Het stikstofprobleem

een scheikundeles voor 4M over het stikstofprobleem
De stikstofkringloop

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

een scheikundeles voor 4M over het stikstofprobleem
De stikstofkringloop

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kunt goede informatie verzamelen uit informatieve teksten.
2. Je kunt reactieschema’s opstellen bij de gevonden informatie.
3. Je kunt een reactieschema omzetten in een kloppende reactievergelijking.
4. Je kunt "infographic" schetsen bij de reactievergelijking.
5. Je kunt uitleggen waaruit “het stikstofprobleem” (onder andere) bestaat.

Slide 2 - Tekstslide

Ik begrijp wat er met het stikstofprobleem van Nederland bedoeld wordt
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Wat zegt de wetenschap
In het filmpje op de volgende dia legt Jan Willem Erisman uit waarom Nederland een stikstofprobleem heeft.

Jan Willem Erisman is hoogleraar Milieu en Duurzaamheid aan de Universiteit Leiden bij het Centrum voor Milieuwetenschappen. 

Jullie bekijken eerst het begin van het filmpje  en aan het eind van het project volgt het tweede deel van het filmpje.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Expertgroepen
Fase 1: iedereen wordt ingedeeld in één van de
3 expertgroepen.
E1. stikstofoxiden - NOx
E2. ammoniak
E3. zure regen

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht voor expertgroepen in fase 1 
Bestudeer de teksten die jullie gekregen hebben. 
a. Noteer het reactieschema van één reactie die wordt beschreven. Laat deze controleren door de docent.
b. Maak vervolgens bij het reactieschema een kloppende
     reactievergelijking.
c. Ontwerp een eenvoudige infographic  (voorbeeld op
     volgende dia)
bij het beschreven proces.

timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Infographic
Voorbeeld van een
 infographic over:

koe – mest – ammoniak

Slide 8 - Tekstslide

Uitwerking expertgroep E1
Zuurstof + stikstof --> stikstofmono-oxide 
Zuurstof + stikstof --> stikstofdioxide 

O2 + N2 --> 2 NO
2 O2 + N2 --> 2 NO2

Slide 9 - Tekstslide

Uitwerking expertgroep E2
Stikstof + waterstof --> ammoniak

N2 + 3 H2 --> 2 NH3


Slide 10 - Tekstslide

Uitwerking expertgroep E3
Stikstofdioxide + water --> salpeterzuur + stikstofmono-oxide 
zwaveldioxide + water + zuurstof  --> zwavelzuur

3 NO2 + H2O --> 2 HNO3 + NO 
2 SO2 + O2 + 2 H2O --> 2 H2SO4

Slide 11 - Tekstslide

Wat zegt de wetenschap
In het filmpje op de volgende dia legt Jan Willem Erisman (verder) uit waarom Nederland een stikstofprobleem heeft.

Deel 2 van het filmpje.........

Opdracht: Na het filmpje krijgen jullie een aantal meerkeuze vragen
                     over het stikstof verhaal. Luister dus goed en maak eventueel
                     aantekeningen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

1. N2 (g) wordt ook wel:
A
niet-reactief stikstof genoemd
B
reactief stikstof genoemd

Slide 14 - Quizvraag

2. Reactieve stikstofverbindingen zijn:
A
N2, NOx en NH3
B
N2 en NOx
C
N2 en NH3
D
NOx en NH3

Slide 15 - Quizvraag

3. Bij de verbranding van fossiele brandstoffen ontstaan stikstofoxiden, doordat:
A
zuurstof uit de lucht reageert met stikstof uit de fossiele brandstoffen
B
zuurstof en stikstof uit de lucht met elkaar reageren bij de hoge temperaturen van de motoren

Slide 16 - Quizvraag

4. Veel ammoniak is afkomstig uit:
A
koemest
B
dierlijke mest
C
kunstmest

Slide 17 - Quizvraag

5. Het aantal verschillende planten dat in de natuur voorkomt is groot, als er:
A
veel stikstof in de grond beschikbaar is
B
veel stikstof in de lucht beschikbaar is
C
weinig stikstof in de grond beschikbaar is
D
weinig stikstof in de lucht beschikbaar is

Slide 18 - Quizvraag

6. Een weelderige groei van veel dezelfde planten zorgt voor:
A
veel verschillende insecten
B
het uitsterven van veel soorten insecten

Slide 19 - Quizvraag

7. Welke stelling is juist?
A
Reactief stikstof is van invloed op hoeveelheid fijnstof
B
Reactief stikstof is geen broeikasgas
C
Reactief stikstof draagt bij aan een goede ozonlaag
D
Reactief stikstof is niet oplosbaar in water

Slide 20 - Quizvraag

8. De uitstoot van reactieve stikstofverbindingen:
A
mag de komende jaren niet toenemen
B
moet gehalveerd worden
C
moet voorkomen worden
D
mag de komende jaren minder toenemen

Slide 21 - Quizvraag

Ik begrijp (beter) wat er met het stikstofprobleem van Nederland bedoeld wordt
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Ik kan aan anderen uitleggen wat er met het stikstofprobleem van Nederland bedoeld wordt
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

TOP dit heb ik geleerd van deze les

Slide 24 - Open vraag

ik heb de volgende TIP voor de makers van deze les

Slide 25 - Open vraag