Herhaling jaar 3 thema 5: regeling

• biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Herhaling thema 5: regeling

Dit jaar maak je je eindexamen voor biologie. Hiervoor moet je de stof uit jaar 3 ook goed kennen, dus in deze les worden de belangrijkste onderwerpen herhaald, en kun je oefenen met de stof. Het gaat als volgt:

Voor elke basisstof worden de leerdoelen benoemd.

Er is een filmpje toegevoegd (oortjes in!), waarin de belangrijkste punten voor je examen, per basisstof worden uitgelegd.

Tussen het filmpje door, zijn er vragen toegevoegd die je moet beantwoorden.

Hiermee controleer je meteen of je het (nog) snapt.

Je werkt op je eigen tempo, in het lokaal of op het leerteam (als het kan)

https://tinyurl.com/y4xvh2jv

01:30

Leerdoelen bs 1

Je kunt de delen en de functies van het zenuwstelsel benoemen.

02:52

De hersenstam behoort tot het centrale zenuwstelsel.

1. juist
2. onjuist

02:52

Het zenuwstelsel verwerkt impulsen die afkomstig zijn van zintuigen.

1. juist
2. onjuist

02:52

Een functie van het zenuwstelsel

1. bloed zuiveren
2. reacties regelen van spieren of klieren
3. prikkels van de spieren ontvangen
4. zintuigcellen aanmaken

02:52

Leerdoelen bs 2

- Je weet hoe een zenuwcel is opgebouwd

- Je kunt benoemen welke 3 typen zenuwcellen er zijn, met hun functies en kenmerken

- Je kunt omschrijven wat een zenuw is, en 3 typen zenuwen noemen met hun kenmerken

04:45

Gevoelszenuwcel

04:45

Bewegingszenuwcel

04:45

Schakelcel

04:45

In de afbeelding geeft P (links) een uitloper aan.

1. juist
2. onjuist

04:45

Via deel Q (rechts) kunnen impulsen worden geleid.

1. juist
2. onjuist

04:45

Welke zenuwcellen hebben 1 lange uitloper die impulsen naar het cellichaam toe geleidt?

1. bewegingszenuwcel
2. gevoelszenuwcel
3. schakelcellen

04:45

Zenuwen

Meerdere uitlopers van zenuwcellen liggen bij elkaar: vormt een zenuw.
Elke uitloper is omringd door een isolerend laagje.
Om een zenuw zit bindweefsel

04:45

Zenuwcellen

Gevoels-, bewegings- en schakelzenuwcellen

Cellichaam + uitloper

Zenuwen

Gevoelszenuw, bewegingszenuw en gemengde zenuw

Bundel uitlopers van zenuwcellen

06:00

Via welk type zenuwcellen worden de impulsen van het ruggenmerg naar de hersenen geleid?

1. bewegingszenuwcel
2. gevoelszenuwcel
3. schakelcellen

06:00

Van welke zenuwcellen liggen de cellichamen buiten het centrale zenuwstelsel?

1. bewegingszenuwcel
2. gevoelszenuwcel
3. schakelcellen

06:01

Anna zegt dat ALLEEN in een gemengde zenuw de uitlopers omgeven zijn door een isolerend laagje. Emine zegt dat bewegingszenuwen alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen bevatten.
Wie heeft (hebben) gelijk?

1. Alleen Anna heeft gelijk
2. Alleen Emine heeft gelijk
3. Anna en Emine hebben beiden gelijk
4. Anna en Emine hebben beiden geen gelijk

06:02

Leerdoelen bs 3

-Je kunt de delen van het ruggenmerg benoemen met hun functies en kenmerken
-Je kunt uitleggen wat de witte stof en grijze stof is
-Je kunt zenuwen bij het ruggenmerg benoemen/herkennen
-Je kunt zenuwcellen op de juiste plek in het ruggenmerg aangeven (rug of buikzijde)

09:56

Grijze en witte stof

Grijze stof:
Schakelcellen en cellichaam bewegingscellen

Witte stof:
Uitlopers (isolerend laagje zorgt voor witte kleur)

09:56

Zenuwcellen in ruggenmerg

09:56

Geeft de letter A(links) de buikzijde of de rugzijde aan?

1. buikzijde
2. rugzijde

09:56

Gaat deel 6 naar de linkerkant van het lichaam of de rechterkant van het lichaam?

1. linkerkant
2. rechterkant

5 minuutjes ontspannen/benen strekken (max. 2 tegelijk uit het lokaal)

11:53

Ruggenmerg

Verbind zenuwen met de hersenen

Ligt in het wervelkanaal: Begint bij hersenstam, eindigt bij de lendenwervels

12:04

Leerdoelen bs 5

- Je weet het verschil tussen een bewuste reactie en een reflex

- Je weet de functies van een reflex

- Je kunt een reflexboog beschrijven

17:22

17:22

1

2

3

Reflex

Schakelcellen

Gevoelszenuwcel

Bewegingszenuwcel

4

17:22

Leerdoelen bs 6 + 7

- Je kent de functie van hormonen en kunt de belangrijkste hormoonklieren in een afbeelding benoemen

- Je kunt de werking beschrijven van hormonen uit de hypofyse en uit de schildklier

21:54

21:55

Wat doet het hormoonstelsel?

1. regelt langzame processen in het lichaam
2. regelt sneel processen in het lichaam

21:55

schildklierhormoon regelt de

1. bloedsuikerspiegel
2. menstruatie
3. stofwisseling
4. groei

21:55

Adrenaline wordt gemaakt in

1. alvleesklier
2. schildklier
3. hypofyse
4. bijnieren

21:55

Hypofyse

Schildklier

Bijnieren

Eilandjes van langerhans

Teelballen

21:56

Als laatst: Leerdoelen bs 8

- Je weet dat de eilandjes van Langerhans geen vakantiebestemming zijn

- Je kunt de werking van de hormonen uit deze eilandjes en uit de bijnieren beschrijven

22:11-22:19

Bloedsuikerspiegel = glucosegehalte

Welk hormoon wordt bij een diabetespatiënt onvoldoende geproduceerd?

1. Adrenaline
2. glucagon
3. insuline
4. schildklierhormoon.

Wat hebben de bijnieren er mee te maken..?

De bijnieren maken adrenaline.

Het adrenaline hormoon komt vrij bij woede, angst en schrik, en werkt kort maar krachtig.

Onder invloed van adrenaline, wordt in de lever en in de spieren glycogeen omgezet in glucose.

Dit wordt opgenomen in het bloed waardoor het glucosegehalte stijgt (en dit gebruikt kan worden voor bv een vecht of vlucht reactie!

Cellen in de alvleesklier 

die insuline & glucagon maken

Stoffen in het bloed die de werking van bepaalde organen regelen

Hormoon dat in de 

bijnieren wordt gemaakt

Klieren die adrenaline maken

Orgaanstelsel in het lichaam dat uit een aantal hormoonklieren bestaat

eilandjes van Langerhans

hormonen

adrenaline

hormoonstelsel

bijnieren

Een leerling krijgt tijdens het houden van een presentatie voor de klas een rode kleur. Zijn hartslag en ademhaling zijn versneld. Bij meting zou blijken dat bovendien het glucosegehalte van het bloed is gestegen. Al deze effecten worden veroorzaakt door hetzelfde hormoon.
Welk hormoon veroorzaakt deze effecten.

1. adrenaline
2. glucagon
3. insuline
4. schildklierhormoon

Meer uitleg/oefenen? Klik Hier