Met het betrekkelijk voornaamwoord
wat verwijs je naar:
∘ een overtreffende trap na ‘het’, die niet gevolgd wordt door een zelfstandig naamwoord:
– Het noorderlicht is het mooiste (bijv.bijzin wat ik ooit heb gezien).
maar: Jij bent de mooiste die ik ken.
∘ woorden als alles, datgene, diegene, het enige, iets, niets, veel, weinig:
– Alles (bijv.bijzin wat op de site staat), is uit voorraad leverbaar.
∘ een hele zin of een deel van een zin:
– Ridouan is een ijverige leerling, wat niet gezegd kan worden van Wesley.