H4 Thema 5 basisstof 3 + 4

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!

Slide 1 - Tekstslide

Biologen houden zich bezig met de levende natuur.
Een levend wezen noem je een organisme
Mededelingen:
- afwezigheid na voorjaarsvakantie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we deze les doen?
  • Thema 5: Regeling
  • Herhaling BS 1 (regelkringen) + BS2 (hormonen)
  • Basisstof 3: Het zenuwstelsel
  • Basisstof 4: Reflexen en het autonome zenuwstelsel

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke hormonen horen bij welke hormoon klier?
Groeihormoon
Schildklierhormoon
Adrenaline
Insuline
Glucagon
Testosteron
Oestrogeen

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door welke klier worden insuline en glucagon gemaakt?
A
Speekselklier
B
Schildklier
C
Alvleesklier
D
Bijnieren

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Insuline
Glucagon
Glucose
Glycogeen

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is een voorbeeld van .... terugkoppeling
TSH
TRH
positieve
negatieve
schildklier

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Regelkring
Regelkring zorgt voor homeostase 
= in stand houden dynamisch evenwicht


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homeostase heeft communicatie nodig
Signaalmolecuul
Receptor
doelwitcel
Homeostase heeft communicatie nodig
Hormonen (BS2) -> via bloed -> lang effect
Neurotransmitters (BS3) -> via zenuwen-> snel en kort effect

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • de bouw en signaalverwerking van de verschillende typen zenuwcellen beschrijven.
  • de bouw, functies en werking van het zenuwstelsel beschrijven.
  • de functie van reflexen en een reflexboog beschrijven.
  • De werking van het autonome zenuwstel beschrijven.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Wat:
Maak een tekening van wat er gebeurd in je zenuwstelsel als er een bal naar je gegooid wordt. Gebruik de begrippen die bij de opdracht staan.
Hoe:
Ieder voor zich
Hulp nodig:
gebruik je boek
Tijd:
10 min
Uitkomst:
we bespreken dit klassikaal
Klaar?
Lees Thema 5, BS3 en maak opgaven
timer
15:00
Mannetje met de bal

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mannetje met de bal
  • Receptor (zintuigcellen)
  • Prikkel
  • Impuls (seintjes, elektrisch signaal)
  • Hersenen
  • Ruggemerg
  • Zenuwcel (ofwel conductor = geleider)
  •      Gevoelszenuwcel
  •      Schakelcel
  •      Bewegingszenuwcel
  • Effector (spier of kliercellen)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende zenuwcellen
Gevoelszenuw (sensorisch):  
1 lange dendriet & 1 kort axon 
 
Bewegingszenuw (motorisch):
meer dendrieten & 1 axon naar effector

Schakelcel
veel verbindingen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sensor-> conductor-> effector
Dendriet
Axon

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • de bouw en signaalverwerking van de verschillende typen zenuwcellen beschrijven.
  • de bouw, functies en werking van het zenuwstelsel beschrijven.
  • de functie van reflexen en een reflexboog beschrijven.
  • De werking van het autonome zenuwstel beschrijven.


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor dinsdag 07 feb
Thema 5 BS3 en BS4
Check de studiewijzer om te zien welke opdrachten je over kunt slaan

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Animaal zenuwstelsel
B
Perifeer zenuwstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
Autonoom zenuwstelsel

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Centrale zenuwstelsel
Grote hersenen
Hersenstam
Kleine hersenen 
Ruggenmerg

Slide 31 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Peristaltische bewegingen van je darmen worden aangestuurd door het
A
Animaal zenuwstelsel
B
Autonoom zenuwstelsel
C
Beide

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gedeelte van het zenuwstelsel stuurt deze bewegingen aan?
A
Animale zenuwstelsel
B
Autonome zenuwstelsel
C
Beide

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het verwijden/vernauwen van je bloedvaten wordt aangestuurd door het
A
Animale zenuwstelsel
B
Autonome zenuwstelsel
C
Beide

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het strekken van je been wordt aangestuurd door het
A
Animale zenuwstelsel
B
Autonome zenuwstelsel
C
Beide

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Komt binnen bij een zintuigcel
Elektrische signaaltje via een zenuw
Reactie
Respons
Prikkel
Impuls

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

prikkel
zintuig
bewustwording
impuls

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een orgaan dat reageert op prikkels
Alle zenuwen, ruggenmerg en hersenen samen
iets waar je zintuigen op reageren
Hier wordt je bewust van prikkels
Een seintje dat via de zenuwen naar de hersenen of spieren gaat 
Prikkel 
Zenuwstelsel 
Impuls 
Zintuig 
Hersenen 

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Bewegings-
zenuwcel
Schakelcel
Gevoels-
zenuwcel

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zenuwcel staat hiernaast?
A
gevoelszenuwcel
B
schakelcel
C
bewegingszenuwcel

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk type zenuwcel heeft korte dendrieten en een lang axon?
A
Schakelcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Bewegingszenuwcel

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort zenuwcel is nr. 2?
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dendriet
Cellichaam
Kern
Axon
Myelineschede
Synaps

Slide 44 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruggenmerg
Hersenstam
Hersenen
Grote hersenen
Kleine hersenen
perifere zenuwstelsel

Slide 49 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

hersenschors
hersenstam
kleine hersenen

Slide 50 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies