H3.3

Programma

  • 3.3 Oplossen met de balansmethode
  • Opgaven maken 
Formules en vergelijkingen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma

  • 3.3 Oplossen met de balansmethode
  • Opgaven maken 
Formules en vergelijkingen

Slide 1 - Tekstslide

 Leerdoelen

Deze les leer je:
oplossen met de balansmethode

Je hebt al geleerd:
  • inklemmen

Wij gaan 3 opgaven maken

Slide 2 - Tekstslide

3 x (z - 1) = w is hetzelfde als
A
w = 3 x (1 - z)
B
w = 3 x (z - 1)

Slide 3 - Quizvraag

formule korter schrijven
p = 3 x t + 4 kun je korter schrijven
p = 3t + 4

Slide 4 - Tekstslide

3.3 oplossen met de balansmethode
Weegschaal = een balans

links en rechts even zwaar


Slide 5 - Tekstslide

3.3 oplossen met de balansmethode
Weegschaal = een balans

links en rechts even zwaar

haal je links en rechts hetzelfde (gewicht) weg dan blijft het in evenwicht

Slide 6 - Tekstslide

3.3 oplossen met de balansmethode
opgave 1

Slide 7 - Tekstslide

links 1 zak + 3 gewichtjes
rechts 9 gewichtjes
Wat wordt de vergelijking?
A
1 zak = 3
B
1 zak = 9
C
1 zak + 3 = 9

Slide 8 - Quizvraag

als je links en rechts
3 gewichtjes weghaalt
blijft het dan in evenwicht?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

1 zak + 3 = 9
beiden kanten 3 gewichtjes
weg. Wat wordt het?
A
1 zak = 9
B
1 zak + 3 = 6
C
1 zak = 6

Slide 10 - Quizvraag

3.3 oplossen met de balansmethode
Wat hebben we nu gedaan?

1 zak + 3 = 9
          

Slide 11 - Tekstslide

3.3 oplossen met de balansmethode
Wat hebben we nu gedaan?

1 zak + 3 = 9
          -3      -3

Slide 12 - Tekstslide

3.3 oplossen met de balansmethode
Wat hebben we nu gedaan?

1 zak + 3 = 9
          -3      -3
1 zak       = 6

Slide 13 - Tekstslide


Begreep je dit?
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

3.3 oplossen met de balansmethode
letters in plaats van woorden

1 zak + 3 = 9    schrijven we op als:
          
      z  + 3  = 9

Slide 15 - Tekstslide

3.3 oplossen met de balansmethode
opgave 2

Slide 16 - Tekstslide

links 2 blokjes + 5 gewichtjes
rechts 13 gewichtjes
Wat wordt de vergelijking?
A
2b = 5
B
2b +5 = 13
C
12b +5

Slide 17 - Quizvraag

Wij willen weten wat een
blokje weegt. Wat ga je links
en rechts weghalen?
A
5 (namelijk 5 gewichtjes)
B
2 (namelijk 2 blokjes)

Slide 18 - Quizvraag

2b + 5 = 13
beide kanten 5 weg.
Wat wordt de vergelijking?
A
2b = 8
B
2b + 5 = 8
C
2b = 13

Slide 19 - Quizvraag

2b = 8
Door hoeveel ga je delen
als je wil weten hoeveel b is?
A
2
B
4
C
8

Slide 20 - Quizvraag

2b = 8
Hoeveel is b dan?
A
2
B
4
C
8

Slide 21 - Quizvraag

3.3 oplossen met de balansmethode
Wat schrijf je op?


Slide 22 - Tekstslide

3.3 oplossen met de balansmethode
Wat schrijf je op?

2b  +  5  =  14
         

Slide 23 - Tekstslide

3.3 oplossen met de balansmethode
Wat schrijf je op?

2b  +  5  =  14
          -5      -5
       

Slide 24 - Tekstslide

3.3 oplossen met de balansmethode
Wat schrijf je op?

2b  +  5  =  14
          -5      -5
       2b    =  8          

Slide 25 - Tekstslide

3.3 oplossen met de balansmethode
Wat schrijf je op?

2b  +  5  =  14
          -5      -5
       2b    =  8          altijd delen door het                                  getal voor de letter!
          

Slide 26 - Tekstslide

3.3 oplossen met de balansmethode
Wat schrijf je op?

2b  +  5  =  14
          -5      -5
       2b    =  8          altijd delen door het         :2           :2        getal voor de letter!
         

Slide 27 - Tekstslide

3.3 oplossen met de balansmethode
Wat schrijf je op?

2b  +  5  =  14
          -5      -5
       2b    =  8          altijd delen door het         :2           :2        getal voor de letter!
         b     =  4

Slide 28 - Tekstslide

3.3 oplossen met de balansmethode
opgave 3

Slide 29 - Tekstslide

5x + 7 = 42
Wat is x? Haal de losse getallen weg. Wat schrijf je onder 5x+7 = 42?
A
links en rechts - 5
B
links en rechts : 5
C
links en rechts - 7
D
links en rechts : 7

Slide 30 - Quizvraag

5x + 7 = 42
-7 -7
Wat schrijf je nu op?
A
5x = 35
B
5x = 42
C
5x + 7 = 35

Slide 31 - Quizvraag

5x = 35
Wat schrijf je nu op?
A
links en rechts - 5
B
links en rechts : 5
C
links en rechts - 35
D
links en rechts : 35

Slide 32 - Quizvraag

5x = 35
:5 :5
Wat schrijf je nu op?
A
x = 5
B
x = 7

Slide 33 - Quizvraag

3.3 oplossen met de balansmethode
Wat heb je dan opgeschreven?

2x  +  7  =  42
          -7      -7
       5x    =  35          
         :5        :5        
         x     =  7

Slide 34 - Tekstslide

Je begon met 5x + 7 = 42
Je kreeg x = 7
Hoe weet je of je het goed had?
A
Dat weet je niet
B
Invullen: 5 keer het antwoord 7 + 7 is 42

Slide 35 - Quizvraag


Geef aan of je de balansmethode snapt (1 niet, 10 helemaal)
110

Slide 36 - Poll

Opgaven maken
- Eerste 10 min. stilwerken, daarna in tweetallen
- Huiswerk voor maandag 7 november: 36 t/m 48

Slide 37 - Tekstslide