les reactiesnelheid

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Nask2 TL3

- Botsende deeltjes model

- Reactiesnelheid 

- Zelfstandig oefenen en nabespreken

Vorige les

Metaal, zout of 

moleculaire stof?

En waarom?

a) Kaliumjodide                      

b) Stikstofoxide                      

c) Kwik                                        

Vorige les

Voor deze les

Je kent de 5 factoren die de reactiesnelheid beïnvloeden

Je kan een reactiesnelheid verklaren door middel van het botsende deeltjes model

Botsende deeltjes model

- We weten wat een reactievergelijking is.

- Effectieve en ineffectieve botsingen

Reactiesnelheid

Er zijn 5 factoren die de reactiesnelheid beïnvloeden, 

- Soort stof

- Temperatuur

- Concentratie

- Verdelingsgraad

- Katalysator 

Katalysator

_{- Enzymen}

Een katalysator helpt de reactie, maar wordt zelf niet gebruikt.

Katalysator = stof die de reactie versnelt, maar niet weg gaat.

Veel gemaakte fout!

Als ik roer terwijl ik suiker oplos in water lost het suiker sneller op. Roeren is dus een katalysator.

FOUT!!!

Zelfstandig oefenen

Maak de opgaven die op de volgende dia staan, maak eerst opdracht 10 en 11, daarna 7, 8 en 9! 

Werk samen met je buurman/buurvrouw en gebruik je aantekeningen/internet/docent voor hulp.

Schrijf/typ je antwoorden op, om 11:55 gaan we de opdrachten bespreken!

10) Wanneer is de reactiesnelheid het hoogst; aan het begin of aan het eind van de reactie? En waarom?

11) Welk van de 5 factoren worden beïnvloed in de volgende voorbeelden?

a. Een eitje koken in kokend water stolt sneller dan in water van 80 graden C.

b. Gemalen koffiebonen geven makkelijker hun kleur/geur/smaak af dan ruwe koffiebonen.

c. Handgel met 80% alcohol ontsmet jouw handen sneller dan handgel met 40% alcohol.