AF 4 Spijsvertering TOTAAL

M1W1
3
spijsverteringsstelsel
TM module 4
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

M1W1
3
spijsverteringsstelsel
TM module 4

Slide 1 - Tekstslide

A.M4H1
spijsverteringsstelsel
LEERDOELEN...
  • Je noemt welke organen betrokken zijn
  • Je beschrijft de bouw van de wand van het spijsverteringskanaal
  • Je beschrijft de bouw en functie van de spijsverteringsorganen
  • Je beschrijft wat er nodig is om voedingsstoffen te verteren










Slide 2 - Tekstslide

1.6
dunne darm

Slide 3 - Tekstslide

in de dunne darm (intestinum tenue) vindt het grootste deel van de voedselvertering plaats...
  • twaalfvingerige darm
  • nuchtere darm
  • kronkeldarm
1.6
dunne darm

Slide 4 - Tekstslide

Na de maag volgt de twaalfvingerige darm (duodenum)
  • het maakt zelf geen enzymen of sap...
  • ... maar krijgt het van twee organen: de alvleesklier en galblaas
alvleesklier
A
galblaas
G
1.6
dunne darm

Slide 5 - Tekstslide

deze twee organen scheiden sappen af, via een buisje in de 12v-darm
1.6
dunne darm

Slide 6 - Tekstslide

1 galsap
  • het verdeelt grote druppels vet in kleine druppeltjes
1.6
dunne darm

Slide 7 - Tekstslide

2 alvleessap bestaat uit...
  • het enzym amylase dat suiker splitst in glucose
  • het enzym lipase dat vet splitst in vetzuren
  • het enzym trypsine dat eiwit splitst in aminozuren
  • soda om te ontzuren
1.6
dunne darm

Slide 8 - Tekstslide

in de 12v-darm worden dus alle grote voedingsstoffen verteerd
gal
G
alvleessap
A
1.6
dunne darm

Slide 9 - Tekstslide

na de 12v-darm volgen de nuchtere darm (jejunum) en kronkeldarm (ileum)...,
  • ze bestaan uit darmvlokken (villi) > groot oppervlak
  •  ze maken ook amylase, lipase en trypsine
1.6
dunne darm

Slide 10 - Tekstslide

de bouw maakt opname (absorptie) mogelijk...
  • darmcellen zijn dekcellen met vlokjes
1.6.1
bouw

Slide 11 - Tekstslide

de cellen nemen de bouwstenen van de voeding op...
  • glucose
  • vetzuren
  • aminozuren
...en geven dit door aan bloed of lymfe
1.6.2
werking van de dunne darm

Slide 12 - Tekstslide

stoffen die niet verteerd worden, gaan naar de dikke darm (onverteerbare resten)
1.6.2
werking van de dunne darm

Slide 13 - Tekstslide

1.7
dikke darm

Slide 14 - Tekstslide

  • de dikke darm (colon) heeft een grotere doorgang dan de dunne darm
  • door dwarse insnoeringen is hij gekarteld
1.7
dikke darm

Slide 15 - Tekstslide

de dikke darm heeft de volgende onderdelen...
  • blinde darm met wormvormig aanhangsel
  • opstijgende deel
  • dwarse deel
  • afdalende deel
  • S-vormige deel
  • endeldarm
1.7.1
ligging

Slide 16 - Tekstslide

restanten komen in de blinde darm (coecum) terecht...
  • het is een opvangzak voor voedselresten
  • het wormvormig aanhangsel (appendix) houdt de darmflora in stand
1.7.1
ligging

Slide 17 - Tekstslide

na de blinde darm volgen de delen...
opstijgend (ascendens)
dwars (transversum)
afdalend (descendens)
s-vormig (sigmoïd)
endeldarm (rectum)

1.7.1
ligging

Slide 18 - Tekstslide

  • de dikke darm heeft geen vlokken
  • het heeft wel een extra slijmlaag
1.7.2
bouw
dunne darm
dikke darm

Slide 19 - Tekstslide

  1. water opnemen (en daardoor indikken)
  2. de stroom vertragen om ontlasting te vormen
1.7.3
functies van de dikke darm

Slide 20 - Tekstslide

  1. water opnemen
  2. de stroom vertragen
  3. huisvesting bieden aan bacteriën (darmflora)
  4. de bacteriën voeden met onverteerde resten
  5. vitamine K opnemen, die de bacteriën maken
1.7.3
functies van de dikke darm

Slide 21 - Tekstslide

in de endeldarm wordt de inmiddels ontlasting (feces) bewaard...
  • de anus bepaalt het moment dat de ontlasting het lichaam verlaat
1.7.3
functies van de dikke darm

Slide 22 - Tekstslide

  • de inwendige sluitspier gaat onwillekeurig open als het ontlasting raakt, de uitwendige (deel van de bekkenbodem) gaat dan dicht (aandrang)
  • de uitwendige sluitspier kan willekeurig open op het juiste moment
1.7.3
functies van de dikke darm

Slide 23 - Tekstslide

welke enzymen maakt de alvleesklier?
A
amylase
B
trypsine
C
pepsine
D
lipase

Slide 24 - Quizvraag

de 12-vingerige darm maakt enzymen voor de spijsvertering
ja
nee

Slide 25 - Poll

waar worden aminozuren in vervoerd na opname in de darmen?
in de bloedbaan
in de lymfebaan

Slide 26 - Poll

+
+
+
+
+
+
+
+
+
nuchtere darm
blinde darm
afdalende deel
12v darm
endeldarm
opstijgende deel
kronkeldarm
S-vormige deel
dwarse deel

Slide 27 - Sleepvraag

1.8
alvleesklier

Slide 28 - Tekstslide

de alvleesklier (pancreas) is een klier dat deels achter de maag ligt, het heeft een kop en een staart
1.8.1
bouw en ligging

Slide 29 - Tekstslide

binnenin heeft het een afvoerbuis waar klieren op uitkomen
1.8.1
bouw en ligging

Slide 30 - Tekstslide

de alvleesklier maakt...
  • enzymen (voor de vertering)
  • hormonen (voor de suiker huishouding)
1.8.2
functies van de alvleesklier
verteringsfunctie
V
functie suikerhuishouding
S

Slide 31 - Tekstslide

vetten
eiwitten
suikers
trypsine
lipase
amylase

Slide 32 - Sleepvraag

1.9
lever en galblaas

Slide 33 - Tekstslide

de lever (hepar) is een groot driehoekig orgaan...
  • onder het middenrif
  • rechtsboven in de buik
1.9.1
ligging

Slide 34 - Tekstslide

  • de bouwstenen worden naar de lever gebracht
  • dit gaat via de poortader
1.9.1
ligging
P

Slide 35 - Tekstslide

De lever heeft twee vaten die stoffen van de lever afvoeren...
  • leverader (naar de holle ader)
  • galgang (naar de galblaas)
leverader (afvoer)
L
galgang (afvoer)
G
1.9.1
ligging

Slide 36 - Tekstslide

De lever bestaat uit levercellen, in kringen geplaatst...
  • ze verrichten deze functies...
1.9.2
bouw van de lever

Slide 37 - Tekstslide

  1. stoffen maken van de bouwstenen uit de voeding
  2. eiwitten maken
  3. gal maken
  4. opslag van suikers, vitaminen en mineralen 
1.9.3
functies van de lever
1
2
3
4

Slide 38 - Tekstslide

1 suikerstofwisseling
  • van glucose wordt glycogeen gemaakt, suiker dat wordt opgeslagen
1.9.3
functies van de lever
glucose
glycogeen

Slide 39 - Tekstslide

2 eiwitstofwisseling
  • uit aminozuren eiwitten maken, nodig voor...
  • hormonen
  • enzymen
  • antistoffen
  • stollingseiwitten in bloed
  • transporteiwitten in bloed
1.9.3
functies van de lever
aminozuren
eiwit

Slide 40 - Tekstslide

3 vetstofwisseling
  • uit vetzuren worden vetten gemaakt, nodig voor...
  • verzorging zenuwen
  • goede vetten: preventie hvz
  • transport vitamine ADEK
  • opbouw van cellen
  • het levert energie
1.9.3
functies van de lever

Slide 41 - Tekstslide

4 galproductie
  • de lever maakt van water, zure zouten, cholesterol en bilirubine galvloeistof
  • deze wordt in de galblaas ingedikt en bewaard
  • gal emulgeert vet bij de vertering in de 12v-darm
1.9.3
functies van de lever

Slide 42 - Tekstslide

5 opslag van stoffen
  • naast glycogeen slaat de lever ook andere stoffen op...
  • mineralen als ijzer
  • vitaminen als A, B12, D en K
1.9.3
functies van de lever

Slide 43 - Tekstslide

6 ontgiften van stoffen
  • afvalstoffen uit bloed die giftig zijn, maakt de lever onschadelijk
  • dat gebeurt ook met onbekende stoffen (nicotine, alcohol, drugs en medicijnen)
1.9.3
functies van de lever

Slide 44 - Tekstslide

7 warmteproductie
  • alle stofwisseling van de lever zorgt voor veel warmte
  • het bloed verdeelt de warmte over het lichaam
1.9.3
functies van de lever

Slide 45 - Tekstslide

de galblaas slaat gal op...
  • via de galbuis komt de gal in de 12v-darm terecht
1.9.4
galblaas en galwegen

Slide 46 - Tekstslide

1.10
buikholte en buikvlies

Slide 47 - Tekstslide

de buikholte is bedekt met
het buikvlies, de functie is...
  • bescherming van organen
  • isolatie aan de buikzijde
1.10
buikholte en buikvlies

Slide 48 - Tekstslide

  • de mens heeft aan beide kanten drie speekselklieren
  • ze maken 24/7 speeksel
1.2.4
speekselklieren
oorspeekselklier
O
ondertongspeekselklier
T
onderkaakspeekselklier
K

Slide 49 - Tekstslide