Les 8 - Eierkoekentest

Voeding hoe maak je het!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GroenMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

Voeding hoe maak je het!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Theorie - organoleptische keuring
Praktijkopdracht: eierkoekentest
voor een cijfer

Slide 2 - Tekstslide

Les 8 - Eierkoekentest

Slide 3 - Tekstslide

onderzoek

Bij veel aankopen kun je kiezen. Je kunt een product kant en klaar kopen of het zelf maken. Beide manieren hebben voor- en nadelen. Deze les ga je de voor- en nadelen hiervan onderzoeken.
Deze opdracht is voor een cijfer



Slide 4 - Tekstslide

Na deze les....
  • weet je het verschil tussen objectief en subjectief
  • kan je een organoleptische keuring uitvoeren
  • kan je de kostprijs van eierkoeken berekenen
  • kan je gegevens verzamelen en een conclusie trekken
  • kan je voor en nadelen benoemen van een zelfgemaakt product

Slide 5 - Tekstslide

Wat ga je doen?

  • In deze opdracht ga je zelf eierkoeken bakken. 
  • Deze eierkoeken ga je vergelijken met kant en klare eierkoeken uit de winkel. 
  • Je vergelijkt de kostprijs, de bereidingstijd en de smaak. 
  • Om de smaak te beoordelen bereid je een organoleptische keuring voor. 
  • Alle gegevens moeten worden verzameld ingeleverd (cijfer)

Slide 6 - Tekstslide

Eierkoekenonderzoek
Je onderzoekt; 

      De bereidingstijd
      De kostprijs
      De smaak (organoleptische keuring)

Slide 7 - Tekstslide

Kostprijs berekenen

Slide 8 - Tekstslide

planning maken

Slide 9 - Tekstslide

Wat is een organoleptische keuring?
Bij een organoleptische keuring keur je een product met behulp van je zintuigen; 
horen, zien, voelen, ruiken. 

Deze keuring bestaat altijd uit 
twee of meer producten.

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn de eisen van een organoleptische keuring?

• De producten worden in vergelijking met elkaar beoordeeld.
• De keuring moet zo objectief mogelijk plaats vinden.
• De producten zijn niet herkenbaar en worden op dezelfde wijze aangeboden.
• Tussen het proeven van de verschillende monsters door, drinken de proefpersonen een slokje water om de smaak te neutraliseren.
• Hoe meer personen deelnemen aan de keuring hoe betrouwbaarder de uitslag.

Slide 11 - Tekstslide

objectief en subjectief?

Objectief                       is een feit

Subjectief                     is een mening

Slide 12 - Tekstslide

objectief en subjectief?

Slide 13 - Tekstslide

Proeven doe je met de volgende zintuigen
ogen; rood associëren we met zoet, blauw kennen we niet. Groen zuur, onrijp
neus; geur is smaak, aroma's 
tong; zoet, zuur, zout, bitter
mond; gevoel, zacht, klontjes, plakkerig, droog
oren; kraken van chips, eerste hap van een magnum, tinkelende ijsklontjes

Slide 14 - Tekstslide

Eierkoeken maken

Slide 15 - Tekstslide