyperbool
C
metafoor
D
personificatie

Slide 21 - Quizvraag

Een vriend van wiens bestaan je amper nog iets wist
maar die je al die jaren pijnlijk hebt gemist
A
gekruist rijm
B
omarmend rijm
C
gepaard rijm

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

analyse
• begrippen
• korte inhoud van het gedicht--> 50 woorden
• Mening over het gedicht, na de analyse.
• minimaal 50 woorden. Gebruik je analyse erbij.
• 2 beoordelingswoorden met argumenten.
• spannend en leuk :(

Slide 30 - Tekstslide