H3, Grammatica NWG, 06-01-20

Welkom


Pak je leesboek, boek, schrift en pen erbij, dan kunnen we snel beginnen :)

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom


Pak je leesboek, boek, schrift en pen erbij, dan kunnen we snel beginnen :)

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
11.20 - 11.30 - Lezen in leesboek
11.30 - 11.45 - Wat weet je nog? Grammatica; zinsdelen
11.45 - 12.00 - Opdracht 3 maken
12.00 - 12.05 - Lesafsluiting



Slide 2 - Tekstslide

Tien minuten lezen, in stilte.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog?
m.b.t. grammatica; zinsdelen zijn al een groot aantal zinsdelen de revue gepasseerd. 

Ik ga er dan ook van uit dat jullie zelfstandig al zinnen kunnen ontleden. Heb je voor de vorige toets van grammatica een onvoldoende gehaald of wil je extra hulp bij grammatica? Geef dit dan ruim op tijd bij mij aan. Dan plan ik een moment in om hiermee aan de slag te gaan. 

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog?
pv, wwg, ow, lv, mv, vzv, bwb, bvb, bijstelling.

Is de basis die je al moet bezitten. Het nieuwe onderdeel wat hierbij komt is het naamwoordelijk gezegde. Dit korten we af met nwg.

Voor het vinden van het nwg is het belangrijk dat je de koppelwerkwoorden nog goed kent. 

Slide 5 - Tekstslide

Het naamwoordelijk gezegde
Als je een zin gaat ontleden is het van belang dat je let op het feit of je te maken hebt met een nwg of een wwg. Je herkent een nwg doordat er een koppelwerkwoord in de zin staat. 

Dit koppelwerkwoord koppelt een eigenschap aan het onderwerp. 

Bijvoorbeeld: Het verhaal is ongeloofwaardig. 
is = kww. 

Slide 6 - Tekstslide

Het naamwoordelijk gezegde
Bijvoorbeeld: Het verhaal is ongeloofwaardig geworden.

is = pv en een hww 
geworden = voltooid deelwoord en het kww


Slide 7 - Tekstslide

LET OP
Het naamwoordelijk gezegde bestaat altijd uit twee delen!

In de zin: Het verhaal is ongeloofwaardig geworden.

nwg: is ongeloofwaardig geworden
werkwoordelijk-deel: is geworden
naamwoordelijk-deel: ongeloofwaardig

Slide 8 - Tekstslide

LET OP 
Mijn vader is naar Zuid-Afrika afgereisd. 

Heeft deze zin een werkwoordelijk of een naamwoordelijk gezegde?

  • Deze zin heeft een werkwoordelijk gezegde omdat is in deze zin een hww en geen kww. Daarnaast is afreizen niet één van de koppelwerkwoorden waardoor dit geen naamwoordelijk gezegde is. 
  • Let dus goed op het verschil tussen hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord en koppelwerkwoord in de zinnen. 

Slide 9 - Tekstslide

Even oefenen (opdracht 3, blz. 130)

Het bouwen van deze brug in het zuiden van India | was | erg arbeidsintensief. 

Is was in deze zin een koppelwerkwoord?

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat? Opdracht 3 op blz. 130. 
Hoe? Je mag  zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
Tijd? Je hebt een kwartier om deze opdracht te maken
Klaar? Lees de theorie op blz. 130 en maak opdracht 4 ook. 

Huiswerk voor morgen: opdracht 3 af. 
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Lesafsluiting
Morgen gaan we verder met het nwg.

Vorige keer heb ik een werkwijzer 'grammatica' uitgedeeld. Wie heeft deze nog? En wie zou deze opnieuw willen hebben? Dan print ik ze voor morgen. 

Morgen gaan we opdracht 3 nakijken (dit is dus huiswerk). Daarnaast gaan we verder met de combinatie van nwg en vzv en leg ik het verschil uit tussen lijdende en bedrijvende zinnen. 


Slide 12 - Tekstslide