je kan de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
oppervlakte vergroten
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
ga aan de slag
maak opdracht 9 en 10 blz 109 en 110
Slide 8 - Tekstslide
speeksel
bestaat uit water, enzymen en slijm.
speeksel helpt bij het slikken en de enzymen in je speeksel zorgen voor de afbraak van zetmeel.
Slide 9 - Tekstslide
maagsap
wordt gemaakt door maagsapklieren. dood bacteriën door zuur en bevat enzymen die eiwitten afbreken. de maagportier bepaald wanneer voedsel door mag
Slide 10 - Tekstslide
reflux
maag klep sluit niet goed en een baby ligt veel.
wat gebeurt er dan?
hoe kan je dit oplossen?
Slide 11 - Tekstslide
twaalfvingerige darm
hier gebeurt veel!
de lever maakt gal en slaat dit op in de galblaas. doormiddel van de galbuis komt het gal in de alvleesklier. daar wordt het alvleessap en gal via de afvoerbuis naar de twaalfvingerige darm gebracht
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
wat doet gal?
wat doet alvleessap
verschillende enzymen die zorgen voor de vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten.
Slide 14 - Tekstslide
darmsap
wordt gemaakt in de darmsapklieren
Darmsap bevat enzymen die de vertering van eiwitten enkoolhydraten afmaken.