Argumentatieschema's V6C

Argumentatieschema's
Argumentatiestructuur: de manier waarop argumenten aan een standpunt hangen.

Argumentatieschema's:  soorten argumentatie
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Argumentatieschema's
Argumentatiestructuur: de manier waarop argumenten aan een standpunt hangen.

Argumentatieschema's:  soorten argumentatie

Slide 1 - Tekstslide

Zes argumentatieschema's
Autoriteit
Vergelijking
Voorbeeld
Kenmerk of eigenschap
Oorzaak-gevolg
Voordelen- nadelen

Slide 2 - Tekstslide

Autoriteit
een standpunt wordt ondersteund door een uitspraak van een deskundige of gezaghebbende bron, bijv. wetenschappelijk onderzoek

Slide 3 - Tekstslide

Autoriteit
Je mag niet door rood rijden

want dat staat in de wet.

Slide 4 - Tekstslide

Autoriteit
Je moet minimaal twee keer per dag je tanden poetsen 

want dat zegt de tandarts

Slide 5 - Tekstslide

Vergelijking 
Er wordt een vergelijking gemaakt tussen twee gevallen en er wordt een overeenkomst geconstateerd: omdat het in het ene geval zo is, zal het bij het andere ook zo zijn. 

Slide 6 - Tekstslide

Vergelijking
Je kunt best een voldoende halen voor deze toets 

want Johan is het ook gelukt

Slide 7 - Tekstslide

Vergelijking
Nederland moet meer investeren in duurzaamheid

want Duitsland doet dat ook.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld 
Het standpunt wordt ondersteund door voorbeelden

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
Een topfunctie is haalbaar voor Nederlandse vrouwen 

want Neelie Smit Kroes is jarenlang Eurocommissaris geweest.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Zijn motivatie voor school is goed. Zo gaat hij dadelijks naar Mauricktijd en hij heeft altijd zijn huiswerk af. 

Slide 11 - Tekstslide

Kenmerk of eigenschap 
Als alle onderdelen van een groep hetzelfde kenmerk hebben, dan heeft één onderdeel van die groep dat kenmerk ook. 

Slide 12 - Tekstslide

Kenmerk of eigenschap
Dat is een goede zanger

want hij zingt altijd zuiver.

Slide 13 - Tekstslide

Kenmerk of eigenschap
Jean Paul Gaultier is een beroemd modeontwerper. Hij zal dus wel veel aandacht aan zijn eigen uiterlijk besteden. 

Slide 14 - Tekstslide

Oorzaak-gevolg (causaal)
Een feit of gebeurtenis leidt tot een ander feit of andere gebeurtenis

Slide 15 - Tekstslide

Oorzaak - gevolg
Hij heeft een onvoldoende gehaald (gevolg)

want hij heeft niet geleerd (oorzaak)

Slide 16 - Tekstslide

Oorzaak - gevolg
Dit is een gevaarlijke kruising (oorzaak

want er gebeuren hier veel ongelukken (gevolg)

Slide 17 - Tekstslide

Voor- en nadelen
Voor- en nadelen worden met elkaar vergeleken. 
Het kan ook zo zijn dat er alleen voor- of nadelen opgesomd worden. 

Slide 18 - Tekstslide

Voordelen-nadelen
Laten we deze zomer op vakantie naar Frankrijk gaan (advies/wens/keuze
want dan hebben we de grootste kans op mooi weer
(voordeel/nadeel)

Slide 19 - Tekstslide

Voordelen-nadelen
Een tussenjaar nemen is niet altijd verstandig, 
wel meer gemotiveerd, uitrusten is fijn,
aan de andere kant: iemand raakt uit studieritme 

Slide 20 - Tekstslide

Voordelen-nadelen
Mensen zouden wat meer mer de fiets naar het werk moeten gaan, want dit is beter voor het milieu, voor de conditie en voor het fileprobleem. 

Slide 21 - Tekstslide

Welk argumentatieschema wordt gebruikt in de volgende argumentatie?

Slide 22 - Tekstslide

Natuurlijk is hij tegen de bio-industrie: hij is vegetariër.
A
Voordelen-nadelen
B
Vergelijking
C
Kenmerk-eigenschap
D
Oorzaak-gevolg

Slide 23 - Quizvraag

Volgens Johan Cruijff moest Ajax meer investeren in jonge voetballers. Daarom is de jeugdopleiding van de club grondig aangepakt.
A
Voordelen-nadelen
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Autoriteit

Slide 24 - Quizvraag

Computergames kunnen een slechte invloed hebben op studieresultaten. Kijk maar naar mijn broertje: door de games komt hij niet meer aan zijn huiswerk toe.
A
Voorbeeld
B
Oorzaak-gevolg
C
Vergelijking
D
Autoriteit

Slide 25 - Quizvraag

Je haalt echt geen goed cijfer. Je bent gisteren pas begonnen met leren.
A
Autoriteit
B
Oorzaak-gevolg
C
Voordelen-nadelen
D
Voorbeeld

Slide 26 - Quizvraag

Als je last hebt van FOMO en vaak het gevoel hebt dat je niet zonder je mobiel kunt, ligt verslaving op de loer. Dit zegt Tischa Neve, pedagoog, gespecialiseerd in tienergedrag.
A
op basis van voorbeelden
B
op basis van autoriteit
C
op basis van kenmerken
D
op basis van voor- en nadelen

Slide 27 - Quizvraag

Het vuurwerkverbod is fijn, omdat de hulpverleners ontlast worden tijdens de jaarwisseling. Toch missen veel mensen nu het plezier van vuurwerk afsteken. Ook missen vuurwerkverkopers inkomsten.
A
op basis van kenmerken
B
op basis van voor- en nadelen
C
op basis van autoriteit
D
op basis van vergelijking

Slide 28 - Quizvraag

Amsterdam trekt jaarlijks veel toeristen vanwege zijn beroemde musea. Rijks Museum, Anne Frankhuis en Van Goghmuseum zijn goed voor bijna 6 miljoen bezoekers per jaar.
A
op basis van autoriteit
B
op basis van een vergelijking
C
op basis van kenmerken
D
op basis van voorbeelden

Slide 29 - Quizvraag


Aangezien scooterberijders een helm moeten dragen, lijkt het me niet meer dan logisch dat mensen die op een e-bike rijden dat ook moeten.
A
Autoriteit
B
Een voorbeeld
C
Oorzaak en gevolg
D
Vergelijking

Slide 30 - Quizvraag

Aan de slag!
Nakijken en extra oefenen. 

Slide 31 - Tekstslide