11.3 Zwangerschap

11.3 Zwangerschap 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

11.3 Zwangerschap 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
- Het 'Biologische momentje' van de dag...
- Leerdoelen
- Check vorige les via Socrative
- Uitleg 11.3
- Bespreken 'koffer opdracht'. 

Slide 2 - Tekstslide

Het 'biologische momentje' van de dag...
Meerlingen:
  • Tegelijk geboren kinderen van één ouderpaar, waaronder:
      Twee-eiige meerling, eeneiige meerling of Siamese meerling
  • Siamese tweeling: een eicel + een zaadcel.
     Bolletje niet helemaal goed gesplitst of ze zijn
     te dicht bij elkaar ingenesteld en weer gedeeltelijk vastgegroeid. 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen:
Na deze les kun je: 

  • Uitleggen wat er wordt bedoeld met de embryonale fase.
  • Uitleggen waarom de embryonale fase een hele kritieke en belangrijke fase is.
  • Uitleggen wat het verschil is tussen de embryonale en foetus fase. 
  • Uitleggen wat de functie is van de vruchtvliezen en het vruchtwater.
  • Uitleggen wat de functies is van de placenta en hoe de placenta is opgebouwd.
  • Benoemen uit welke bloedvaten de navelstreng is opgebouwd.
  • Het verschil in transport van stoffen uitleggen tussen de navelstrengader en navelstrengslager. 
  • Uitleggen in welke fasen een geboorte plaatsvindt. 
  • Diverse vormen van meerlingen kunnen benoemen. 

Slide 4 - Tekstslide

Check vorige les
Ga naar: https://www.socrative.com/#login
Room name: BIOLOGIEHGM

Slide 5 - Tekstslide

Nieuwe stof
Uitleg 11.3

Slide 6 - Tekstslide

Steekwoorden vorige les 11.1

LH
FSH
Oestrogeen
Progesteron
Baarmoederslijmvlies
Menstruatie
Ovulatie
Geel lichaam
Follikel
Eicel
Steekwoorden vorige les 11.2

Bevruchting
Zygote
Klievingsdelingen
Embryonale stamcellen
Innesteling
Zwangerschapshormoon (HCG)
Kiemschijf
Vlokken 
Placenta 


Slide 7 - Tekstslide

Embryonale fase:
  • Embryo: moment van innesteling t/m 12e week.
     Zie bron 2 blz. 139!
  • In de embryonale fase wordt alles gevormd.
      Cruciale fase voor vorming organen, ledematen etc.

  • Foetus: groei/afronding, (vanaf 12e week). Zie blz. 140. 

  • Placenta via navelstreng verbonden met embryo/foetus.
  • Vruchtwater + vruchtvliezen:
     bescherming tegen stoten en uitdroging.

Slide 8 - Tekstslide

Embryo / foetus

Slide 9 - Tekstslide

Hoeveel navelstrengslagaders en navelstrengaders zitten er in de navelstreng?
A
1 slagader en 1 ader
B
1 slagader en 2 aders
C
2 slagaders en 1 ader
D
2 slagaders en 2 aders

Slide 10 - Quizvraag

In de navelstreng zitten twee soorten bloedvaten: de navelstrengader en navelstrengslagader.
Waar gaan de voedingsstoffen en zuurstof doorheen?
A
Navelstrengslagader
B
Navelstrengader

Slide 11 - Quizvraag

Navelstreng:
  • 1 navelstrengader en 2 navelstrengslagaders.
  • LET OP! Verschil tussen O2 arm en rijk!


  • 1 Navelstrengader: voedingsstoffen + O2 van moeder naar embryo/foetus. 
  • 2 Navelstrengslagaders: CO2 + afvalstoffen van embryo/foetus naar moeder.
  • LR bron 6 blz. 141!


Slide 12 - Tekstslide

Wat is de functie van de placenta?
A
Voedingsstoffen en zuurstof naar de baby
B
Afvalstoffen vanaf de baby naar de moeder
C
Beide antwoorden zijn juist
D
Beide antwoorden zijn onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Placenta:
  • Embryo/foetusbloedvaten liggen naast de bloedvaten van de
     moeder. Uitwisseling van stoffen kan zo plaatsvinden
    (O2, glucose, afvalstoffen etc.). 

     Bloedvaten moeder en kind zitten dus niet aan elkaar vast gegroeid!

  • Placenta: tegenhouden schadelijke stoffen.
      LR bron 5 blz. 141! en zie bron 7/8 blz. 142
      (behalve alcohol, medicijnen, drugs, nicotine en bepaalde ziektes).
  • Afwijkingen embryonale fase:
     (door schadelijke stoffen, bijvoorbeeld alcohol gebruik, FAS syndroom, zie blz. 142).

Slide 14 - Tekstslide

Placenta

Slide 15 - Tekstslide

De geboorte van de placenta noemen we de...
A
Indalingsfase
B
Ontsluitingsfase
C
Uitdrijvingsfase
D
Nageboortefase

Slide 16 - Quizvraag

Geboorte:
  • (39 weken) zwangerschap.
  • Geboorte in meerdere fasen:
      1. Indaling.
      2. Ontsluiting.
      3. Uitdrijving.
  • Fase 4 is na de bevalling.
     4. Nageboorte
  • LR bron 10 en 12 blz. 143.

Slide 17 - Tekstslide

Een gezin heeft twee tweelingen.
-Tweeling A is een jongen en een meisje,
- tweeling B zijn twee jongens.

Wat voor soort tweelingen zijn A en B?
A
Tweeling A is een-eiig, Tweeling B is twee-eiig
B
Tweeling A is een-eiig Tweeling B is een-eiig
C
Tweeling A is twee-eiig Tweeling B is twee of een-eiig
D
Tweeling A is twee-eiig Tweeling B is een-eiig

Slide 18 - Quizvraag

Meerlingen:
  • Meerling - tegelijk geboren kinderen van één ouderpaar, waaronder:
     - Eeneiige tweeling: genetisch gelijke tweeling.
         (1 eicel + 1 zaadcel. Klievingsdelingen te heftig,
         waardoor bolletje cellen is gescheurd
         en beide zich verder hebben ontwikkeld.)
     - Twee-eiige tweeling: genetisch ongelijke tweeling.
         (2 eicellen plus elk hun eigen zaadcel.)
  • LR bron 13 blz. 144!
  • Siamese tweeling - samengegroeide tweeling.

Slide 19 - Tekstslide

Einde uitleg
Vragen?
Volgende les paragraaf 11.4
Bespreken opdracht 'We duiken de koffer in'. 

Slide 20 - Tekstslide