Les 3

Deze les

* nakijken opdr 4 + 5

* nakijken diagnostische toets

* uitleg lv + mv

* huiswerk

* meeste antwoorden echt goed trakteer ik
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Deze les

* nakijken opdr 4 + 5

* nakijken diagnostische toets

* uitleg lv + mv

* huiswerk

* meeste antwoorden echt goed trakteer ik

Slide 1 - Tekstslide

4a. Hoe vind je het onderwerp?
(blz. 9)
A
Door de zin in een andere tijd te zetten.
B
Door de zin van aantal te veranderen.
C
Wie of wat + pv?
D
Door de zin in een andere volgorde te zetten.

Slide 2 - Quizvraag

4b. 1. Wat is de persoonsvorm in de zin: Wanneer wordt de burgemeester op school verwacht?

Slide 3 - Open vraag

4b. 1. Wat is het onderwerp in de zin: Wanneer wordt de burgemeester op school verwacht?

Slide 4 - Open vraag

4b. 2. Wat is de persoonsvorm in de zin:
In de toekomst zullen auto's op waterstof rijden.

Slide 5 - Open vraag

4b. 2. Wat is het onderwerp in de zin:
In de toekomst zullen auto's op waterstof rijden.

Slide 6 - Open vraag

4b. 3. Wat is de persoonsvorm in de zin:
Onverwacht gooide de buurvrouw van de vierde verdieping haar kat uit het raam.

Slide 7 - Open vraag

4b. 3. Wat is het onderwerp in de zin:
Onverwacht gooide de buurvrouw van de vierde verdieping haar kat uit het raam.

Slide 8 - Open vraag

4b. 4. Wat is de persoonsvorm in de zin:
Christiaan en Mo waren naar de bekerwedstrijd
AZ - Ajax geweest.

Slide 9 - Open vraag

4b. 4. Wat is het onderwerp in de zin:
Christiaan en Mo waren naar de bekerwedstrijd
AZ - Ajax geweest.

Slide 10 - Open vraag

Hoe vind je het wwg?

Slide 11 - Woordweb

5b. 1. Wat is de persoonsvorm in de zin:
Na de storm in februari was de schutting omgewaaid.

Slide 12 - Open vraag

5b. 1. Wat is het onderwerp in de zin:
Na de storm in februari was de schutting omgewaaid.

Slide 13 - Open vraag

5b. 1. Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
Na de storm in februari was de schutting omgewaaid.

Slide 14 - Open vraag

5b. 2. Wat is de persoonsvorm in de zin:
De GoedeDoelenDag leverde in december 2020 138 voedselpakketten af.

Slide 15 - Open vraag

5b. 2. Wat is het onderwerp in de zin:
De GoedeDoelenDag leverde in december 2020 138 voedselpakketten af.

Slide 16 - Open vraag

5b. 2. Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
De GoedeDoelenDag leverde in december 2020 138 voedselpakketten af.

Slide 17 - Open vraag

5b. 3. Wat is de persoonsvorm in de zin:
Het kleine zusje van Mark belde gisteren haar juf op.

Slide 18 - Open vraag

5b. 3. Wat is het onderwerp in de zin:
Het kleine zusje van Mark belde gisteren haar juf op.

Slide 19 - Open vraag

5b. 3. Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
Het kleine zusje van Mark belde gisteren haar juf op.

Slide 20 - Open vraag

5b. 3. Wat is de persoonsvorm in de zin:
Klas H3b zou graag willen gaan zwemmen in Scheveningen.

Slide 21 - Open vraag

5b. 3. Wat is het onderwerp in de zin:
Klas H3b zou graag willen gaan zwemmen in Scheveningen.

Slide 22 - Open vraag

5b. 3. Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
Klas H3b zou graag willen gaan zwemmen in Scheveningen.

Slide 23 - Open vraag

Diagnostische toets



Hoe sta je ervoor?

Slide 24 - Tekstslide

1. Door het naderende koufront uit het oosten moesten alle leerlingen na de grote pauze gelijk naar huis.

Wat is de pv?

Slide 25 - Open vraag

Wat kun je nu zeggen over
'Door het naderende koufront uit het oosten'?
A
Dat is het onderwerp
B
Dat is één zinsdeel
C
Dat hoort bij het werkwoordelijk gezegde
D
Dat zijn twee zinsdelen: - door het naderende koufront - uit het oosten

Slide 26 - Quizvraag

1. Door het naderende koufront uit het oosten moesten alle leerlingen na de grote pauze gelijk naar huis.

Wat is de ond?

Slide 27 - Open vraag

1. Door het naderende koufront uit het oosten moesten alle leerlingen na de grote pauze gelijk naar huis.

Wat is de wwg?

Slide 28 - Open vraag

2. Ik gooi vanavond mijn vriendinnetje het huis uit.

Wat is de pv?

Slide 29 - Open vraag

2. Ik gooi vanavond mijn vriendinnetje het huis uit.

Wat is de ond?

Slide 30 - Open vraag

2. Ik gooi vanavond mijn vriendinnetje het huis uit.

Wat is de wwg?

Slide 31 - Open vraag

3. Mijn tante is de hele dag met mijn moeder taarten aan het bakken.

Wat is de pv?

Slide 32 - Open vraag

3. Mijn tante is de hele dag met mijn moeder taarten aan het bakken.

Wat is de ond?

Slide 33 - Open vraag

3. Mijn tante is de hele dag met mijn moeder taarten aan het bakken.

Wat is de wwg?

Slide 34 - Open vraag

4. In de Efteling heeft afgelopen zomer een vechtpartij plaatsgevonden in de rij bij de attractie Baron 1898.

Wat is de pv?

Slide 35 - Open vraag

4. In de Efteling heeft afgelopen zomer een vechtpartij plaatsgevonden in de rij bij de attractie Baron 1898.

Wat is de ond?

Slide 36 - Open vraag

4. In de Efteling heeft afgelopen zomer een vechtpartij plaatsgevonden in de rij bij de attractie Baron 1898.

Wat is de wwg?

Slide 37 - Open vraag

Hoe vind je het
lijdend voorwerp?
Je stelt de vraag 
wie/wat + pv + ond + wwg?

Ik /geef/ jou/ een cadeau. 

Wat geef ik jou?
een cadeau

Slide 38 - Tekstslide

Hoe vind je het
meewerkend voorwerp?
Je stelt de vraag 
aan wie/ voor wie + 
pv + ond + wwg (+ lv)?

Ik /geef/ jou/ een cadeau. 

Aan wie geef ik een cadeau?
(aan) jou

Slide 39 - Tekstslide

Huiswerk
Mkn:
opdracht 6 + 7

leesbladen, verwerkingsopdrachten 
lezen in leesboek

Slide 40 - Tekstslide

Opmerkingen!
* succes met Engels, wiskunde, biologie en Duits

* houd Teams in de gaten: niet elke les gaat door, maar je kunt altijd vragen stellen via Teams

* lb + vo inleveren in postvak 125

* je krijgt jouw grammaticaboekje bij biologie

Slide 41 - Tekstslide