Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
B&F, Grip blok 3 les 5
Grip Blok 3 les 5
1 / 41
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 6
In deze les zitten
41 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grip Blok 3 les 5
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Moeilijk woord
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet jij over krokodillen?
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het signaalwoord in de zin?
Eerst grijpt hij de prooi razendsnel met zijn kaken.
A
eerst
B
razendsnel
C
met
D
zijn
Slide 6 - Quizvraag
Bekijk de vorm, titel en illustraties van de tekst.
Waar kun je deze tekst vinden?
(2 antwoorden)
A
in een schoolboek
B
in een folder van een dierentuin
C
in een krant
D
in een dagboek
Slide 7 - Quizvraag
Je wilt graag alles weten over de krokodil. Hoe lees je deze tekst dan?
A
globaal
B
precies
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een 'echte' krokodil en een alligator?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Kijk naar het kaartje 'waar leeft de krokodil?' Welk soort krokodil komt maar in één gebied voor?
A
de alligator
B
de gaviaal
C
de 'echte' krokodil
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Welk woord hoort erbij?
een dier dat kruipt en eieren legt
A
de prooi
B
koudbloedig
C
het reptiel
D
de hyena
Slide 15 - Quizvraag
Welk woord hoort erbij?
het bloed is even warm als de temperatuur van de omgeving
A
de prooi
B
koudbloedig
C
het reptiel
D
de hyena
Slide 16 - Quizvraag
Welk woord hoort erbij?
een roofdier met vlekken of strepen op zijn vel
A
de prooi
B
koudbloedig
C
het reptiel
D
de hyena
Slide 17 - Quizvraag
Welk woord hoort erbij?
een dier dat door een roofdier wordt gevangen en opgegeten
A
de prooi
B
koudbloedig
C
het reptiel
D
de hyena
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Waarnaar verwijst het woord 'hem':
Je herkent hem aan zijn lange, ...
(regel 23, 24)
A
de alligator
B
de gaviaal
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Waarnaar verwijs het woord 'dit'?
Dit gebruikt hij als hij weinig eten vindt. (regel 38)
A
de prooi
B
het vet in zijn staart
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Waarnaar verwijs het woord 'dit'?
Dit is anders dan bij jou (regel 46)
A
de temperatuur van het bloed
B
de temperatuur van de omgeving
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Kijk in de tekst. Onder welk kopje vind je deze informatie?
hoe de krokodil zijn prooi vangt
A
De krokodillenfamilie
B
Wat eet de krokodil?
C
Hoe leeft de krokodil?
D
Jonge krokodilletjes
Slide 26 - Quizvraag
Kijk in de tekst. Onder welk kopje vind je deze informatie?
hoe de krokodil zijn jongen beschermt
A
De krokodillenfamilie
B
Wat eet de krokodil?
C
Hoe leeft de krokodil?
D
Jonge krokodilletjes
Slide 27 - Quizvraag
Kijk in de tekst. Onder welk kopje vind je deze informatie?
de verschillende soorten krokodillen
A
De krokodillenfamilie
B
Wat eet de krokodil?
C
Hoe leeft de krokodil?
D
Jonge krokodilletjes
Slide 28 - Quizvraag
Kijk in de tekst. Onder welk kopje vind je deze informatie?
wanneer de krokodil op jacht gaat
A
De krokodillenfamilie
B
Wat eet de krokodil?
C
Hoe leeft de krokodil?
D
Jonge krokodilletjes
Slide 29 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord van tijd in de zin?
Eerst grijpt hij de prooi razendsnel met zijn enorme kaken.
A
eerst
B
grijpt
C
razendsnel
D
met
Slide 30 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord van tijd in de zin?
De krokodil verscheurt het dier vervolgens in stukken.
A
verscheurt
B
vervolgens
C
in
D
stukken
Slide 31 - Quizvraag
Wat is het signaalwoord van tijd in de zin?
Ten slotte eet hij de prooi op.
A
ten slotte
B
eet
C
hij
D
op
Slide 32 - Quizvraag
Slide 33 - Tekstslide
Wat zijn de kernwoorden, belangrijke woorden, in het stukje hoe leeft de krokodil? Schrijf twee kernwoorden op.
Slide 34 - Open vraag
Je wilt een tekst goed begrijpen. Wat doe je als eerst?
A
vragen bij de tekst bedenken
B
kernzinnen en kernwoorden onderstrepen
C
titel, plaatjes en kopjes bekijken
D
bedenken wat ik al over het onderwerp weet
Slide 35 - Quizvraag
Je wilt een tekst goed begrijpen. Wat doe je als tweede?
A
vragen bij de tekst bedenken
B
kernzinnen en kernwoorden onderstrepen
C
titel, plaatjes en kopjes bekijken
D
bedenken wat ik al over het onderwerp weet
Slide 36 - Quizvraag
Je wilt een tekst goed begrijpen. Wat doe je als derde?
A
vragen bij de tekst bedenken
B
kernzinnen en kernwoorden onderstrepen
C
titel, plaatjes en kopjes bekijken
D
bedenken wat ik al over het onderwerp weet
Slide 37 - Quizvraag
Je wilt een tekst goed begrijpen. Wat doe je als vierde?
A
vragen bij de tekst bedenken
B
kernzinnen en kernwoorden onderstrepen
C
titel, plaatjes en kopjes bekijken
D
bedenken wat ik al over het onderwerp weet
Slide 38 - Quizvraag
Waarom kun je de mens de grootste vijand van de krokodil noemen? Bedenk een reden en schrijf op.
Slide 39 - Open vraag
Bedenk een Hoe-vraag en een Waarom-vraag bij de tekst. Schrijf beide vragen op.
Slide 40 - Open vraag
Goed gedaan!
Slide 41 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
B&F: groep 6 blok 3 les 5 herhaling (mixles)
Januari 2021
- Les met
25 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 6
NB Schatzoeken in Ommeren
Maart 2024
- Les met
40 slides
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 7,8
Vogelvlucht Avontuur
Maart 2024
- Les met
13 slides
Examentraining Duits
April 2022
- Les met
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Wereldoriëntatie 7/8 - Begrijpend lezen - Wat een weer
Oktober 2024
- Les met
10 slides
door
Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezen
Basisschool
Groep 7,8
Kidsweek in de Klas
H2.3 verwijswoorden klas 2C
November 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
S16 - Signaalwoorden en verwijswoorden
Januari 2023
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
H2.3 verwijswoorden klas 2B
November 2021
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2