H5 1 nov

Assisteren in de gezondheidszorg 

Hoofdstuk 5: gegevens verzamelen over de gezondheid 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Assisteren in de gezondheidszorg 

Hoofdstuk 5: gegevens verzamelen over de gezondheid 

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 5
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • Waarom het belangrijk is om volgens een protocol te werken
  • Hoe je volgens protocollen lengte, gewicht en buikomvang meet
  • Hoe je volgens protocol BMI berekent
  • Hoe je volgens protocol temperatuur opneemt, bloeddruk meet en bloedsuikercontrole afleest.

Slide 2 - Tekstslide

Werken volgens protocol

Een protocol is een document waarin vastligt:
- op welke manier bepaalde handelingen worden uitgevoerd.
- wat moet je doen als je een bepaalde 
   handeling uitvoert.
- welke volgorde je de 
   activiteiten uitvoert.


Slide 3 - Tekstslide

BMI : Body Mass Index 

Slide 4 - Tekstslide

Te hoog BMI?
Afvallen: minder calorieën eten, veel bewegen en gezonder                              eten.
Een hulp middel om gezond en 
gevarieerd te eten is de Schijf van Vijf.


Slide 5 - Tekstslide

Overgewicht
Vanaf welk BMI?
Vanaf welke buikomvang?
Wat te doen tegen overgewicht?

Slide 6 - Tekstslide

Op welke ziektes heb je een verhoogd risico als je veel buikvet hebt?

Slide 7 - Tekstslide

Meer risico op:
  • Diabetes
  • Hart en vaatziekten
  • Kanker 

Slide 8 - Tekstslide

Ondergewicht:
Vanaf welk BMI?
Vanaf welke buikomvang?
Wat te doen tegen ondergewicht?

Slide 9 - Tekstslide

Te laag BMI?
  • Vijf tot zeven keer per dag een kleine maaltijd.
  • Voldoende eiwit (vlees, vis, ei, zuivel, vleesvervangers, sojaproducten, peulvruchten en noten).
  • Eetstoornis moet altijd behandeld worden.


Slide 10 - Tekstslide

Schijf van Vijf 
  1. Eet gevarieerd.
  2. Eet niet te veel.
  3. Eet minder verzadigd vet.
  4. Eet veel groente, fruit en brood.
  5. Eet veilig.

Slide 11 - Tekstslide

Handelingen info verkrijgen  
Algemene informatie verkrijgen over de gezondheid van een patiënt: 
Lengte, gewicht en temperatuur opmeten. 

Slide 12 - Tekstslide

wat weten jullie al van het Hart en de hartslag/bloeddruk?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Controle van het hart
Doktersassistent
hartslag meten
bloeddruk meten 
Huisarts 
ECG maken 
Cardioloog 
Echo van het hart
MRI scan 

Slide 15 - Tekstslide

Hartslag meten 
  • ga ongeveer 10 minuten rustig zitten
  • leg 2 vingers op de binnenkant van je pols
  • tel 15 seconden je hartslag
  • vermenigvuldig dit getal met 4 
  • om je hartslag per minuut te weten.

Slide 16 - Tekstslide

Bloeddruk 
Bij iedere hartslag wordt bloed vanuit het hart door het lichaam gepompt. De bloeddruk is de druk die het bloed hierbij op de vaten uitoefent.

  • Bovendruk: deze wordt gemeten als het hart samenknijpt.
  • Onderdruk: deze wordt gemeten als het hart zich ontspant.
  • Gezonde bloeddruk rond de 140/90 mm Hg voor volwassenen. 


Slide 17 - Tekstslide

Te hoge bloeddruk?
  • Meer kans op een hartinfarct/hersenbloeding, minder zout eten en zorgen voor voldoende beweging.
  • Klachten: hoofdpijn, vermoeidheid, misselijkheid, braken,
       kortademigheid, rusteloosheid en wazig zien.
  • Gevolgen: CVA is een hersenbloeding: een deel van de hersenen krijgt tijdelijk geen zuurstof en raakt beschadigd.
      Hart- en vaatziekten is een verzamelnaam voor alle aandoeningen aan              hart en/of bloedvaten.
  •  Risicofactoren: stress, hoge bloeddruk, overgewicht, te hoog cholesterolgehalte, roken en te weinig bewegen.




Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Bloeddruk meten 
1. Ontspan voor de meting en zit rechtop op een stoel 
2. Plaats de bloeddrukband op de bovenarm
3. Leg de arm ontspannen op tafel
4. Start de meting op het apparaat 
5. Check je bloeddruk 

Slide 20 - Tekstslide

Wat weten jullie al over bloedsuiker en Diabetes?

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Diabetes
Bij diabetes zit er te veel glucose (suiker) in het bloed. Het lichaam kan het bloedsuiker niet op peil houden. Hier zijn verschillende oorzaken voor.
Diabetes is een chronische ziekte.

Type 1 en type 2

Slide 23 - Tekstslide

Symptomen:
  • extreme dorst en een droge mond
  • veel plassen
  • vermoeidheid
  • last van de ogen, zoals rode en branderige ogen, wazig zien, dubbel zien of slecht zien
  • slecht genezende wondjes
  • kortademigheid
  • pijn in de benen bij het lopen
  • infecties die vaak terugkomen, zoals blaasontsteking
Oorzaken: 
  • Type 1: 
Erfelijk
Virussen

  • Type 2:
Erfelijkheid 
(Ernstig) overgewicht
Te weinig bewegen
Roken
Ongezonde voeding (vet en suiker)



Slide 24 - Tekstslide

Bloedsuiker meten 
Met een bloedglucosemeter. 
Met een prikpen prik je in je vinger om een druppel bloed te krijgen. 
Plaats het bloed op een teststrip die je 
in de glucosemeter steekt. 
Binnen enkele seconden geeft de glucosemeter
je glucosewaarde weer op het scherm. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Praktijk bij Hoofdstuk 5 
In tweetallen, meten van je eigen: 
1. Temperatuur via oor en via oksel. (zelfde uitkomst?)
2. Bloeddruk
3. Hartslag  (Rust en na activiteit)
4. Bloedsuiker meten



Slide 27 - Tekstslide