samenvatting hoofdstuk 2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

paragraaf 1

Wat is produceren

1. Iets kopen
2. Iets gebruiken
3. Produceren is gratis
4. Iets doen of maken voor de bevrediging van behoeften

Een broodje pindakaas eten is

1. consumeren
2. behoefte
3. produceren

In de economie betekent schaarste:

1. Dat iets zeldzaam is (zoals diamanten)
2. Dat iets heel kostbaar/duur is (zoals goud)
3. Dat is iets op kan gaan (zoals olie)
4. Dat je iets moet inleveren (tijd/geld) om het te krijgen

Een broodje in de Aula kopen is

1. Zelfvoorziening
2. Consumeren

Onbetaalde productie

Betaalde productie

Kun je door de natuur consumeren?

1. Nee
2. Ja

Consumeren betekent: een behoefte bevredigen

1. Waar
2. Niet waar

Wat is produceren

1. Iets kopen
2. Iets gebruiken
3. Produceren is gratis
4. Iets doen of maken voor de bevrediging van behoeften

Tussendoor wil iedereen wat eten, dat is

1. consumeren
2. een behoefte
3. produceren

Wat is onbetaalde productie

1. De productie op het wek
2. De productie die jezelf thuis doet
3. Een schoonmaakster thuis
4. Iemand die komt oppassen op de k...

Procentberekeningen

A. Hoeveel is 5 procent van 300?  

• Bereken 5% van 300 
• € 300 : 100 = 1%  
• dus € 300 : 100 x 5 = 15

paragraaf 2

Bij onbetaalde productie zijn nodig:

Onbetaalde productie

1. arbeid nodig (onbetaald)
2. hulpmiddelen nodig/gereedschap (strijkijzer)
3. natuur nodig (water anders kan je niet koken, zonder zon geen voedsel)

consumenten besteden productie uit

- als ze het werk zelf niet kunnen

- als ze er geen zin in hebben

- als ze er geen tijd voor hebben

paragraaf 4

Een timmerman

1. Kapitaal
2. Arbeid
3. Natuur
4. Ondernemerschap

Vrijwilligerswerk is een voorbeeld van

1. Betaalde arbeid
2. Onbetaalde arbeid

In welke zin hieronder is het begrip productiefactoren goed omschreven?

Productiefactoren zijn:

1. Hulpmiddelen bij de productie.
2. Kapitaalgoederen.
3. Mensen die werken.
4. Natuur, arbeid en kapitaalgoederen.

Consumeren

Investeren

Consumeren

Investeren

Henk laat zijn haren knippen bij de kapper

De McDonalds koopt een nieuwe koeling

WereDi koopt een pooltafel voor de personeelsruimte

Jetje koopt 3 hamburgers om te delen met vrienden

Behoefte

Consumeren

Produceren

Het gemis van iets wat je graag wilt hebben of doen.

Een behoefte vervullen.

Iets doen of maken voor het vervullen van een behoefte.

consumeren

produceren

Het maken van goederen en diensten

Het gebruiken van goederen en diensten

Er zijn 3 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?

1. Natuur
2. Producten
3. Arbeid
4. Kapitaal

Elektriciteit is

1. Arbeid
2. Natuur
3. Kapitaal

Welke productiefactor is het belangrijkst bij fysiotherapie?

1. Kapitaal
2. Natuur
3. Arbeid
4. Arbeid en natuur

Wat betekent investeren?

1. Het aanschaffen van kapitaalgoederen door mensen
2. Het aanschaffen van kapitaalgoederen door consumenten
3. Het aanschaffen van kapitaalgoederen door overheid en bedrijven
4. Ergens moeite voor doen

Wat is investeren?

1. Het beleggen van geld
2. Het kopen van kapitaalgoederen
3. Ondernemen
4. Winst maken

paragraaf 5

ARBO-wetten gaan over de arbeidsomstandigheden tijdens het werk.

1. waar
2. niet waar

In de ...... staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden.

1. Arbowet
2. Arbeidstijdenwet
3. WerkloosheidsWet (WW)
4. Arbeidswet

Een deeltijdbaan heet ook wel.

1. tijdelijke baan
2. vaste baan
3. fulltimebaan
4. parttimebaan

Kees werkt de hele week 20 uur. Hij heeft een ....

1. voltijdbaan
2. deeltijdbaan
3. flexcontract
4. nuluren contract

Arbeidsomstandigheden betekent

1. Slechte hygiëne in een bedrijf
2. Het salaris dat arbeiders verdienen
3. Welk werk je doet.
4. Omstandigheden waaronder arbeiders hun werk doen.

Motieven werk thuis

• eigen kinderen kunnen zorgen
• zelf werk kunnen indelen

Motieven betaald werk buitenshuis

• loon
• omgaan met collega's

Voltijd en deeltijd

• Voltijd: als je per week tussen de 36 en de 40 uur werkt. (fulltime) 
• Deeltijd: als je minder dan 36 uur per week werkt. (parttime) 

Jesse werkt 36 uur per week. Hij heeft een ....

1. deeltijdbaan
2. voltijdbaan

Eten is een

1. middel
2. alternatief aanwendbaar
3. behoefte

Wat houdt een deeltijdbaan in?

1. Je werkt minder dan het volledige aantal uren.
2. Je werkt het volledige aantal uren.

werk thuis

verschillen met bedrijf: 

• er is niemand die je zegt hoe en wanneer je het werk moet doen
•  thuis heb je geen collega's 
• thuis zijn de werktijden langer en onregelmatiger.

Betaald werk buitenshuis

• arbeidsmotieven:
•  - vooral geld 
• - vanwege contacten met collega's 
• - een moeilijke/uitdagende baan
  

Motieven werk thuis

• eigen kinderen kunnen zorgen
• zelf werk kunnen indelen

Motieven betaald werk buitenshuis

• loon
• omgaan met collega's

Arbeidsomstandigheden

Arbeidsmotieven

Zware planken tillen

Geld verdienen

Uitdaging in het werk

Asbest op het dak leggen

Sociale contacten

Er wordt een tillift aangeschaft om het werk te verlichten

paragraaf 6

Doordat wij steeds meer behoeften hebben en steeds meer (willen) consumeren, stijgt de productie van bedrijven, waardoor de luchtvervuiling ook toeneemt als het bedrijf geen maatregelen neemt.

Bedrijven kunnen:

• minder gaan produceren
  
• schoner produceren (minder afval);
• zuiniger omgaan met energie;
  
• duurzame energiebronnen gebruiken.
  

Oplossing luchtvervuiling?

De overheid probeert energieverbruik te verminderen en duurzame energie te stimuleren op 3 manieren. Welke manier hoort er niet bij?

1. subsidies
2. btw terug kunnen vragen
3. energiespaarlening met lage rente
4. nieuwebouwhuizen isoleren

Wat zijn vormen van duurzame energie?

1. zonne-energie
2. energie uit biomassa
3. wind-energie
4. fossiele brandstoffen

Winkeliers kunnen milieu verbeteren door milieuvriendelijke producten in het assortiment te hebben

1. Waar
2. Niet waar

Rekenen met weken, maanden en jaren

Een jaar bestaat uit 12 maanden en 52 weken. 

Een maand bestaat niet exact uit 4 weken! 

Jaar > maand = jaarbedrag : 12 maanden 
Maand > jaar = maandbedrag x 12 maanden 

maand > week = maandbedrag x 12 maanden : 52 weken 

week > maand = weekbedrag x 52 weken : 12 maanden