Assisteren in de gezondheidszorg hfd 1-2-3

Assisteren in de gezondheidszorg 


Hoofdstuik 1-2-3
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Assisteren in de gezondheidszorg 


Hoofdstuik 1-2-3

Slide 1 - Tekstslide

de taken van de
apothekersassistente

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

de taken van de
tandartsassistente

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

de taken van de
doktersassistente

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Video

Wie heeft te maken met een medisch beroepsgeheim?
A
Iedereen die werkt in de zorg voor mensen
B
Alle autotechnieken
C
Iedereen
D
Alle docenten

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent medisch beroepsgeheim?
Dat je....
A
nooit gegevens van een cliënt onder de 12 jaar mag bespreken met de ouders.
B
nooit zonder toestemming gegevens van een cliënt mag gebruiken of bespreken met anderen.
C
wettelijk verplicht bent om gegevens van een cliënt door te geven aan de GGD.
D
wettelijk verplicht bent om gegevens van een cliënt op te nemen in de zorginfrastructuur.

Slide 9 - Quizvraag

Zijn deze vragen open of gesloten?
Welke hobby's heeft u?
Houdt u van spelactiviteiten?
Hebt u een goede conditie?
Bent u bekend met de voorzieningen in de wijk?
Hoe hebt u van ons aanbod gehoord?
open
gesloten
open
gesloten
open
gesloten
open 
gesloten
open 
gesloten

Slide 10 - Sleepvraag

Wat zijn taken van een assistent in het consultatie bureau?
A
Ontvangen van ouders en kinderen
B
De dagelijkse opvang voor een kind verzorgen
C
Uitleggen wat er gebeurd op een consultatie bureau
D
Meten, wegen en informatie opschrijven in het groeiboekje

Slide 11 - Quizvraag

Een controle vraag is een vraag die gesteld wordt om.....
A
Een vraag waarbij iemand kan antwoorden met: wanneer, waarom, wie en hoe
B
Je te verplaatsen in een ander
C
Erachter te komen of je de vraagsteller goed begrepen hebt

Slide 12 - Quizvraag

Denise is assistente in een tandartsenpraktijk. Mevrouw van Dijk komt de praktijk binnen met haar dochter  Chloe van 4 jaar oud. Chloe  houdt zich stevig aan haar moeder vast, en je ziet dat ze bijna moet huilen van de zenuwen. Wat kan Denise doen om Chloe op haar gemak te stellen? 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wat betekent 'De urgentie is hoog'
A
Iets is onbelangrijk
B
Er moet dringend iets gebeuren
C
Iets is heel belangrijk
D
Het gaat om een hoog gebouw

Slide 15 - Quizvraag

Sleep de afbeeldingen naar het juiste hokje. Is het wel of niet representatief?
Wel representatief
Niet representatief

Slide 16 - Sleepvraag

Hoe dit transportmiddel?
A
rolcontainer
B
dolly
C
magazijnwagen
D
steekwagen

Slide 17 - Quizvraag

Reinigen
Desinfecteren
Steriliseren
Keelspiegel
Stethoscoop
Mes voor operatie
Reflexhamer

Slide 18 - Sleepvraag

Hoevaak maak je iets schoon?
Dagelijks 
Wekelijks 
Maandelijks/ halfsjaarlijks 
vaatwasser 
badkamer schoonmaken 
ramen zemen 
koelkast schoonmaken
beddengoed verschonen 
kasten schoonmaken 
bed opmaken
aanrecht leegmaken

Slide 19 - Sleepvraag

Welk transportmiddel gebruik je voor het vervoeren van een zware doos?
A
Laadkar
B
Rolcontainer
C
Steekwagen
D
Tafelwagen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is empathie/inlevingsvermogen?

A
Een emotie
B
Je kunnen verplaatsen in de gevoelens van een ander
C
Geen gevoelens hebben
D
Dat je altijd vrolijk bent.

Slide 21 - Quizvraag

Hoe heet het systeem waarbij je in het magazijn, In een koelkast de nieuwe grondstoffen/producten altijd achter de oude zet?
A
Avivia
B
FIFA
C
Haccp
D
Fifo

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide