Spreken en gesprekken Les 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Spreken 2F

Vandaag krijg je informatie over 

het examen spreken. 

Lesdoelen

• Je krijgt informatie over het examen spreken.
• Je krijgt informatie over de beoordeling.
  
• Je krijgt informatie over de inhoud van het examen.

Het examen spreken 

• Het examen is een monoloog. Dat betekent dat jij praat en de andere persoon luistert.
• Het examen duurt 5 tot 10 minuten.
  
• Je kiest uit verschillende opdrachten (uitstroomprofiel).
  
• Deze opdracht werk je uit en bereid je voor.
  
• Je mag steekwoorden bij het examen gebruiken.

De beoordeling

• Afstemming op de gesprekspartner: formeel of informeel taalgebruik. Pas je taalgebruik aan aan het publiek. Geef voorbeelden.
• Samenhang: vertel een duidelijk verhaal, gebruik korte, eenvoudige zinnen. Gebruik voegwoorden!
  
• Afstemming op het doel: maak je spreekdoel duidelijk.

De beoordeling

• Woordenschat en woordgebruik: gebruik de juiste en voldoende woorden. Omschrijf eventuele moeilijke woorden.
  
  
• Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammatica: we kunnen je goed verstaan en je kunt foutjes en versprekingen herstellen.

Spreekopdrachten LOG

Logistiek

Je geeft uitleg over bijvoorbeeld het lossen van een vracht.
Je geeft uitleg over het werken met orders.

Spreekopdrachten DZ

Dienstverlening & Zorg

Je geeft uitleg over het schoonmaken en inrichten van een ruimte.

Je geeft uitleg over het klaarmaken van een maaltijd.

Spreekopdrachten HOR

Horeca, voeding en voedingsindustrie

Je geeft uitleg over de keuken.

Je geeft uitleg over een recept.

Spreekopdrachten BWO

Bouwen, wonen en onderhoud

Je geeft uitleg over een gemaakt product.

Je geeft uitleg over het lokaal.

Spreekopdrachten VR

Verkoop en Retail

Je geeft uitleg over goederenvervoer en over het wegzetten van levensmiddelen.

Je geeft uitleg over omgaan met klanten en werk aan de kassa.