1. ik-perspectief
2. personaal perspectief
3. alwetende verteller
In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
- In welke tijd speelt een verhaal zich af? = historische tijd, bv. Middeleeuwen, heden (te herkennen aan taalgebruik, voorwerpen, ruimte)
- Hoeveel tijd verloopt er in het verhaal? = vertelde tijd (bv. De gele scooter: 2,5 weken)