VWO nakijken bijst, wed vnw en wdg vnw

Ga rustig zitten. Telefoon in de tas, pak je boek  en begin met lezen. Geen leesboek mee? Dan krijg je een vervangende opdracht en zet ik dit in somtoday. 
Welkom klas 2
Grammatica  
timer
10:00
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ga rustig zitten. Telefoon in de tas, pak je boek  en begin met lezen. Geen leesboek mee? Dan krijg je een vervangende opdracht en zet ik dit in somtoday. 
Welkom klas 2
Grammatica  
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

  • Nakijken opdracht 10 en 11 (blz 23)
  • Nakijken opdracht woordsoorten 12, 15, 17 (boek blz 23-25)
  • Zelf herhalingsopdr. 5 (stencil).
  • Evaluatie en afsluiting 

Slide 2 - Tekstslide

De weektaak
Vragen? 

Slide 3 - Tekstslide

Mededelingen


Deze week proeftoets 
Dan plan ik de toets in (1e of 2e week na herfstvakantie)

Slide 4 - Tekstslide

Wat leer je deze les?

  1. Hoe je een bijstelling kunt herkennen en benoemen. 
  2. Hoe je een wederkerend en een wederkerig voornaamwoord herkent en benoemt. 

Slide 5 - Tekstslide

De bijstelling, wat is het?

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Herhaling:
  • De bijstelling staat altijd tussen twee komma's wanneer het in het midden van de zin staat of tussen een komma en een punt als het aan het einde van de zin staat:
Ik heb bloemen, een bos rozen, van mijn vriendin gekregen.

Het onderzoek werd geleid door de heer Pieterseneen deskundige op het gebied van belastingfraude.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 10  Eigen werk, bijvoorbeeld: 
a. De leerplichtambtenaar, de heer Vink, zal volgende week de spijbelaars spreken. 

b. De kok heeft mijn lievelingsmaaltijd, zalm met gewokte groenten, voor mij bereid. 

c. Interessante verhalen over opgravingen staan elke maand in dit jongerentijdschrift, Know How. 
3-5. Eigen werk 


Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 11. 

1-2 Zin 1
 ond: ze
 wwg: houden vast
 lv: hun buurman
 bwb: Met één hand, stevig


Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 11 

Zin 2
 ond: ze
 wwg: steken
 lv: De andere hand
 bwb: juichend, in de lucht
 



Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 11 

 Zin 3
 ond: Deze zesenzestig surfers, de recordbrekers
 wwg: hebben getrotseerd
 lv: de golven
 bwb: in Californië, op een supersurfplank, minstens tien seconden




Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 11 
Zin 4
 ond: ze
 wwg: verbeterden
 lv: het wereldrecord met-zoveel-mogelijk-mensen-op-een-surfboard-staan
 bwb: Daarmee, met negentien mensen

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 11   
 3 a een bijvoeglijke bepaling
 b Een bijstelling noemt het voorafgaande in andere woorden nog een keer. Dat gebeurt hier niet. Het deel uit vraag a geeft extra informatie bij wereldrecord. Dan is het een bijvoeglijke bepaling.


 

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 11   
 4 a de recordbrekers is de bijstelling.
 b Ja, dat kan, want de twee delen betekenen hetzelfde. Je kunt ze voor elkaar inwisselen. Dat is het kenmerk van een bijstelling.

 

Slide 15 - Tekstslide

Taalkundig ontleden

Wederkerend voornaamwoord
&
Wederkerig 
voornaamwoord

Slide 16 - Tekstslide

wederkerend voornaamwoord

Slide 17 - Tekstslide

Wederkerig voornaamwoord
Het wederkerig voornaamwoord is elkaar, elkander en mekaar.
Het wederkerig voornaamwoord verwijst naar meer personen.
voorbeeld
De boksers wilden elkaar niet te veel bezeren.
elkander is oud-Nederlands woord met dezelfde betekenis als elkaar

Slide 18 - Tekstslide

Wederkerend voornaamwoord
wederkerend voornaamwoord
voorbeeld
eerste persoon ev.
me
ik schaam me
tweede persoon ev.
je
u
jij schaamt je
derde persoon ev. 
zich
u schaamt u (zich)
eerste persoon mv. 
ons
wij schamen ons
tweede persoon ev.
je
u
jullie schamen je
u schaamt u (zich) 
derde persoon
zich
zij schamen zich

Slide 19 - Tekstslide

Wederkerig voornaamwoord

Er zijn drie wederkerige voornaamwoorden: 
elkaar, mekaar en elkander

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 12

1 Argentijnse = bnw
 2 een = lw
 3 met = vz
 4 ze = pers. vnw
 5 opofferen = zww
 6 kan = hww
 7 uit = vz


 

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 12

 8 vastzitten = zww
 9 Na = vz
 10 stuks = znw
 11 zesstaartige = bnw
 12 teju = znw
 13 de = lw
 14 plaatsen = znw
 15 gaan = hww





 

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 12

2 a Bij is geen voorzetsel, want het staat niet aan het begin van een zinsdeel en het hoort bij er: erbij.
 b Rond is geen voorzetsel, want het staat niet aan het begin van een zinsdeel en het hoort bij loopt: rondlopen.





 

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 15
1 Je = pers. vnw, tweede persoon enkelvoud
 zijn = bez. vnw, derde persoon enkelvoud
 mijne = bez. vnw, eerste persoon enkelvoud (zelfstandig gebruikt)
2 Wij = pers. vnw, eerste persoon meervoud
 hun = pers. vnw, derde persoon meervoud






 

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 15

3 Hun = bez. vnw, derde persoon meervoud
 hem = pers. vnw, derde persoon enkelvoud
 zijn = bez. vnw, derde persoon enkelvoud

4 Onze = bez. vnw, eerste persoon meervoud
 ons = pers. vnw, eerste persoon meervoud
 jullie = pers. vnw, tweede persoon meervoud












 

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 17


1 je = pers. vnw
 je = wederkerend vnw
2 jullie = pers. vnw
 elkaar = wederkerig vnw













 

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 17

3 Wij = pers. vnw
 ons = wederkerend vnw
 mijn = bez. vnw
4 ik = pers. vnw
 me = wederkerend vnw
 jouw = bez. vnw














 

Slide 27 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een wederkerend voornaamwoord?
A
schamen
B
elkaar
C
uitsloven

Slide 28 - Quizvraag

Wederkerend voornaamwoord

Vergis hij zich nu niet ?
A
Vergis
B
hij
C
zich
D
niet

Slide 29 - Quizvraag

Wat zijn de wederkerende voornaamwoorden?
A
ik, jij, hij, zij, wij, jullie
B
de, het, een
C
me, je, zich, u, ons
D
hij, hem, ze, zij, haar

Slide 30 - Quizvraag

weektaak
Herhalen grammatica zinsdeling, grammatica woordsoorten, pv vervoegen in de tt en vt. en bijstelling (herhaling)

Oefenen zinsdelen, woordsoorten en pv tt en vt online (zie bronnen bij it's learning) 
In de volgende les: proeftoets en uitleg





Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag 
  1. Lezen uitleg bijs (bijstelling) onderaan blz 21 in geel blok 
  2. Maken opdracht 10 en 11  (blz 22) 
  3. Oefenen bijst online Maken:
  4. Opdr. 12, 15, 17 (boek blz 23-25)
en herhalingsopdr. 5 (stencil).
  1. Volgende les: extra uitleg over de bijstelling en tijd om verder te werken
timer
10:00

Slide 32 - Tekstslide

Evaluatie 
  1. Je hebt je gemaakte opdrachten nagekeken. Hoe heb je het gedaan? 
  2. Hoe ging het zelfstandig werken?
  3. Heb je vragen?

Slide 33 - Tekstslide

Huiswerk  (zie planner)
  1. Lezen uitleg bijst (bijstelling) onderaan blz 21 in geel blok
  2. Maken opdracht 10 en 11 (blz 22)
  3. Oefenen bijst online
  4. Maken opdracht woordsoorten 12, 15, 17 (boek blz 23-25)
  5. en herhalingsopdr. 5 (stencil).
  6. Leesboek elke les mee (C of D) 
                                                            Veel succes en een fijne dag!

Slide 34 - Tekstslide