6.7 en 6.8 Kringlopen, voedselproductie LES

Basisstof 7 en 8 kringlopen en voedselproduktie
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Basisstof 7 en 8 kringlopen en voedselproduktie

Slide 1 - Tekstslide

Thema 6 Ecologie
1. Organismen en hun omgeving
2. Voedselrelaties
3. Samenleven
4. Natuurbeheer
5. Mens en milieu
6. Duurzaamheid
7. Kringlopen
8. Voedselproductie

Slide 2 - Tekstslide

laatste rep thema 6 op 16 juni
hw: maken 6.3 en 6.4 controle
spullen op orde?
inhalen REP
exit ticket

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
14. Ken de kringloop van water 
15. Ken de koolstof-kringloop 
16. Ken de landbouw in Nederland 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Wat weten we nog?

Slide 7 - Tekstslide

1. Duurzame energie
Biomassa
Windmolens
Zonnepanelen
Waterkracht

Slide 8 - Tekstslide

2. Duurzame grondstoffen
Door hergebruik en recycling hoeven minder nieuwe grondstoffen te worden gebruikt.


Slide 9 - Tekstslide

Van afval nieuwe producten maken noem je ....
A
Recyclen
B
Hergebruiken

Slide 10 - Quizvraag


Dit product is gemaakt door te:
A
RECYCLEN
B
HERGEBRUIKEN

Slide 11 - Quizvraag

Is dit een voorbeeld van hergebruik of recycling: gebruikte meubelen kopen.
A
hergebruik
B
recycling

Slide 12 - Quizvraag


Dit product is gemaakt door te:
A
Recyclen
B
Hergebruiken

Slide 13 - Quizvraag


Dit product is gemaakt door te:
A
Recyclen
B
Hergebruiken

Slide 14 - Quizvraag

Lege batterijen opladen is ..........................
A
hergebruiken
B
recyclen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

3. Duurzame landbouw
- kringlooplandbouw
- precisielandbouw
                                  


Slide 18 - Tekstslide

4. Minder vervuiling
- Schepen en fabrieken mogen schadelijke stoffen niet lozen in het milieu. 
- Auto’s krijgen een katalysator , daardoor minder vervuilende uitlaatgassen
- Fabrieken moeten filters in hun schoorstenen aanbrengen 
boeren filteren de lucht uit de stallen


• geen vuurwerk afsteken met oud en nieuw
• geen hout stoken in houtkachel, vuurkorf of open haard

Slide 19 - Tekstslide

5. Minder broeikasgassen

Slide 20 - Tekstslide

Biotische factoren
Abiotische factoren

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Niveau's van ecologie

Slide 23 - Tekstslide

voedselketen
consument van de eerste orde

consument van de tweede orde
consument van de derde orde
consument van de vierde orde
producent
  

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Populatiegrootte

Slide 26 - Tekstslide

soorten natuurbeheer

Slide 27 - Tekstslide

Versterkt broeikaseffect

  • Warmte straling
  •  Terugkaatsing
  • Versterkt broeikaseffect
  • Opwarming van de aarde

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
De laag broeikasgassen wordt dikker, waardoor het warmer wordt.
B
Het gat in de ozonlaag wordt groter
C
Het wordt kouder op aarde

Slide 29 - Quizvraag

Door het versterkt broeikaseffect is het op aarde ...
A
warmer
B
kouder

Slide 30 - Quizvraag


Het versterkt broeikaseffect is een groot probleem.
Welke stof veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?

A
koolstofmono-oxide
B
stikstofdioxide
C
koolstofdioxide
D
zwaveldioxide

Slide 31 - Quizvraag

Wat is een oorzaak van het versterkte broeikaseffect
A
Verbranding fossiele brandstoffen
B
Duurzame energie
C
Spuitbussen

Slide 32 - Quizvraag

bs 7 Kringlopen

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Tekstslide

Oefenen
maken alle opdrachten van 6.6 en 6.7
exit ticket

Slide 37 - Tekstslide

bs 8 Voedselproductie

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Soorten landbouw
Door het klimaat is Europa geschikt voor landbouw. Er zijn verschillende soorten landbouw.

akkerbouw                      veeteelt                                 tuinbouw

Slide 40 - Tekstslide

Monocultuur

Slide 41 - Tekstslide

monocultuur
  • definitie monocultuur kennen
  • voor- en nadelen van monoculturen kunnen noemen

Slide 42 - Tekstslide

Daardoor kiezen agrariers voor intensieve veeteelt
  • Veeteelt met veel dieren op weinig grond. 
  • Met gebruik van antibiotica om ziektes te voorkomen
  • Korte levensduur en weinig natuurlijk gedrag
  • Snelle productie, zo min mogelijk kosten

Slide 43 - Tekstslide

Visserij
Nadelen van visserij:
Overbevissing: Hierdoor sterft de soort zelf uit, het heeft ook een impact op andere soorten in hetzelfde gebied.
Bijvangst: naast de soorten die geschikt zijn voor consumptie worden ook andere soorten gevangen.






Slide 44 - Tekstslide

biologische landbouw 
  • geen monoculturen 
  • geen kunstmest 
  •  geen gifstoffen 

Slide 45 - Tekstslide

Glastuinbouw
  • In kassen
  • Klimaatregelen
  • Wat voor soort gewas? 

Slide 46 - Tekstslide

Oefenen
maken alle opdrachten van 6.7 en 6.8
exit ticket

Slide 47 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 48 - Tekstslide