4M Unit 1 lesson 1

4M week 36 les 1
Unit 1 lesson 1 en 2
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

4M week 36 les 1
Unit 1 lesson 1 en 2

Slide 1 - Tekstslide

Leesboek 
Voor het Se in maart heb je het leesboek Follow me back van A.V. Geiger nodig. Je moet dit boek in de lessen meenemen. Je kan het kopen of lenen bij een bib dat is aan jou maar je moet het hebben! We beginnen al in periode 2 met lezen dus dan moet je hem hebben!!!

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
Unit 1 lesson 2

Slide 3 - Tekstslide

Deze les
Werkboek A

Slide 4 - Tekstslide

Grammar unit 1 lesson 1

 who and which
if-sentences

Slide 5 - Tekstslide

Conditionals


Conditionals zijn voorwaardelijke zinnen: als ..... , dan ......
Een conditional sentence bestaat uit twee delen, een hoofdzin en een zinsdeel met if.

Slide 6 - Tekstslide

First conditional

Slide 7 - Tekstslide

First Conditional
Vorm: bij de first conditional gebruik je verschillende tijden in de twee zinsdelen. Bij if gebruik je de Present Simple en in het andere zinsdeel will + een werkwoord.

Gebruik: als het best waarschijnlijk is dat iets gaat gebeuren, nu of in de toekomst.

Slide 8 - Tekstslide

If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test. 
voorwaarde
waarschijnlijk gevolg
* "If-clause", het zinsdeel waar if in staat.
* In dit zinsdeel gebruik je altijd de present simple
Hier: study

Slide 9 - Tekstslide

If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test. 
voorwaarde
waarschijnlijk gevolg
* In dit zinsdeel gebruik je altijd will + een werkwoord
Hier: will pass

Slide 10 - Tekstslide

If - sentences (first conditional)
If you study well,
you will pass the test. 
voorwaarde
waarschijnlijk gevolg
* In dit zinsdeel gebruik je altijd will + een werkwoord
  will pass

* If-zin, het zinsdeel waar if in staat.
* In dit zinsdeel gebruik je altijd de present simple
  study

Slide 11 - Tekstslide

If - sentences (first conditional)
Onthoud: if en 'will' gaan niet samen.
If you will study well, you will pass the test.

if + present simple
If you study well, 
will + ww.
you will pass the test.
will + ww.
You will pass the test,
if + present simple
if you study well

Slide 12 - Tekstslide

First conditional:
If I ... (have) enough money, I ... (buy) new shoes.
A
have - will buy
B
will have - buy
C
have - buy
D
will have - will have

Slide 13 - Quizvraag

First conditional:
If she .......(not listen), I ............(call) the security
A
don't listen/will call
B
didn't listen/ will call
C
doesn't listen/will call
D
doesn't listen/ won't call

Slide 14 - Quizvraag

First conditional:
I ... (stay) home, if it ... (rain)
A
stay - will rain
B
stay - rains
C
will stay - rains
D
will stay - will rain

Slide 15 - Quizvraag

First conditional:
If I ... (win) the lottery, I ... (treat) myself with a new car.
A
will win - will treat
B
win - will treat
C
win - treat
D
will win - treat

Slide 16 - Quizvraag

Vul in First Conditional:
If I ... (see) Mary, I ... (tell) her.

Slide 17 - Open vraag

Vul in First Conditional:
If you ... (work) hard, you ... (get) rich.

Slide 18 - Open vraag

Vul in First Conditional:
Their teacher ... (to be) sad if they ... (not - to pass) their exam.

Slide 19 - Open vraag