Cursus 5-§ 6 Zelfstandig, koppel- en hulpwerkwoord
Welkom!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten.
Leg klaar op je tafel: je boek, schrift en een pen.
Pak je leesboek en ga lekker lezen :)
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten.
Leg klaar op je tafel: je boek, schrift en een pen.
Pak je leesboek en ga lekker lezen :)
Slide 1 - Tekstslide
timer
15:00
Slide 2 - Tekstslide
Doel en planning
Doel van de les: aan het einde van de les kun je hulpwerkwoorden, koppelwerkwoorden en zelfstandige werkwoorden herkennen.
Planning van de les:
- uitleg kww, zww en hww
- oefeningen maken
Slide 3 - Tekstslide
Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
Bekijk de volgende zinnen:
In het weekend vist Daley op de Linge.
Sommige opgaven in de toets zijn moeilijk.
In zin 1 is vist een zelfstandig werkwoord (zww).
Een zelfstandig werkwoord zegt wat iets of iemand doet (vissen, wandelen) of overkomt (krijgen, schrikken). Het heeft een duidelijke betekenis en komt voor in een werkwoordelijk gezegde.
Slide 4 - Tekstslide
Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
Sommige opgaven in de toets zijn moeilijk.
In zin 2 dóén of overkomen sommige opgaven niet iets, maar ze zíjn iets: moeilijk. In deze zin koppelt het koppelwerkwoord (kww) zijn een eigenschap (moeilijk) aan het onderwerp. Het koppelwerkwoord komt voor in zinnen met een naamwoordelijk gezegde.
Slide 5 - Tekstslide
Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
Zo herken je het zelfstandig werkwoord en het koppelwerkwoord
Als er maar één werkwoord (= de persoonsvorm) in een zin staat, kan dat ene werkwoord een zelfstandig werkwoord of een koppelwerkwoord zijn.
Slide 6 - Tekstslide
Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
Is het werkwoord een vorm van zijn, worden, blijven, blijken, lijken of schijnen en zegt het wat iemand of iets is, wordt, blijkt enzovoort? Dan is het een koppelwerkwoord:
– Henk is (kww) een aardige man. Olivia wordt (kww) boos. Die agenten bleven (kww) geduldig. Deze films bleken (kww) erg saai.
Let op:
– als zijn of blijven zeggen waar iemand of iets is, zijn ze zelfstandig werkwoord:
Slide 7 - Tekstslide
Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
• De kinderen zijn (zww) in het zwembad. Kees blijft (zww) op zijn kamer.
– als schijnen ‘licht geven’ betekent, is het zelfstandig werkwoord:
• De zon schijnt (zww) op mijn balkon. Die lampen schijnen (zww) fel.
Slide 8 - Tekstslide
Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
Is het werkwoord een ander werkwoord dan zijn, worden, blijven enzovoort?
Dan is het een zelfstandig werkwoord:
– Veel mensen genieten (zww) van een vrije zaterdag. Ella bakte (zww) heerlijke taart.
Slide 9 - Tekstslide
Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
Bekijk de volgende zinnen:
1-In het weekend heeft Daley op de Linge gevist.
2-Sommige opgaven in de toets kunnen moeilijk zijn.
De persoonsvormen heeft in zin 1 en kunnen in zin 2 zijn beide een hulpwerkwoord (hww).
Slide 10 - Tekstslide
Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
Hulpwerkwoorden komen voor in elke zin met meer dan één werkwoord. Ze ‘helpen’ het gezegde te maken.
Ook zijn, worden, blijven, blijken, lijken en schijnen kunnen een hulpwerkwoord zijn.
In zinnen met meer dan één werkwoord staat het zelfstandig werkwoord of het koppelwerkwoord meestal ergens achter in de zin:
Slide 11 - Tekstslide
Cursus 7-§ 13-Werkwoordsvormen en wwtijden
Je zou (hww) me best even kunnen (hww) helpen (zww).
Die vlogger leek (hww) zijn populariteit te verliezen (zww).
Ruud is (hww) vroeger een geweldige voetballer geweest(kww).
Slide 12 - Tekstslide
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................