4M par 4.3: Kun je aan het werk?

Welkom  
economen!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom  
economen!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Even kort herhalen.
  • Nakijken 4.2 
  • Leerdoelen 4.3
  • Instructie 4.3
  • Aan de slag met 4.3
  • Evalueren van de leerdoelen
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 4: Werk aan de winkel


4.1 Sta je sterk in je werk?
4.2 Waar kun je werken?
4.3 Kun je aan het werk?
4.4 Werk voor iedereen?

Slide 3 - Tekstslide




Welke 4 ondernemingsvormen zijn er?
Eenmanszaak
VOF
NV
BV

Slide 4 - Tekstslide




Wat is het belangrijkste verschil tussen een eenmanszaak en een vof?
Bij een eenmanszaak is er slechts één eigenaar, bij een VOF zijn er twee of meer eigenaren.

Slide 5 - Tekstslide




Wat is het belangrijkste verschil tussen een BV en een NV?
Bij een BV zijn de aandelen niet vrij verhandelbaar, bij een NV kan iedereen op de effectenbeurs de aandelen van het bedrijf kopen. 

Slide 6 - Tekstslide




Wat is het belangrijkste verschil tussen een eenmanszaak/VOF en een BV/NV?
Bij een eenmanszaak en VOF zijn de eigenaren met privévermogen aansprakelijk. Bij een BV en een NV de eigenaren (aandeelhouders) niet met hun privévermogen aansprakelijk. 

Slide 7 - Tekstslide

Vragen over par. 4.2?

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 4.3

Na deze les weet je...
  • wanneer er werkgelegenheid is. 
  • in welke sectoren je kunt werken. 
  • hoe de arbeidsmarkt in elkaar zit.
  • wanneer je meegeteld wordt in de werkloosheidscijfers.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?

Wat is het verschil tussen een abstracte markt en een concrete markt?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de arbeidsmarkt dan?
Concreet of abstract?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Arbeidsmarkt
Vraag naar arbeid?
  • komt van de beroepsbevolking/ werkgevers.
Aanbod van arbeid?
  • komt van de beroepsbevolking/ werkgevers.

Slide 13 - Tekstslide

We spreken van een krappe arbeidsmarkt als de vraag naar arbeid groter is dan het aanbod van arbeid.
Wanneer spreken we van een krappe arbeidsmarkt?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide


Welke van de vier productiesectoren zie je hiernaast?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 16 - Quizvraag

Welke van de vier productiesectoren zie je hiernaast?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector

Slide 17 - Quizvraag

Sleep de juiste beroepen naar de juiste sectoren. 
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
Kapper
Brandweerman
Stratenmaker
Aardbeien kweker
Bakker
Verpleger
Winkelpersoneel
Melkveehouder

Slide 18 - Sleepvraag

Wie zijn de vragers naar arbeid?
A
werknemers
B
werkgevers

Slide 19 - Quizvraag

Waar komt het aanbod van arbeid vandaan?

A
werkgevers
B
arbeidsverdeling
C
beroepsbevolking
D
arbeidsmarkt

Slide 20 - Quizvraag

Bij een krappe arbeidsmarkt zullen
de lonen waarschijnlijk ........
A
stijgen
B
dalen

Slide 21 - Quizvraag

Wanneer de vraag naar arbeid kleiner is dan het aanbod van arbeid, spreken economen van een ...
A
krappe arbeidsmarkt
B
ruime arbeidsmarkt

Slide 22 - Quizvraag

Als je 14 jaar bent en een krantenwijk hebt hoor je dan bij de beroepsbevolking?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Bij werkloosheid is de vraag naar arbeid groter/kleiner dan het aanbod er van
A
groter
B
kleiner

Slide 24 - Quizvraag

1. Maak vanaf blz. 115    opdracht 2-3-4-8-10

2. Maak op blz. 125   opdracht
Wat vond jij van de lesstof?
<- lastig 
 of 
makkelijk ->
1. Maak vanaf blz. 115   opdracht 2-3-4-8-10

2. Maak op blz. 127    opdracht 
Aan het (huis)werk!
Iedereen: 
Maak de samenvattende vragen 4.3 
Opdracht 26 t/m 42
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 4.3
Na deze les weet je...
  • wanneer er werkgelegenheid is. 
  • in welke sectoren je kunt werken. 
  • hoe de arbeidsmarkt in elkaar zit.
  • wanneer je meegeteld wordt in de werkloosheidscijfers.

Slide 26 - Tekstslide