les 2

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

Les 2

Zinnen in de ik-vorm

Zinnen in de hij-vorm

Zinnen in de wij-vorm

meervoud

Wat is het meervoud van ik?

Wat is het meervoud van hij of zij?

Wat is het meervoud van jij?

Hebben jullie het bord gezien?

1. 1e persoon MV
2. 2e persoon MV
3. 1e persoon EV
4. 3e persoon MV

Wij kennen de verkeersregels.

1. 2e persoon EV
2. 1e persoon MV
3. 3e persoon MV
4. 1e persoon EV

Zij wil op paardrijden.

In welke persoon staat deze zin?

1. 1e persoon enkelvoud
2. 2e persoon enkelvoud
3. 3e persoon enkelvoud
4. 1e persoon meervoud

Ik zal je iets vertellen.

1. 1e persoon enkelvoud
2. 1e persoon meervoud

Wij spelen op straat.

1. 1e persoon enkelvoud
2. 1e persoon meervoud

In de duinen staat een rode vuurtoren.

1. 1e persoon enkelvoud
2. 2e persoon enkelvoud
3. 3e persoon enkelvoud

Wij zitten in de klas.

1. 1e persoon meervoud
2. 2e persoon meervoud
3. 3e persoon meervoud

Hebben jullie het bord gezien?

1. 1e persoon meervoud
2. 2e persoon meervoud
3. 3e persoon meervoud

De kok gooit de pasta in een schaal.

1. 1e persoon EV
2. 2e persoon EV
3. 3e persoonEV

Hebben zij de boeken al ingeleverd.

1. 1e persoon meervoud
2. 2e persoon meervoud
3. 3e persoon meervoud

Schrijf de ik-vorm (1e persoon) van het werkwoord op.


Wij voetballen de hele middag.

1. voetbal
2. voetbalt
3. voetballen
4. gevoetbald

Welk woord hoort bij de 1e persoon enkelvoud?

1. wij
2. jullie
3. ik
4. de man

Ik heb deze vraag zelf bedacht.

1. 1e persoon enkelvoud
2. 1e persoon meervoud
3. 2e persoon enkelvoud
4. 3e persoon meervoud

Ik zal iets vertellen.

Wat is de 1e persoon enkelvoud in deze zin?

1. zal
2. Ik
3. iets
4. vertellen

1e, 2e of 3e persoon?
Wij lopen samen naar de stad.

1. 1e persoon meervoud
2. 2e persoon meervoud
3. 3e persoon enkelvoud
4. 3e persoon meervoud

Hebben zij de boeken al ingeleverd.

1e persoon

2e persoon

3e persoon

enkelvoud

meervoud

Vannacht schrok ik wakker.

1e persoon

2e persoon

3e persoon

enkelvoud

meervoud

Je hebt een fantastisch plan bedacht.

1e persoon

2e persoon

3e persoon

enkelvoud

meervoud

In de duinen staat en rode vuurtoren.

1e persoon

2e persoon

3e persoon

enkelvoud

meervoud

Aan de slag

Verwerken taal

week 1 les 2