Zin 1 heeft maar één persoonsvorm Dat betekent dat er maar één werkwoord is dat de tijd of de vorm van de zin bepaalt. Een zin met één persoonsvorm noem je een enkelvoudige zin.
Voorbeeld:
Lavezzi zet de verwarming lager.
Hier is zet de persoonsvorm, dus het is een enkelvoudige zin.
Zin 2, 3 en 4 hebben meer dan één persoonsvorm. Dit betekent dat de zinnen uit meerdere werkwoorden bestaan die samen de tijd of vorm van de zin bepalen. Zinnen met meer dan één persoonsvorm noemen we samengestelde zinnen.
Voorbeeld:
Lavezzi zet de verwarming lager, want zij heeft het warm, doordat ze een wollen trui draagt.
Hier zijn er drie persoonsvormen: zet, heeft en droeg. Omdat er meer dan één persoonsvorm is, is dit een samengestelde zin.
Dus:
- **Enkelvoudige zin** = 1 persoonsvorm
- **Samengestelde zin** = meer dan 1 persoonsvorm