2.2 Cellen deel 2

H2: Cel en leven
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2: Cel en leven

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 2.2: Cellen 
Pak je schrift en beantwoord de volgende vragen:
1. In welk organel wordt de verbranding uitgevoerd?
2. Beschrijf de route van eiwitten, vanaf hun creatie tot hun uiteindelijke bestemming
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Doel en begrippen 2.2
Je leert hoe cellen zijn opgebouwd en hoe de celonderdelen werken

bacterie, plasmide, schimmel

Slide 3 - Tekstslide

Vier rijken - celkenmerken

Slide 4 - Tekstslide

Vier rijken - celkenmerken
Autotroof: maakt eigen voedingsstoffen
Heterotroof: voedingsstoffen uit andere organismen

Slide 5 - Tekstslide

Vier rijken - celkenmerken
Prokaryoot: zonder celkern
Eukaryoot: met celkern

Slide 6 - Tekstslide

Bacteriecellen (meestal heterotroof/ prokaryoot)
DNA:
cirkelvormig DNA vrij in het cytoplasma

Slide 7 - Tekstslide

Bacteriecellen (meestal heterotroof/ prokaryoot)
Plasmide:
klein cirkelvormig DNA molecuul

Slide 8 - Tekstslide

Bacteriecellen (meestal heterotroof/ prokaryoot)
Celwand: altijd aanwezig

Slide 9 - Tekstslide

Bacteriecellen (meestal heterotroof/ prokaryoot)
Kapsel: bescherming tegen afweerstoffen, niet altijd aanwezig

Slide 10 - Tekstslide

Bacteriecellen (meestal heterotroof/ prokaryoot)
Flagellen: zweepharen, voor voortbeweging

Slide 11 - Tekstslide

Bekijk BINAS 79A
Welke soorten bacteriën zijn autotroof?

Welke bacteriën zijn nuttig voor ons?

Welke termen ken je niet?

Slide 12 - Tekstslide

Gram positief/ negatief
Door de opbouw van de celwand kleuren sommige bacteriën wel en sommigen niet bij een gram-kleuring.
(Dit wordt gebruikt om bacteriën te kunnen determineren in combinatie met vorm).

Slide 13 - Tekstslide

Aeroob/ anaerob
Aeroob: heeft zuurstof nodig om te kunnen leven
Anaeroob: kan zonder zuurstof leven (waarom is dit bijzonder?)

Slide 14 - Tekstslide

Schimmelcellen (heterotroof/ eukaryoot)
Celwand (chitine), vacuole.

Slide 15 - Tekstslide

Eencellige schimmels: gist
Bij de afbraak van glucose (buiten de mitochondriën) produceren ze alcohol en CO2.
Hierdoor wordt brood luchtig en krijgen bier en wijn hun alcohol.

Slide 16 - Tekstslide

Meercellige schimmels
Veel schimmels zijn detrivoren, ze eten dood organisch materiaal.

Slide 17 - Tekstslide

Meercellige schimmels: paddenstoelen
Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen (sporenvormers/ verspreiders) van schimmels.
Het grootste deel van het organisme bevindt zich onder de grond.

Slide 18 - Tekstslide

Doel en begrippen 2.2
Je hebt geleerd hoe cellen zijn opgebouwd en hoe de celonderdelen werken

bacterie, plasmide, schimmel

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Nakijken 2.1 en 2.2
Schrijf op welke vragen je nog over hebt. 
Begin met 2.3 

Slide 20 - Tekstslide