Week 11/12

Programma van de week
- Gedicht van de week
- Afronden Talent H3 - toetsstof doornemen/oefenen
- Spreekvaardigheid oefenen/voorbereiden betoog.
- Alvast duo's vormen + twee moderne romans (niveau 4) selecteren die je gaat lezen en vervolgens vergelijken.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Programma van de week
- Gedicht van de week
- Afronden Talent H3 - toetsstof doornemen/oefenen
- Spreekvaardigheid oefenen/voorbereiden betoog.
- Alvast duo's vormen + twee moderne romans (niveau 4) selecteren die je gaat lezen en vervolgens vergelijken.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Doelen?
- Ik weet wat er van me verwacht wordt op de toets van de toetsweek.
- Ik heb geoefend met de leerstof en strategieën.
- Ik kan een overtuigend (deel van een) betoog houden.

Slide 3 - Tekstslide

Toetsstof periode 3
Blz. 49

Minder belangrijk voor de toetsvoorbereiding: 4.2 + 7.6 + 8
- Gratis tip: het hoofdstuk gaat over overtuigingskracht van argumentatie. Zorg dus dat je alles wat met argumenteren te maken heeft, echt goed beheerst/kent/weet.

Slide 4 - Tekstslide

 10.2 Objectieve en subjectieve argumenten
Objectieve argumenten (feitelijk)
Subjectieve argumenten (waarderend)
Overtuigingskracht
valide/validiteit

Slide 5 - Tekstslide

 10.3 Soorten argumenten:
  • feiten
  • onderzoek
  • ervaring (empirisch argument)
  • gevoel of emotie
  • normen en waarden
  • vermoedens
 argumentatie op basis van:
  • oorzaak-gevolg
  • kenmerk of eigenschap
  • voor- en nadelen
  • voorbeeld
  • vergelijking (analogie/overeenkomst)
  • gezag of autoriteit
Hoe onthoud ik dit? Herhalen/oefenen en een voorbeeld of toelichting erbij onthouden :-)

Slide 6 - Tekstslide

Van welke type argumentatie is sprake?
Natuurlijk mag je het woord epibreren neerleggen bij Scrabble of Wordfeud; het staat immers in Van Dale.
timer
0:25
A
Argument op basis van kenmerk of eigenschap
B
Argument op basis van vergelijking
C
Argument op basis van onderzoek
D
Argument op basis van autoriteit/gezag

Slide 7 - Quizvraag

'23% van de mensen wist zondag nog niet op wie ze gingen stemmen.' Dit is een argument op basis van
A
gezag of autoriteit
B
controleerbare feiten of onderzoek
C
voorbeelden
D
veronderstellingen of vermoedens

Slide 8 - Quizvraag

Welke argumenten komen sterk(er) over in een betoog over?

A
argument gebaseerd op feiten of onderzoek
B
vergelijking

Slide 9 - Quizvraag

Drogredenen
Wat zijn het?
Wat heb je eraan?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een drogreden?

Slide 11 - Open vraag

Wat levert kennis over drogredenen jou persoonlijk op?

Slide 12 - Open vraag

10. 6 Drogredenen
Onjuist gebruik van/beroep op argumentaties:
  • oorzaak-gevolg
  • kenmerken
  • voor- en nadelen
  • voorbeeld
  • vergelijking
  • autoriteit
  • traditie

Overtreding discussieregels:
  • Persoonlijke aanval
  • Ontduiken van de bewijslast
  • vertekenen van een standpunt
  • bespelen van het publiek
  • cirkelredenering

Slide 13 - Tekstslide

Je kunt wel zien dat Mark Rutte aan de macht is. Het gaat namelijk steeds slechter met de euro.
A
onjuist beroep op traditie
B
onjuist beroep op oorzaak-gevolg
C
onjuist beroep op vergelijking
D
onjuist beroep op voorbeeld

Slide 14 - Quizvraag

Sander en Thijs hebben een hoog cijfer gehaald voor hun computertoets. Computertoetsen leveren hoge cijfers op.
A
onjuist beroep op voorbeeld
B
onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
C
onjuist beroep op autoriteit
D
onjuist beroep op voor- en nadelen

Slide 15 - Quizvraag

Ik vind dat we strengere grenscontroles moeten krijgen. Andere landen doen dat toch ook.
A
Verkeerde vergelijking
B
onjuist beroep op oorzaak-gevolg
C
onjuist beroep op kenmerk
D
onjuist beroep op voor- en nadelen

Slide 16 - Quizvraag

Van welke drogreden is hier sprake?

Condooms verergeren de verspreiding van aids, want dat zegt de paus.
A
Onjuist beroep op oorzaak-gevolgschema
B
Overhaaste generalisatie
C
Onjuist beroep op autoriteitsschema
D
Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema

Slide 17 - Quizvraag

De ziel is eeuwig, want zij sterft nooit.
A
onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema
B
onjuist beroep op het voor- en nadelenschema: overdrijven van voor- of nadelen
C
onjuist beroep op het vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking
D
cirkelredenering

Slide 18 - Quizvraag

'Dat meisje heeft weer haar haar hetzelfde, ze zal wel niet creatief zijn.‘
A
cirkelredenering
B
onjuist beroep op oorzaak-gevolg
C
onjuist beroep op kenmerk
D
onjuist beroep op voor- en nadelen

Slide 19 - Quizvraag

Ik heb een keer een gedicht van Ida Gerhardt gelezen: ze schrijft werkelijk onbegrijpelijke gedichten.
A
onjuist beroep op het kenmerk- of eigenschapsschema
B
onjuist beroep op het oorzaak-gevolgschema
C
onjuist beroep op het voorbeeldschema: overhaaste generalisatie
D
vertekenen van het standpunt

Slide 20 - Quizvraag

Zelfstandig
- Pak je vakboek erbij en bestudeer 10.3 soorten argumenten en 10.6 drogredenen.

1. Bekijk het fragment (ca. 20 minuten) en maak aantekeningen, richt je op de argumenten (wie zegt wat?). 
2. Welke (soorten) argumenten worden gegeven om aan te geven dat het (vaak) onrustig is bij ouderenpartijen? 
3. Welke drogredenen herken je?

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk/Theorie 2 
- Bespreken fragment: Krol-Den Haan: 
1. Welke argumenten heb je gehoord bij het standpunt: Het is altijd onrustig bij ouderenpartijen?
2. Welke soorten argumenten herkende je?
3. Welke drogredenen hoorde je? 
4. Wat viel je verder op (qua argumentatie, qua hoe mensen zichzelf neerzetten, enz. enz.)?

Slide 22 - Tekstslide

Fragment Krol-Den Haan
Standpunt: Het is altijd onrustig bij ouderenpartijen, want

Argumenten:
Henk Krol:
Noemt allerlei namen die het eens waren met pensioen op 65 en geeft aan dat nu Liane den Haan de kapitein geworden is, dit veranderd is en dit onrust geeft. (Autoriteit)


Slide 23 - Tekstslide

Fragment Krol-Den Haan
Liane den Haan:
Er ligt een verleden/erfenis.
Er moet een andere partijcultuur gemaakt worden. (Vermoedens/ervaringen)
(Je moet het met elkaar eens zijn over het verkiezingsprogramma.) wat dus nu niet zo blijkt te zijn, gezien de uitlatingen van nummer 3 (mw. Verkoelen) van de partij. (Vermoedens/ervaringen)
U (tegen Henk Krol) hebt de partij in de steek gelaten. (Vermoedens/ervaringen)

Slide 24 - Tekstslide

Fragment Krol-Den Haan
Andere gasten:
Peter Kwint: ik ben blij dat ik geen oudere ben, ik heb het gevoel dat ik naar live relatietherapie zit te kijken, (terwijl het over de pensioenleeftijd zou moeten gaan, het gaat over de verkeerde zaken)
Man met bril: Joost Vullings: (tegen Krol) u bent zelf ook geen sterke onderhandelaar: 66 kan ook wel, was het eerste wat u zei. (Voorbeeld)
Mevrouw Heemskerk: hoe kun je zo kort voor de verkiezingen zoveel onrust hebben, dat had je toch eerder duidelijk moeten hebben. Het stuurt de ouderen weg. (Ervaring)

Slide 25 - Tekstslide

Fragment Krol-Den Haan
Filmpjes/fragmenten aan het begin:
bestuursleden functioneren niet (ervaring/feiten?)

Drogredenen:
Iedereen weet .....(ontduiken van de bewijslast)
HK: het eerste waar jij voor gaat is samenwerken met je eigen oude partij: D66 (persoonlijke aanval)

Slide 26 - Tekstslide

Aan het werk: voorbereiden voor het betoog en de toetsweek
Onderwerp:
Standpunt (=hoofdgedachte):
Argumenten voor je stelling: ga deze zoeken in verschillende bronnen, houd de bronnen bij. 
Tegenargumenten + weerlegging (idem)

Pak je vakboek erbij en beoordeel je gevonden argumenten (10.2/10.3/10.4), zo ben je bezig met je kennis te vergroten, maar ook al met je voorbereiding van de betogende voordracht. 

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk: wat ga ik zelf nog herhalen/oefenen

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk/Theorie 2

Slide 29 - Tekstslide

Aan het werk

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 31 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht periode 4 – vwo 5 

Voor deze opdracht ga je twee boeken binnen een thema met elkaar vergelijken. Je werkt bij voorkeur in een tweetal, maar lukt dit niet met de klassengrootte of een andere goede reden, dan kun je de opdracht ook alleen doen.    











Slide 32 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht periode 4 – vwo 5 
Je moet daarvoor een aantal stappen zetten:
  • Ga naar Lezen voor de lijst 15-18 jaar; 
  • Klik niveau 4 aan; 
  • Aan de linkerkant van de pagina kun je nu thema aanklikken; 
  • Kies een thema dat jou/jullie aanspreekt; 
  • Kies twee boeken van niveau 4 binnen een thema; 
  • Zorg dat je geen boek(en) kiest van een schrijver van wie je al een boek hebt gelezen in klas 4 of 5. 
  • Lees de boeken. 

Slide 33 - Tekstslide

Aan het werk
Oefentoets:
- Blz. 63 mk opdracht 3, 4, 5a,b,c, 6
of
Maak de testjezelf of ga op een andere manier voorbereidingen treffen voor de toetsweek

Slide 34 - Tekstslide

Doelen behaald?

Slide 35 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 36 - Tekstslide