H2 ma 10-10-2022

welkom h2
- we starten met 10 minuten lezen (let op deadline 6 nov.)
- proeftoets
- uitleg bez.vnw? 
- bespreken opdracht 12 en 13 


timer
10:00
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

welkom h2
- we starten met 10 minuten lezen (let op deadline 6 nov.)
- proeftoets
- uitleg bez.vnw? 
- bespreken opdracht 12 en 13 


timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

deze les:
we zijn stil
luisteren naar elkaar
steken de hand omhoog bij vragen
geen waarschuwingen maar vanmiddag het 8e uur terugkomen

Slide 2 - Tekstslide

wie is één van onderstaande spullen vergeten?


- boek
- lesboek
-schrift
- laptop

Slide 3 - Tekstslide

weektaak
Je kunt de pv vervoegen in de tt en vt. (herhaling)
(bespreken proeftoets en uitleg)
blz. 28 en 29 van je lesboek. Maken opdracht 1,2,3  en 4  op blz. 27 en 28.
Klaar?
opdracht 5 en 6 blz. 29

volgende les herhaling uitleg werkwoordspelling


Slide 4 - Tekstslide

proeftoets

geef de gemaakte toets aan je buurman of buurvrouw
we kijken de toets na aan de hand van een powerpoint

Slide 5 - Tekstslide

bezittelijk voornaamwoord
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?


mijn
onze/ons
jouw
jullie
zijn
hun
haar
uw
zijn

Slide 6 - Tekstslide

opdracht 12 en 13 
Opdracht 12
1 Als je duidelijk wilt maken dat iets van iemand is.
2 a Eigen zin, bijvoorbeeld: Ik vind jouw trui mooi.
 b Eigen zin, bijvoorbeeld: Vind jij mijn trui mooi?
 c Eigen zin, bijvoorbeeld: Hij wil zijn fiets niet in het fietsenrek zetten.

Slide 7 - Tekstslide

3 a Eigen zinnen, bijvoorbeeld:
  Ik | vind | jouw trui | mooi.
  Vind | jij | mijn trui | mooi?
  Hij | wil | zijn fiets | niet | in het fietsenrek | zetten.
 b De woorden ik, jij en hij zijn aparte zinsdelen.
  De woorden jouw, mijn en zijn zijn geen aparte zinsdelen. Ze horen bij een ander woord.
4 –
5 Eigen werk.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 13
1 Hun = bez. vnw, derde persoon meervoud
 mij = pers. vnw, eerste persoon enkelvoud
2 Zij = pers. vnw, derde persoon meervoud
 jou = pers. vnw, tweede persoon enkelvoud
 hun = bez. vnw, derde persoon meervoud

Slide 9 - Tekstslide

3 Je (1e) = pers. vnw, tweede persoon enkelvoud
 je (2e ) = bez. vnw, tweede persoon enkelvoud
 mijne = bez. vnw, eerste persoon enkelvoud (zelfstandig gebruikt)
4 haar = bez. vnw, derde persoon enkelvoud
 mijn = bez. vnw, eerste persoon enkelvoud

Slide 10 - Tekstslide