woorden met trema en woorden als alle(n) beide(n)

Trema of niet?
A
gekopïeerd
B
gekopieerd
1 / 15
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Trema of niet?
A
gekopïeerd
B
gekopieerd

Slide 1 - Quizvraag

In welk woord is het trema onjuist gebruikt?
A
reünie
B
geüpload
C
weëig
D
beëindigen

Slide 2 - Quizvraag

Trema?
Welke vorm is onjuist?
A
gevarieerd
B
geïllustreerd
C
gekopieerd
D
gefinanciërd

Slide 3 - Quizvraag

Trema? Koppelteken?
poeziealbum
A
poëzie-album
B
poezieälbum
C
poëzieälbum
D
poëziealbum

Slide 4 - Quizvraag

Op welk woord komt er GEEN trema?
A
voltooiing
B
efficient
C
Azie
D
tweeenvijftig

Slide 5 - Quizvraag

(...) leerlingen leren nooit voor een s.o.
A
sommigen
B
sommige

Slide 6 - Quizvraag

Van alle(n) studenten hebben vele(n) een voldoende gehaald voor hun toets.
A
alle, velen
B
allen, vele
C
alle, vele
D
allen, velen

Slide 7 - Quizvraag

Van die struiken wil ik er wel enkele(n) in mijn tuin.
A
enkelen
B
enkele

Slide 8 - Quizvraag

Die broers maken altijd ruzie en meestal hebben ze beide(n) schuld
A
beide
B
beiden

Slide 9 - Quizvraag

wij gingen met zijn (....) naar de bioscoop
A
alle
B
allen

Slide 10 - Quizvraag

Katten zijn leuk. (...) vind ik vervelend
A
Weinige
B
Weinigen

Slide 11 - Quizvraag

Ik heb twee zussen. Ze zijn (...) erg goed in taal.
A
beide
B
beiden

Slide 12 - Quizvraag

De kippen waren (...) ontsnapt.
A
alle
B
allen

Slide 13 - Quizvraag

Hans had twee foto's gemaakt. Ze zijn (...) mislukt.
A
beide
B
beiden

Slide 14 - Quizvraag

In onze kast staan de oudste(n) dropjes voor de nieuwste(n)
A
oudste, nieuwste
B
oudsten, nieuwste
C
oudste, nieuwsten
D
oudsten, nieuwsten

Slide 15 - Quizvraag