Persoonlijk- en bezittelijk voornaamwoord, woordsoorten
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Grammatica 3.7
Persoonlijk- en bezittelijk voornaamwoord, woordsoorten
Slide 1 - Tekstslide
Gisteren
Instructie persoonlijk- en bezittelijk voornaamwoord en telwoorden.
Begin gemaakt met de opdrachten van 3.7
3.7 opdracht 1 over de woordsoorten was lastig?
Slide 2 - Tekstslide
Woordsoorten benoemen
Je geeft elk woord in de zin een 'naam'
Je kan kiezen uit de volgende namen: werkwoord, zelfstandig naamwoord, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, voegwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord.
Slide 3 - Tekstslide
Vandaag
Kort herhalen woordsoorten
Kort herhalen persoonlijk- en bezittelijk voornaamwoord
Opdracht 1, 3, 4 en 6 nog een keer maken (alleen de opdrachten waar je echt veel fouten had/het moeilijk vond.
Woordzoeker woorden 3.5
Slide 4 - Tekstslide
Woordsoorten voorbeeld
Werkwoord (ww) - fietsen, lopen
Zelfstandig naamwoord (zn) - huis, stoel
Lidwoord (lw) - de, het, een
Bijvoeglijk naamwoord (bn) - zegt iets over een zn (mooie, leuke, asociale)