13.2 Gaswisseling 5H 2425

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 13.2 Gaswisseling
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 13.2 Gaswisseling

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 13.2
Leerdoel 5 t/m 8 uit het boek

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel 5, 6 en 8
  • Je legt uit hoe de gaswisseling in de longblaasjes plaatsvindt.
  • Je herkent de factoren die van invloed zijn op de gaswisselingssnelheid.
  • Je legt uit hoe astma en COPD de gaswisseling beïnvloeden.

Slide 3 - Tekstslide

Longblaasjes
70-80m2

Slide 4 - Tekstslide

ventilatie-stroomsnelheid-afstand-oppervlak

Slide 5 - Tekstslide

Dode ruimte/ventilatie
Na een uitademing blijft er nog lucht
achter in de luchtpijp en bronchiën.
Deze lucht is zuurstofarm (want komt
uit je longblaasjes).
Bij een nieuwe inademing adem je deze
lucht als eerst in.

Slide 6 - Tekstslide

ventilatie-stroomsnelheid-afstand-oppervlak

Slide 7 - Tekstslide

ventilatie-stroomsnelheid-afstand-oppervlak

Slide 8 - Tekstslide

Gaswisseling bij aandoeningen
Astma: luchtweg-ontsteking, slijmophoping: minder lucht bij de longblaasjes. Opgewekt door prikkelende stoffen. Niet continu.
COPD: verzamelnaam voor de ziekten longemfyseem en chronische bronchitis. Vaak veroorzaakt door roken.
Longemfyseem: kapotte longblaasjes en dichtgeklapte bronchiolen -> kleiner longoppervlak




                     


Slide 9 - Tekstslide

Leerdoel 7
Je beschrijft hoe het ademcentrum de ademhaling regelt.

Slide 10 - Tekstslide

Leerdoel 7
Je beschrijft hoe het ademcentrum de ademhaling regelt.

Chemoreceptoren (O2 en CO2)
drukreceptoren
pO2 en pCO2

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel 7
Je beschrijft hoe het ademcentrum de ademhaling regelt.

Chemoreceptoren (O2 en CO2) meten de hoeveelheid zuurstof en CO2 in het bloed.
Bij teveel CO2 wordt een signaal gestuurd naar het ademcentrum in de hersenen.
Daar worden de ademhalingsspieren aangestuurd.
Als er behoefte aan is kun je overgaan op een extra diepe ademhaling om het overschot aan CO2 en tekort aan O2 op te lossen. 

Slide 12 - Tekstslide

Inademing
Borstademhaling

Buikademhaling

-> borstholte vergroot

Slide 13 - Tekstslide

Uitademing
Borstademhaling

Buikademhaling

-> borstholte verkleint



Slide 14 - Tekstslide

Extra diepe ademhaling
Hulp van spieren in de nek die de borstkas extra optillen: diepere inademing

Hulp van de inwendige ribspieren om de borstkas extra naar beneden te trekken: diepere uitademing
Hulp van de buikspieren om het middenrif extra naar boven te drukken: diepere uitademing




Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je legt uit hoe de gaswisseling in de longblaasjes plaatsvindt.
  • Je herkent de factoren die van invloed zijn op de gaswisselingssnelheid.
  • Je beschrijft hoe het ademcentrum de ademhaling regelt.
  • Je legt uit hoe astma en COPD de gaswisseling beïnvloeden.

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Opdrachten 13.2
Leerdoelen 5 t/m 8

Slide 17 - Tekstslide