Mijn tweede roman De Kier is een Rotterdams epos over stille heldinnen in de grote stad, een ode aan de kracht van overlevers. Verschillende vrouwen strijden tegen onderdrukking en huiselijk geweld. Een van de belangrijkste personages, Asha, is een verborgen vrouw. Het boek toont het verborgen leed in de grote stad, maar ook de enorme kracht achter dit leed. De personages zijn zeer divers qua achtergrond, een aantal heeft een Hindoestaanse achtergrond. Na de verschijning van dit boek kreeg ik vaak de vraag of ik met dit boek een punt wil maken over de Hindoestaanse ervaring. Ik wil dat verschillende perspectieven vanzelfsprekend zijn, het mijne is toevallig Hindoestaans (en daarnaast heb ik zelf nog zoveel andere perspectieven). Dat is geen statement. En juist omdat ik wil dat verschillende perspectieven vanzelfsprekend zijn in de (Nederlandse) wereld van de literatuur, draag ik voor dit project mijn roman De Kier aan.