Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
6.4 Meewerkend voorwerp
Vak:
Nederlands
Hoofdstuk:
6.4 Meewerkend voorwerp
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Vak:
Nederlands
Hoofdstuk:
6.4 Meewerkend voorwerp
1.
Lesopening
2.
Lesdoel
3.
Arrangementen + mini-check
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
Slide 1 - Tekstslide
1. Lesopening
Pak je boek van Nederlands en open deze op blz. 263
Huiswerk controle:
6.3 opdracht 6 + 7
Slide 2 - Tekstslide
2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- heb je de lesstof van blok 1 t/m 5 herhaald;
- herken je het meewerkend voorwerp met
voor
.
Slide 3 - Tekstslide
3. Arrangementen
- Verdiept:
kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig les 6.4 opdracht 1 t/m 3 op blz. 263 en 264.
Jessica, Gijs, Jochem & Jamie
- Basis:
doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Krystian, Jaysen, Niek & Zouhir
-
Intensief:
doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
n.v.t.
Slide 4 - Tekstslide
Mini-check
Leerlingen in het
basis
en
intensief
arrangement doen mee met de mini-check.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin:
Ruby heeft voor haar oma een lekker luchtje meegenomen.
A
een lekker luchtje
B
voor haar oma
C
Ruby
D
heeft meegenomen
Slide 6 - Quizvraag
Zit er een meewerkend voorwerp in de volgende zin?
Voor mij staat een lange rij wachtenden.
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp in de volgende zin:
Stan is voor mij te lief geweest.
A
Stan
B
is geweest
C
voor mij
D
te lief
Slide 8 - Quizvraag
Zit er een meewerkend voorwerp in de volgende zin?
Voor hem wordt een grote taart gemaakt.
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
Wie maakt wat?
Had je alle vragen goed? Dan ga je in stilte zelfstandig aan de slag met 6.4 opdracht 1 t/m 3 op blz. 263 en 264.
Lees de theorie goed door!
De rest doet mee met de instructie.
Slide 10 - Tekstslide
4. Instructie
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Meewerkend voorwerp (mv)
Het meewerkend voorwerp is een zinsdeel.
Dit zinsdeel geeft aan voor wie iets bestemd is.
Meewerkend voorwerp (mv)
Slide 13 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp (mv)
Het meewerkend voorwerp is een zinsdeel.
Dit zinsdeel geeft aan voor wie iets bestemd is.
Bijvoorbeeld:
De groenteboer gaf een komkommer aan zijn klant
Meewerkend voorwerp (mv)
Slide 14 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp (mv)
Het meewerkend voorwerp is een zinsdeel.
Dit zinsdeel geeft aan voor wie iets bestemd is.
Bijvoorbeeld:
De groenteboer gaf een komkommer aan zijn klant
Wie ontvangt iets?
Meewerkend voorwerp (mv)
Slide 15 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp (mv)
Het meewerkend voorwerp is een zinsdeel.
Dit zinsdeel geeft aan voor wie iets bestemd is.
Bijvoorbeeld:
De groenteboer gaf een komkommer aan
zijn klant
Wie ontvangt iets? -> zijn klant
Meewerkend voorwerp (mv)
Slide 16 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp
Marc | maakte | voor Roos | een ontbijtje
Pv: maakte
Ow: Marc
Wg: maakte
Lv: een ontbijtje
Mv:
Voor wie is hier iets bestemd?
Meewerkend voorwerp (mv)
Slide 17 - Tekstslide
Meewerkend voorwerp (mv)
Marc | maakte | voor Roos | een ontbijtje
Pv: maakte
Ow: Marc
Wg: maakte
Lv: een ontbijtje
Mv: voor Roos
Voor wie is hier iets bestemd?
Meewerkend voorwerp (mv)
Slide 18 - Tekstslide
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag
(basis)
?
Krystian, Jaysen, Niek & Zouhir:
Je maakt zelfstandig les 6.4 opdracht 1 t/m 3 op blz. 263 en 264.
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig
(intensief)
?
- of had je alle vragen van de mini-check fout?
Wij maken samen opdracht 3 zin 1 t/m 4.
Slide 19 - Tekstslide
6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig 6.4 opdracht 1 t/m 3 op blz. 263 en 264.
Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na
Daarna ga je in
stilte
lezen.
timer
1:00
Slide 20 - Tekstslide
7. Evaluatie
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?
Lesdoel:
- herken je het meewerkend voorwerp met voor?
Slide 21 - Tekstslide
8. Huiswerk & Toetsen
Huiswerk:
Maandag 10 juni
6.4 opdracht 1 t/m 3
Toetsen:
Donderdag 13 juni
SO grammatica H5 + H6
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
LJ1: 6.7 + 6.8 WJHN? Onderwerp, bijv. nw, voorzetsels LJ2: 6.4 Meewerkend voorwerp
Augustus 2022
- Les met
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Grammatica - Meewerkend voorwerp
April 2024
- Les met
42 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
5.1 Grammatica - Meewerkend voorwerp
Januari 2024
- Les met
46 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
6.4 Meewerkend voorwerp
September 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
grammatica h4, 5 en 6 zinsontleding
Februari 2018
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
2bkt1 herhalen ontleden, lv, mv. bwb
Februari 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
2tha1 Herhalen ontleden, lv, mv. bwb
Februari 2024
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
2. Herhalen ontleden, lv, mv. bwb
Oktober 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3